21 maart 2024/Nederland
Als een wolf je schapen aanvalt. Deze boeren leven in voortdurende angst. ‘Ze zijn niet te stoppen’
Reportage
Afgelopen jaar werden 1200 Nederlandse boerderijdieren gedood door een wolf. Niet eerder was dat aantal zo hoog, blijkt uit onderzoek van het Nederlands Dagblad. Ook de schapen van Albert-Jan en Jacqueline werden slachtoffer. ‘We worden neergezet als dierenhaters.’
De afgelopen tien dagen was het elke nacht raak, vertelt de Drentse boer Albert-Jan van Triest (62): bij verschillende boerderijen in de buurt werden schapen aangevallen, doodgebeten of verwond door een wolf. Voor zijn eigen schapen, lammetjes en runderen vreest hij nog niet. ‘Die staan nu veilig binnen.’
Toch is zijn vrouw, Jacqueline Koppelaar (66), er niet gerust op: ‘Een wolf kan alles; zwemmen, graven, springen. Hij ruikt de net geboren lammetjes en als hij naar binnen wil, dan lukt hem dat.’
Het boerenstel maakte zelf twee keer een aanval mee. In augustus 2022 doodde een wolf een schaap en vier lammetjes in een van hun weilanden en werden verschillende schapen in hun hals en uiers gebeten.
klap stroom
Na de aanval vroegen ze bij de provincie subsidie aan voor een wolfwerend hek. Ze ontvingen 13.000 euro, waarmee ze een verplaatsbaar hek op hun land plaatsten: zes horizontale kunststof draden, twintig centimeter van elkaar, met ‘een beste klap stroom erop’, volgens Van Triest.
Toch kon het hek de wolf uiteindelijk niet tegenhouden. Op 18 december 2023 was het weer raak: Van Triest vond een gewond schaap, de borst open gebeten en met bijtwonden in de keel.
‘Op de Veluwe leven wolven die nog nooit betrokken zijn geweest bij een aanval, maar de wolven hier zijn niet te stoppen.’
En ja, ze kregen een vergoeding voor de schade, maar dat haalt het leed niet weg, vertelt Koppelaar, terwijl ze zuchtend haar bril afzet, de tranen uit haar ogen wrijft en op haar telefoon foto’s laat zien van schapen die rondlopen terwijl hun ingewanden uit hun buik hangen. ‘Dat dierenleed, het is onacceptabel. Die beelden raak ik nooit meer kwijt.’
felle tegenreacties
Aan de keukentafel in hun boerderij vlak bij Dwingeloo vertellen ze hun verhaal, want ze willen dat er iets gebeurt. Van Triest: ‘Een wolvenroedel heeft een territorium van 200 vierkante kilometer nodig. Hier in Drenthe hebben we maar 100 vierkante kilometer aan natuurgebied en zijn er te weinig prooidieren voor de wolf. Dus pakken ze onze landbouwdieren.’
Daarbij zijn de Drentse wolven - verdeeld over twee roedels - volgens Van Triest ‘echte schapendoders’. ‘Op de Veluwe leven wolven die nog nooit betrokken zijn geweest bij een aanval, maar de wolven hier zijn niet te stoppen. Het zijn ‘probleemwolven’. Waarom zouden we zulke wolven laten leven?’
Naast hun gedrevenheid om te laten zien waar de wolf toe in staat is, zijn Van Triest en Koppelaar ook bang om hun verhaal te vertellen. Want het roept felle tegenreacties op. Zo zijn er boeren aangeklaagd omdat ze hun dieren niet goed zouden beschermen tegen de wolf en halen wolvenliefhebbers soms hard uit.
machteloosheid
Koppelaar leest een reactie voor die iemand achterliet op een forum: ‘Voor deze boeren is het woord nazi nog te goed.’ Ze vindt het schokkend: ‘We worden neergezet als dierenhaters, terwijl ik alleen maar boeren ken die het beste willen voor hun dieren.’
‘We horen alleen maar: ‘We zijn ermee bezig’. In de tussentijd moeten wij het land in om dode schapen te ruimen.’
Ze ligt er wakker van. ‘Mijn gevoel van rust en veiligheid is weg. De wolf zit 24 uur per dag in mijn hoofd.’ Ze heeft haar telefoon altijd binnen handbereik, want via verschillende WhatsApp-groepen houden buren elkaar op de hoogte over aanvallen of de plek waar een wolf gesignaleerd is. ‘Onze kerstvakantie naar Berlijn hebben we laten schieten, want we wilden niet weg bij onze dieren.’
Wat overheerst is een gevoel van machteloosheid en frustratie. Van Triest: ‘We bellen met de provinciale wolvencommissie, gaan in gesprek met politieke partijen en de Drentse gedeputeerde. Maar we horen alleen maar: ‘We zijn ermee bezig’. In de tussentijd moeten wij het land in om dode schapen te ruimen.’
ophokken
Koppelaar noemt hun ervaringen traumatisch. ‘Zelfs een stoere boer als Albert-Jan moest na de eerste wolvenaanval met hartritmestoornissen naar het ziekenhuis. Heeft u stress? vroeg de arts hem.’
De toenemende wolvenaanvallen zijn voor verschillende buren aanleiding geweest om te stoppen met het houden van hun dieren. Ook voor Koppelaar is dat een reële optie. ‘Als er nog een aanval komt, geloof ik dat ik mijn schapen liever wegdoe. Maar met de dieren gaat ook een stuk levensvreugde weg.’
‘Gruttokuikens vallen dood neer door de stroom en egels, dassen en hazen raken in de draden verstrikt.’
De wolf moet weg uit het noorden van ons land, vindt het paar. Hij moet worden afgeschoten, of verplaatst naar Tsjechië of Polen, waar veel meer ruimte is voor de wolf. Koppelaar: ‘We kunnen heel Drenthe vol zetten met rasters om de wolf tegen te houden, maar ook andere dieren ondervinden daar hinder van: gruttokuikens vallen dood neer door de stroom en egels, dassen en hazen raken in de draden verstrikt.’ Daarnaast is het volgens het stel financieel niet haalbaar om overal hekken te plaatsen en is het onderhoud ‘intens’ veel werk.
Het vee dan maar binnen laten staan - iets wat verschillende partijen opperen -, is geen optie, zegt Koppelaar, omdat de weilanden dan de begrazing door schapen missen. ‘Dieren horen in de wei, ophokken is niet goed voor hun groei en het dierenwelzijn. En lege weilanden… dat willen we toch niet?’
https://www.nd.nl/nieuws/nederland/1216 ... n-voortdur