Het leek mij wel leuk om een stukje over de bevruchting te schrijven, zag van Heike al een stukje staan over de dracht zelf namelijk. Misschien kan ik dan vanuit die stukjes nog wat maken, zoals echografie, inseminatie of de geboorte zelf etc.
Ben alvast begonnen met een klein stukje:
Inleiding Hoe werkt het eigelijk met de bevruchting? Bij een merrie is de vruchtbaarheid sterk afhankelijk van het seizoen: het wordt ook wel een 'season breeder' genoemd. De beste tijd om een merrie te dekken of insemineren is vanaf eind april tot en met juli. De vruchtbaarheid is namelijk in deze tijd het grootst, en zo heb je dus het meeste kans om je paard te bevruchten. Dat komt omdat de eierstokken actiever worden naarmate de dagen langer worden. De cyclus bij het paard is ongeveer 21 dagen, en de hengstigheid een dag of 5. Na de hengstigheid vindt de eisprong plaats. Zodra de cyclus bij de merrie regelmatig is kan met dekken of insemineren worden begonnen. Het beste tijdstip daarvoor is zo'n 1-2 dagen vóór het eind van de hengstigheid, vanwege de eisprong (ovulatie). Bij oudere merries kan men het beste de veulen hengstigheid (= eerste hengstigheid op ongeveer 7-12 dagen na het veulenen) overslaan. De dracht duurt 11 maanden.
Is de merrie hengstig? Je kan controleren of je merrie hengstig is door de merrie te 'schouwen'. De merrie wordt hierbij in de buurt van de hengst gebracht, waarbij ze gescheiden zijn door bijvoorbeeld de boxdeur. Ze kunnen even aan elkaar snuffelen maar je moet er wel voldoende tijd voor nemen. Als de merrie niet hengstig is zal ze 'afslaan': ze wilt de hengst niet in haar buurt. Je merkt dat vanzelf aan de merrie: ze kan gaan happen, doet de oren in haar nek en soms geeft ze zelfs een waarschuwingstrap. Dit is dus omdat ze niet hengstig is, en niet gedekt kan worden. Is de merrie wel hengstig, dan zal ze hengstigheids verschijnselen vertonen: ze heeft interesse voor de hengst, ze 'blitst' (= knipperen met de vulvalippen), ze houdt de staart opzij, zakt wat door de achterbenen en laat troebele urine lopen. Realiseer je wel dat dit per merrie verschilt.
Dekken of insemineren In de natuur wordt een merrie tijdens haar hengstigheid meerdere malen door een hengst gedekt: zo is de kans op bevruchting natuurlijk groter. Tegenwoordig kan een merrie ook drachtig worden dankzij kunstmatige inseminatie (KI). Onder KI verstaan we het bevruchten van een paard (of een ander dier) zonder geslachtsgemeenschap, dus niet op een ‘natuurlijke’ manier maar door het zaad van een hengst kunstmatig in te brengen. Dat heeft niet alleen hygiënische voordelen, zoals een sterk verkleinde kans op geslachtsziektes, maar ook kunnen op deze manier door een hengst meerdere merries sneller worden gedekt. Wat wel een nadeel van KI is dat het sperma ondanks alle behandelingen die het ondergaat, minder lang leeft dan bij een natuurlijke dekking.
Dit heb ik er al bij.
Laatst bijgewerkt door Samir op 18-04-07 20:25, in het totaal 1 keer bewerkt
Inleiding Hoe werkt het eigelijk met de bevruchting? Bij een merrie is de vruchtbaarheid sterk afhankelijk van het seizoen: het wordt ook wel een 'season breeder' genoemd. De beste tijd om een merrie te dekken of insemineren is vanaf eind april tot en met juli. De vruchtbaarheid is namelijk in deze tijd het grootst, en zo heb je dus het meeste kans om je paard te bevruchten. Dat komt omdat de eierstokken actiever worden naarmate de dagen langer worden. De cyclus bij het paard is ongeveer 21 dagen, en de hengstigheid een dag of 5. Na de hengstigheid vindt de eisprong plaats. Zodra de cyclus bij de merrie regelmatig is kan met dekken of insemineren worden begonnen. Het beste tijdstip daarvoor is zo'n 1-2 dagen vóór het eind van de hengstigheid, vanwege de eisprong (ovulatie). Bij oudere merries kan men het beste de veulen hengstigheid (= eerste hengstigheid op ongeveer 7-12 dagen na het veulenen) overslaan. De dracht duurt 11 maanden.
Een hengstige merrie Je kan controleren of je merrie hengstig is door de merrie te 'schouwen'. De merrie wordt hierbij in de buurt van de hengst gebracht, waarbij ze gescheiden zijn door bijvoorbeeld de boxdeur. Ze kunnen even aan elkaar snuffelen maar je moet er wel voldoende tijd voor nemen. Als de merrie niet hengstig is zal ze 'afslaan': ze wilt de hengst niet in haar buurt. Je merkt dat vanzelf aan de merrie: ze kan gaan happen, doet de oren in haar nek en soms geeft ze zelfs een waarschuwingstrap. Dit is dus omdat ze niet hengstig is, en niet gedekt kan worden. Is de merrie wel hengstig, dan zal ze hengstigheids verschijnselen vertonen: ze heeft interesse voor de hengst, ze 'blitst' (= knipperen met de vulvalippen), ze houdt de staart opzij, zakt wat door de achterbenen en laat troebele urine lopen. Realiseer je wel dat dit per merrie verschilt.
