Moderators: balance, C_arola, Sica, Neonlight
Alenthe05 schreef:Scheenbeschermers al om? Peesbeschermers bedoeld hij dan
Hutcherson schreef:Ik vind het altijd zo bijzonder als kinderen twee paarden zien en dan vragen of het iets kleinere paard het kindje is van het iets grotere paard
Citaat:Ik zag dit stukje tekst net op internet voorbij komen, HILARISCH! Hoe "niet paardenmensen" paardentermen proberen te begrijpen. Is het lezen waard;
Ik heb een grote achterstand die ik waarschijnlijk nooit meer inhaal. Mijn vrouw heeft zich vanaf haar zesde jaar al ponypoetsend een plaats binnen de paardenwereld veroverd; een week lang poetsen en stallen vegen voor een kwartiertje op een onhandelbare Shetlander die te maf was voor de gewone manegeklanten. Een dergelijk jeugd laat zijn sporen na.
Ze kan soms ineens, zonder duidelijke aanleiding, vanuit een gewone conversatie overgaan op een onbegrijpelijke geheimtaal. En meestal is dat wanneer er een paard in beeld komt. Het begon met een het paard dat wij ooit voor haar kochten, omdat ik dacht dat ze er dan wel over zou ophouden. Dit paard was volgend de advertentie “licht aangereden”.
Een knol met blikschade, een opknappertje? Misschien wel voordelig, en mijn eerste auto was immers ook niet geheel schade vrij.
Volgens de verkoper had het paard “een mooi voorbeen”. Leuk maar wat mankeert er aan de achterbenen? Mijn vrouw vroeg hem toen: ‘rijd jij hem onder het zadel?’ Een snelle schets in mijn hoofd maakte dit visueel en het leek me inderdaad wel de handigste oplossing, jij op het zadel en het paard eronder. Ik dacht, ik leer dit wel; en al snel wist ik dat ze met een “schoft” niet mij bedoelde, en dat wanneer een paard “hengstig” is, het zo leuk kan knipogen, aan de achterzijde.
Maar hoe hard ik ook bijleerde; straalbeen, koliek, stokmaat; toen het rijden-op-begon, ben ik definitief afgehaakt.
Ik slenterde dan naar de bak waar ik mijn vrouw wanhopig op de knol zag rondstuiteren: ‘Hij zit helemaal vast, rechts!’ Als het paard dan dampend stilhield liep ik er een paar keer omheen, alles nauwkeurig inspecterend, maar kon niet ontdekken dat er ergens iets vastzat was los hoorde of andersom. Later, afgezadeld en na het rituele ik houd er mee op, helemaal!’, kreeg ik de details nog eens haarfijn uitgetekend.
‘Hij geeft niet na, hij heeft het hele uur niet op zijn eigen benen gelopen.’
Daar haak ik dus af, ik kan mij er werkelijk niets meer bij voorstellen.
‘Net als ik hem in de krul heb, verliest hij weer been!’
Wanhopig kijk ik haar aan. Moet ik nu in het donker verloren benen gaan zoeken in de bak?
Later, in de auto, vertrouwt ze me toe dat ze eens een poosje alleen “voorwaarts, neerwaarts” gaat rijden. Ik juich dat van harte toe, omdat ik minstens de helft begrijp; voorwaarts, dan zie je in ieder geval waar je heen gaat, en neerwaarts lijkt me ongevaarlijk zolang je niet in een Boeing over de Bijlmermeer vliegt.
’s Avonds moe in bed mompelt ze vlak voor ze in slaap valt: ‘Morgen ga ik naar buiten.’ Als een overwinning van iemand die zich weken lang binnen heeft opgesloten.
‘Dan ga ik mee,’ verzeker ik haar; ik moet haar nu maar terzijde staan.
‘Echt?’ vraagt ze dolblij, ‘op de fiets?’
Later, als zij allang slaapt, pieker ik er nog over.
‘Op de fiets’, wat zou dat betekenen in paardentaal.
