De Ice Princess
Voor de begrafenis is het lichaam gemummificeerd, vervolgens is ze begraven in de permafrost. Hierdoor is haar graf, haar lichaam en de tatoeages op haar lichaam ruim 2.000 jaar bewaard gebleven.
Bij de huidige bewoners van het gebied, de Altaj, heerst er rondom de mummie, die zij prinses Kadyn noemen, een mythe en neemt zij een belangrijke plaats in in hun voorouderverering. Uit DNA-onderzoek blijkt echter dat de vrouw meer verwant is met de Nenetsen en Selkoepen die nu in het noorden van Siberië wonen.
De manier waarop de vrouw is begraven en de conditie van haar lichaam geven sterke bewijzen dat ze onderdeel was van de Pazyrykcultuur. Paarden waren een belangrijke schakel in deze cultuur. Tijdelijke of permanente nederzettingen zijn nog niet gevonden, maar hun graven in de permafrost wel. Door de permafrost zijn er diverse graven bewaard gebleven. De lichamen zijn vaak uitbundig getatoeëerd. Daarmee heeft de Ice Princess en haar soortgenoten mogelijk de oudst bewaarde tatoeages ter wereld.
Inmiddels is bekend dat de vrouw in de twintig was en zeer waarschijnlijk is overleden aan de gevolgen van borstkanker. In haar lichaam is een tumor gevonden in haar rechterborst. Tevens is er bewijs van uitzaaiingen. Er is bewijs dat de vrouw cannabis heeft gebruikt. Mogelijk om de pijn van de kanker te verminderen. Mogelijk leed de vrouw al vijf jaar aan borstkanker. In de laatste maanden voor haar dood was ze ernstig ziek.
Onderzoekers beweren nu dat de vrouw in de maanden voor haar dood een ernstige val van een paard heeft meegemaakt. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de verwondingen, ten gevolge van deze val, haar dood hebben versneld. Een MRI-scan toonde aan dat de vrouw meerdere schedelbreuken en dislocaties, allen aan de rechterzijde van haar lichaam, had. Uit de MRI-scan kwam ook naar voren dat de vrouw als jong kind mogelijk een bot- of beenmerginfectie heeft gehad.
De vrouw heeft vermoedelijk vlak voor de winter een rit te paard gemaakt richting het winterkamp van de Pazyryk. De Altaj maken deze rit nog steeds. Gedurende de reis is ze op haar rechterzijde gevallen en raakte daarbij gewond aan haar gezicht, rechterschouder en rechterheup. Aan haar rechterhand zijn geen verwondingen gevonden. Mogelijk kon ze deze niet meer gebruiken door de kanker.
De vrouw heeft de val overleefd. In haar lichaam zijn bewijzen gevonden dat het lichaam de schade probeerde te herstellen. Vermoedelijk is de vrouw naar het Oekokkamp gebracht en daar in een bed gelegd. Dat bed is ze vermoedelijk nooit meer uitgekomen, omdat ze aan haar verwondingen en ziekte is overleden.
Er is bewijs dat ze in oktober in het kamp is aangekomen. Aan de hand van de genezingen heeft ze drie tot vijf maanden in bed gelegen en in januari of maart van het volgende jaar overleden. Haar lichaam is enkele maanden bewaard gebleven eer het in juni is begraven. Deze maand is bepaald aan de hand van het voedsel dat de drie begraven paarden in hun magen hadden. Deze paarden zijn bij haar gelegd om haar in het hiernamaals te helpen.
Het hele onderzoek is gepubliceerd in het blad Science First Hand.