Dekken of insemineren In de natuur wordt een merrie tijdens haar hengstigheid meerdere malen door een hengst gedekt: zo is de kans op bevruchting natuurlijk groter. Tegenwoordig kan een merrie ook drachtig worden dankzij kunstmatige inseminatie (KI). Onder KI verstaan we het bevruchten van een paard (of een ander dier) zonder geslachtsgemeenschap, dus niet op een ‘natuurlijke’ manier maar door het zaad van een hengst kunstmatig in te brengen. Dat heeft niet alleen hygiënische voordelen, zoals een sterk verkleinde kans op geslachtsziektes, maar ook kunnen op deze manier door een hengst meerdere merries sneller worden gedekt. Wat wel een nadeel van KI is dat het sperma ondanks alle behandelingen die het ondergaat, minder lang leeft dan bij een natuurlijke dekking.
Een echo Met een scanner kan de dierenarts de baarmoeder en eierstokken van de merrie bekijken en zo nog beter het juiste moment van insemineren bepalen. De transducer (een soort "opneemknop" van ultrasonore geluidsgolven, die weerkaatsen: een echo) van de scanner wordt bij een merrie via de endeldarm met de hand naar binnen gebracht. Zo kan de dierenarts ook vaststellen of er afwijkingen zijn aan deze organen. Sperma blijft gemiddeld nog 48 uur vruchtbaar nadat het in de merrie is ingebracht. Zo is de kans dat de eicel en sperma elkaar dan op het goede moment ontmoeten zo groot mogelijk.
De merrie is drachtig Als je de hengstigheid door middel van schouwen (zie “Is de merrie hengstig?”) wil controleren, begin in ieder geval al op 15 dagen na het insemineren of het dekken. Als een hengstigheid niet komt kan dat lijken op een dracht, maar daar is geen zekerheid in. De meeste zekerheid op drachtigheid kan je door een echo op ongeveer 17 dagen na inseminatie te laten maken. Is de merrie jammer genoeg niet drachtig geworden dan kan ze opnieuw worden geïnsemineerd of gedekt. Het maken van een echo heeft als nog een voordeel: tweelingdracht kan op tijd worden gesignaleerd. Tweelingdracht eindigt bij een paard vaak met verworpen veulens en daarom is vroeg ingrijpen door de dierenarts nodig: één van de twee vruchtjes kan dan worden verwijderd, of eventueel om ervoor te zorgen dat de dracht goed verloopt. Wanneer zeker is dat de merrie drachtig is, is het raadzaam dit onderzoek nog eens te doen: bij zo'n 15% wordt de dracht op 40 dagen afgebroken. Dat is heel vervelend maar puur natuur. We zien nogal eens dat merries op 17 dagen zeker drachtig zijn, en dat de eigenaar een jaar later vergeefs op het veulen wacht... Zoals genoemd kunnen bij het gynaecologisch onderzoek van de merrie ook afwijkingen worden aangetroffen. Zoals afwijkingen aan de eierstokken, de baarmoeder, de schede en de vulva. Deze kunnen meestal worden behandeld.
Merrie nog niet drachtig? Niet alle merries worden snel of makkelijk drachtig. Daar kunnen verschillende oorzaken voor zijn, zoals een onregelmatige cyclus, een slecht sluitende schede en een baarmoederontsteking. Het kan eenmalig zijn, dan kan je merrie het jaar erop wel makkelijk drachtig worden.
Let ook op in de winter. Het is belangrijk om ook in de winter te weten of de merrie drachtig is. Is ze drachtig, let dan op: • het verschil in voeding tussen drachtige en niet-drachtige (guste) merries. • dat contacten tussen drachtige paarden met andere zoveel mogelijk moet worden vermeden in verband met kans op besmettelijk verwerpen door rhinopneumonie. • dat de merrie goed gevaccineerd is tegen influenza en tetanus. (Dit kan het beste worden gedaan aan het eind van de dracht)
De geboorte komt eraan! Vanaf twee tot drie weken vóór het veulenen (het bevallen) kun je de volgende voortekenen zien: 1. Uierzwelling. 2. Oedeem (zucht) onder de buik. 3. Zakken van de zijvlakken van het kruis, waardoor de staart wat hoger lijkt te gaan liggen. 4. Tepelzwelling met daarop een ingedroogd druppeltje voormelk ('kegelen'). 5. Vlak voor het veulenen laat de merrie de biest lopen.
Werking van het bevruchten Iedereen weet natuurlijk dat een hengst een merrie kan bevruchten. Maar hoe werkt dat nou echt? Zodra de merrie hengstig is (zie hierboven) kan je haar laten dekken of insemineren. Er komt dan een zaadcel uit het sperma van de hengst in een eicel van de merrie terecht. Die twee smelten samen tot een geheel: een vruchtje. Vanuit daar groeit het vruchtje uit tot een prachtig veulen!
Bij deze dan de foto's als links Mocht je ze alsnog graag per mail hebben dan hoor ik het wel , maar de foto's zijn vrij groot van formaat en moeten dan dus als meerdere mailtjes verzonden worden.
Schouwen : (merrie buiten de box , hengst in de box)
Nog een aantal foto's van de dekking (2 dagen later) maar hiervan is de kwaliteit een heel stuk minder omdat ik ze uit een filmpje gehaald heb. Maar het witte vlak eromheen is nog weg te werken
Evt. heb ik het filmpje van deze dekking ook nog en ook een filmpje van de scan op 4 maanden. Ook heb ik nog foto's van net na de bevalling. De bevalling zelf heb ik gefilmd met m'n gewone camera.