Vorig onderwerp | Volgend onderwerp
Toevoegen aan eigen berichten Pagina 1 van de 1 [ 3 berichten ]
Plaats een nieuw onderwerp

Informatie uit eerste topic Klassiek vs. Academisch

 
Profiel   

Professor schreef
Beginselen van de Klassieke Rijkunst.

Belangrijke principes van de Klassieke Dressuur, de vrijwillige medewerking van het paard en een spier training die het paard in de gelegenheid stelt om het gewicht van de ruiter te dragen in alle klassen zonder schade aan lichaam en ziel voor het zijn leven lang. Hiervoor word de Schwung van het paard benut, om het gewicht meer op de achterhand te krijgen (Hankenbiegung), waardoor de oprichting (relatieve) vanzelf tot stand komt De ruiters worden aangemoedigd om voortdurend over hun fouten bij zichzelf te zoeken en niet bij het paard.

In tegenstelling tot normale gebruiksrijderij, rijdt men Klassiek steeds men een zachtehand die op elk moment bereid is om na te geven.

De meest beroemde leerscholen der klassieke rijkunst zijn
* die Spanische Hofreitschule in Wien, Österreich
* die Königlich-Andalusische Reitschule in Jerez de la Frontera, Spanien
* das Reitinstitut Egon von Neindorff in Karlsruhe, Deutschland
* die Ecole Nationale d´Equitation in Saumur, Frankreich
* die Escola Portuguesa de Arte Equestre in Queluz, Portugal


quadripes schreef
Klassieke rijkunst is geen systeem of methode of stappenplan. Het is een wijze van het paard benaderen in de training, zodat het paard altijd de belangrijkste 'persoon' is. Daarnaast zijn er een heleboel 'best practises' die leermeesters naar eigen ervaring hebben opgedaan en doorgegeven. Deze mensen werken allemaal vanuit basisprincipes waarbij het paard nooit mag worden overvraagd en het paard als leidraad wordt gebruikt.

Daarnaast is de klassieke dressuur gestoeld op een hulpengeving en trainingsopbouw die vanuit het paard aangereikt wordt. De wijze waarop hulpen moeten worden gegeven en waarom de opleiding van het paard op een bepaalde manier moet worden opgebouwd, komen voort uit anatomie en denkwijze van het paard. Een paard zal van nature op bepaalde aanwijzingen reageren.

Het feit dat de meeste mensen niet herkennen, dat zij zelf niet begrijpen hoe dit samenspel van hulpen werkt en daardoor met hun paarden niet kunnen werken zonder dwang, opent een mooie markt voor mensen die een schijnbaar kortere weg aan bieden naar datgene wat iedereen graag zou willen bereiken.

Het feit dat een aantal mensen kennelijk niet begrijpt wat Durchlaessigkeit daadwerkelijk betekent, zegt in mijn ogen genoeg. Want dat is voor mij namelijk het toppunt van rijkunst, ongeacht op welk niveau de combinatie is.


Professor schreef
Citaat
Nee, eigenlijk niet. De 'gewone' dressuur is de 'klassieke' dressuur. De opbouw van het skala is vertaald naar de dressuurproeven zoals wij die kennen: van B tm Z.

Die Skala der Ausbildung
is al van 1733, Francois Robinson de la Guérinière Stalmeester van Koning Ludwig XIV heeft het al papier gebracht.
Het heet eigenlijk in het Nederlands vertaald de Beginselen waaraan een goed gereden paard dient te voldoen.
Deze zijn met zeer kleine veranderingen over genomen door de F.E.I., dus ook de aangesloten landen.
Daarom staat er ook beschreven oprichting in relatie tot de verzameling kort gezegd Relatieve Oprichting.

Dan de onnozelheid van velen dat men een onbereden paard vergelijkt met een bereden paard, dan nog de verschillende evenwichten door elkaar te halen???????
Wanneer wij een paard Klassiek scholen doen wij dat om het paard langer houdbaar te maken.
En wij mensen lopen ook niet altijd even gezond er zouden velen hun houding moeten verbeteren, en dat is ook het verschil tussen een onbereden paard in de natuur en een paard waar een ruiter op gaat zitten.


Professor schreef
Moll schreef
Je moet je in deze 1 ding af willen vragen waarom praten we over oude meester en niet over jonge meester?
Wanneer we over de groot meesters praten zijn dit mensen die al 60 a 70 jaar ervaring hebben, en veel al de laatste levens jaren kennis door stoten vol met passie, wijsheid, en ervaring, deze ervaring kan je niet hebben op een leeftijd van 30 a 40 jaar.
Klassieke rijkunst is een verzamel woord voor meerdere klassieke scholingen zoals barok, duits en frans.

Klassieke rijkunst kan je heden ten dagen, eigelijk gewoon nog een dressuur proef mee rijden

Klassiek is dat niet meer, het is Modern Klassiek dat gene wat de FEI vastgelegd heeft, dat als basis de Klassieke Reitkunst heet.
Barok is een niet verder ontwikkelde klassieke vorm, het is blijven staan in de Baroktijd.
Duitseschool, is niets anders dan het Modern Klassieke rijden wat wij nu doen op wedstrijden.
Franseschool dito, inwezen wijken deze niets van elkaar af, Steinbrecht heeft zoals elke Duitser is het precies und Genau opgeschreven dat wat de Italiaanse en Franse Meesters hebben ontwikkeld.
Er is tussen de Franse en Duitse opvattingen geen grote verschillen, het grote verschil is dat de Duitsers op de rechtelijn de paard ook stellen, en de Franse dit alleen doen op de gebogenlijn.


