Moderators: Mjetterd, Dani, ynskek, Ladybird, xingridx, Polly, Hanmar
Freggel schreef:Waar komen de plaatjes vandaan? Ook al heb je ze zelf ge-upload. Als ze uit een boek of van internet afkomen berust er wel copyright op. Want ik neem aan dat jullie deze plaatjes niet zelf hebben gemaakt.
Citaat:Samen met 'haffiefreak' heb ik dit stukje geschreven over afwijkende beenstanden voor op Wiki.
Nog aanvullingen, (foto's/plaatjes?), of fouten dan horen wij het graag!
Beenstanden:
De beenstanden van het paard zijn van invloed op de ruimte, het gemak, de soepelheid en de correctheid waarmee de bewegingen worden uitgevoerd en daarmee dus ook op het uithoudingsvermogen en op de snelheid. De standen worden van de voor-, achter- en zijkant beoordeeld. Het is hierbij de bedoeling dat het paard 'vierkant' op een harde ondergrond staat. Vierkant wil zeggen dat de hoeven van de voor en de hoeven van de achterbenen naast elkaar staan, zodat het gewicht van het paard over de vier benen is verdeeld.
Voorbenen:
Normale stand van de zijkant gezien
- Onderarm, voorknie-pijp moeten in elkaars verlengde liggen en loodrecht staan.
- De voetas moet een denkbeeldige hoek maken met de groend van 40-50 graden.
- Onder de voetas verstaan we de denkbeeldige lijn die door het midden van kootbeen, kroonbeen en hoefbeen loopt die normaal recht behoort te zijn.
Afwijkingen van opzij gezien:
Onderstandig:
- Voorbenen staan schuin naar achteren
- Gaat vaak samen met steile schouders (schouderblad moet met de bovenarm een hoek van 90 graden maken)
- Hierdoor soms een minder ruime gang
Gestrekte stand
- Benen staan iets naar voren gericht
- Hierdoor meer belasting, vooral op het achterste gedeelte van de ondervoet
- Verhoogde slijtage.
- Minder ruime en vlotte gang
Holle stand in de knieen
- Het been is in de voorknie wat naar achteren gebogen
- Ook wel 'het terugslaan van de voorknieen' genoemd
- Niet graag bij rijpaarden gezien.
Bokbenigheid
- De knieen staan iets naar voren
- Kan een teken van slijtage zijn
Steile kootstand:
- Wanneer de hoek van de voetas met de bodem groter is dan 45-50 graden
- Geeft onvoldoende schokbreking tijdens de beweging
- Soms doorknikken in de kogel, het zgn. "overkoot staan"
tekening B
Weke Kootstand:
- Hoek koot- bodem is kleiner dan 45-50 graden
- Geeft wel grote soepelhied, maar ook vervroegde slijtage
tekening A
Afwijkingen van voren gezien:
Bodemwijd:
- De afstand tussen de hoeven is te groot, dit houdt in dat er meer dan één hoef tussen kan
- Wordt vaak gezien bij paarden met een smalle borst
- Heeft de neiging tot een waggelende gang
Bodemnauw:
- De afstand tussen de hoeven is kleiner dan één hoef
- Deze afwijking kan strijken tot gevolg hebben, Zie tekening B
O-Benige stand:
- De afstand tussen de knieën is groter dan normaal
- Gaat meestal samen met toontrederstand
X-benige stand:
- De afstand tussen de knieën is kleiner dan normaal
- Gaat vaak samen met de franse stand
Toontrederstand:
- Hierbij lopen de ondervoeten naar beneden naar elkaar toe
- Doordat de buitenste hoefhelft het steilst is, wordt deze het meest belast
- De gang is meestal ‘maaiend’, d.w.z. buitenwaarts opbeuren en binnenwaarts neerzetten
Franse stand:
- Hierbij lopen de beide onderbenen uiteen naar buiten
- De binnenste hoefhelft is het sterkst en wordt relatief het meest belast
- Wordt ook wel ‘scheppende gang’ genoemd
- Vaak wordt er met de binnenkant van de hoef, of ijzer, de binnenkant van het andere been geraakt, meestal de kogel, dit heet strijken
Achterbenen:
Normale stand:
- Er moet een denkbeeldige loodlijn aan de achterkant van de bil, de achterkant van de hak, pijp, en kogel raakt
- De hoek in het spronggewricht moet tussen de 150 en 160 graden zijn
- De voetas maakt een hoek tussen de 50 en 55 graden met de bodem
Afwijkingen
Onderstandig:
- De achterbenen worden te ver onder de romp geplaatst
- Minder vlotte beweging
- Kan ervoor zorgen dat de toon van het achterijzer het voorijzer raakt; klappen van de ijzers
Gestrekte stand:
- Benen steken onder het lichaam uit
- Bij deze stand worden rug en lendenen meer belast
- De vooruit stuwende kracht van de achterhand neemt af
Sabelbenigheid:
- zgn. Kromme achterbenen
- De hoek in het spronggewricht is kleiner dan 150-160 graden
- Vaak is de schenkel te lang
Te steil in het spronggewricht:
- De hoek van het spronggewricht is groter dan normaal
- Gaat soms samen met een weke kootstand
Bodemwijde-bodemnauwestand:
- Hetzelfde als bij de voorbenen
- Vooral bodenwijd wijst op een minder sterke achterhand
Weke en steile kootstand:
- Ruimte tussen de hakken is te groot
- Zeer ongunstige stand
- Wijst op een minder sterke achterhand
- Gaat vaak samen met billarden
Nauw in de hakken of koehakkig:
- Afstand tussen de hakken is te klein
- In geringe maten aanwezig levert het geen of weinig nadelen op
Toontrederstand:
- Komt minder vaak voor dan bij de voorbenen