Na ons eerste paard moest er een tweede paard komen. En dat werd er een met talent. Jawel!, die zou het nog eens ver schoppen. Wanneer “schoppen” in één zin wordt genoemd met “paard” blijf ik graag een beetje uit de buurt, maar vooralsnog was het een heerlijk beestje met een meegaand karakter. En dus gingen we weer naar de les en ik dacht dat ik het vocabulaire nu wel een beetje onder de knie had. “Verzamelen” betekend niet dat je zo veel mogelijk paarden wilt hebben – gelukkig want wij hebben maar anderhalve stal - maar zegt iets over de manier van lopen. Wij kunnen gereserveerd lopen, of verwaand, een sprinter kan uitgeteld lopen, een motor kans slecht stationair lopen, en zo kan een paard verzameld lopen. Dus ik ging de eerste keren vrij zelfverzekerd mee naar de les, wellis waar als toeschouwer maar met de dwingende opdracht nu eindelijk eens goed op te letten zodat ik bij de training thuis ook eens iets zinnigs zou kunnen bijdragen.
Zo van ‘Heeft-ie zijn neus eruit?’ en dan gokte ik: ‘Ja, helemaal.’ Het enige waar hij zijn neus wel in had, was een plak hooi of een emmer slobber, en daar was nu geen sprake van. Na enige weken op de les begonnen ze ineens, als om mij te verwarren, met een heel nieuwe rubriek, waarbij zeer ingewikkelde kunstjes hoorden. En daar was ook een nieuw taalgebruik bij. Ik schrok erg toen de instructeur ineens riep: ‘Je laat hem uit elkaar vallen!’ Paarden worden ziek, of gaan dood, maar meestal in zijn geheel en niet in onderdelen zover ik weet. Maar ze ging door en het werd gênant: ‘Hij valt uit elkaar!’ en dan als klap op de vuurpijl: ‘Hou van jou! Hou van jou!’ De instructeur houdt van mijn vrouw omdat ons paard aan het degenereren is? En dat moet ik, de echtgenoot allemaal aanhoren?
Maar het tij is gekeerd: ‘Prima opgelost.’
En dan wordt het echt lastig: ‘Denk aan verruimen, maar toch klein willen blijven.’ Willen we dat allemaal niet, in het diepst van ons hart klein blijven, lekker buitenspelen en desnoods op een pony rijden. Desnoods terwijl we aan ‘verruimen’ denken… Maar het gaat verder. ‘Nu goed bij je houden en dan, als het kan, een pasje eruit.’ Dat wil dus zeggen dat er een pasje uit ons paard kan komen en dat vind ik echt een wonder der techniek. Dat paard kan chippen en pinnen! En dan is het inderdaad raadzaam het paard ‘goed bij je te houden’.
De les is bijna ten einde. Nog even word ik in verwarring gebracht, want ik weet dat een paard achteruit kan en dat wordt in gewoon Nederlands “achterwaarts” genoemd. Zomaar een gebruikelijke term: hulde. Er is nog hoop voor de gewone man. Maar tenslotte moet het paard een soort van pootje over dat een onuitspreekbare Franse benaming heeft en dan roept de instructeur: ‘achterhand voor’. Ik weet in middels dat achterhand gewoon een schrijffout is, dat ze achterKant bedoelen, maar wanneer een paard zijn achterkant voor heeft voorop heeft, loopt hij volgens mij achterstevoren. En zelf ik zie dat dat niet het geval is.
Na de les vraagt mijn vrouw: ‘Hoe vond je de aanleuning?’
‘Matig,’ zeg ik; ik had het hele lesuur in een koude wind tegen een nat hek geleund.
Coco4life schreef:Dit is eentje die ik had gezien:
We waren klaar met de les, iedereen pakte de tassen om weer naar huis te gaan.
Nou een meisje een cap geleend ging ze ff terug brengen. Haar vader kwam de stal binnen, het zadel lag nog op zo’n zadelsteun. Die vader legt alleen ja alleen het zadel andersom. Dat meisje kwam de stal in en ruimde haar zadel op. Hetzelfde meisje was deze week de deur vergeten dicht te doen, dus kwam haar pony uit de stal gelopen