Professor schreef
* Egon von Neindorff
* Nuno Oliveira
* Sadko G. Solinski
* Jean-Claude Racinet
* Philippe Karl
Dit zijn de "nieuwe Reitmeister", voor mij, waarbij men dus ook vraagtekens erbij kan zetten. Reitmeister zijn begaafde ruiters die een enorm gevoel hebben voor het rijden, waarvan ik persoonlijk vind dat er maar weinig ervan zijn die het ook overdragen kunnen.
Bovendien hebben zij ook dingen gedaan die tegen hun eigen denkwijze gaat.
Egon von Neindorff en Philippe Karl vind ik persoonlijk de meest nuchtere onder deze Meesters.

Nemen wij nu eens Nuno Oliveira, hij was een Kunstler te paard, maar kon bijna geen oefening precies op de punt rijden. Wat bij de Klassieke Reitkunst toch wel bekend is.
Dito Jean-Claude Racinet.
Egon von Neindorff en Philippe Karl kunnen dit wel, en ook niet te vergeten Alois Podhajsky * 14. Februar 1898 in Mostar; † 23. Mai 1973 in Wien.


Professor schreef
Jennyxx schreef
Interessant topic. Wat is er tegen AR?

Als ik de berichten van Professor goed begrepen heb, en verbeter mij als ik dat niet heb, dan is hij van mening dat de echte klassieke rijkunst bij de Weense Rijschool wordt uitgevoerd. Zowel AR cq Barok als Duits en Frans zijn onder ontwikkeld. Wat vindt u bv van Anja Beran en Bastrian de Recht? En wat vindt u van het boek van Steinbrecht? Er wordt wel gezegd dat hij al het geleerde heeft samengevoegd, maar het is niet hetzelfde als de Weense Rijkunst. Toch?

Nee u heeft Professor niet goed begrepen de Duitse en Franse rijkunst is niet te vergelijken met de AR cq Barokke, de Duitse en Franse rijkunst is niet blijven staan bij Pluvinel , die heeft zich verder ontwikkeld. De Klassieke Reitkunst in Wenen is het vasthouden aan de Klassieke leer, de Modern Klassieke dressuur is een verder ontwikkeling van deze, en daar horen de schoolsprongen niet bij.
Het verschil tussen Hogeschool (Wenen) en de modern Klassieke dressuur is van princiepe dat de opleiding van de paarden gelijk is, alleen dat men geen pilaren benut niet de schoolsprongen en de Levade.
Alles andere is eingenlijk gelijk ook van opvatting.

Jennyxx schreef
Het punt van de zit is besproken. Super dat ze in Wenen zo veel tijd daarin steken, helaas hebben we daar in de huidige maatschappij minder tijd voor. Op een scheef paard kan vaak ook moeilijk recht gezeten worden, al dient hier inderdaad wel aan gewerkt te worden.

De zit kost niet extra tijd, dat is een misopvatting, tijdens het rijden van oefeningen dient alleen daar veel meer aandacht aangegeven worden, anders zou mn een statische zit ontwikkelen dat wat Steinbrecht juist probeerde te beschrijven, dat die fout is maar de zit zich aanpast ja of nee aan de beweging.

Jennyxx schreef
Dan houden we de schwung en te weinig voorwaartse drang over, waardoor sommige oefeningen kunstjes zouden lijken. Of betwist u ook de aanleuning, professor? Ik zie toch veel paarden die door de 'kunstjes' verbeteren, soepeler worden en mooi bespierd. Kan iemand dit meer uitleggen?

Wanneer de Schwung en de impuls naar voren niet aanwezig is krijgt men geen mooie bespiering, dit kan men verdoezelen door de vervetting.


Professor schreef
Citaat
Ik zelf gebruik een combi. AR doe ik eigenlijk alleen aan de hand met kaptoom. Rijden doe ik toch meer a la klassiek met een trens. Ik vind van de AR zo fijn dat de paarden heerlijk soepel worden en hierdoor zijn ze onder het zadel makkelijker te buigen.

Handarbeid is niets iets speciaals en zeker niet "uitgevonden" door de AR. De Klassieke Reitkunst bediende zich daarvan,de AR doen het op een primitievere aard, wat geen buiging is in de Klassieke zowel als in de modern klassieke dressuur, het is een verbuiging van de hals, en niet vanuit achteruit dus een kunstje wat een schijn soepelheid geeft die in de verdere africhting niet ten goede komt.

Citaat
Nadeel is inderdaad dat als je niet goed oplet je paard de impuls verliest. Maar dat is hetzelfde met een heleboel ruiters. Is niet alleen een nadeel van de AR. Ga op een gemiddelde manege kijken en je ziet een heleboel zogenaamd 'flegmatieke' paarden. Er zijn maar weinig mensen die volgens een ideaal plaatje rijden.

Men dient de Klassieke Rijkunst niet op een Manege te bekijken, helaas zijn de Maneges zo verschrikkelijk verkeerd bezig men leert de mensen niet meer zitten, geeft gehoor aan de klanten om zo snel mogelijk op een paard te hobbelen, dat is jammer heel jammer. De zit is de basis van het rijden, nu en ook in de toekomst.


Professor schreef
Bij alle sparten van de ruitersport is het aangebracht het paard te gymnastieseren en dat door Klassieke dressuur, waarom is de dressuur onstaan? Juist om het paard houdbaarder te maken zijn lichaam beter te laten functioneren.
Heb ruiters die Enduro rijden die 1x per week met hun paard dressuur rijden juist om ze weer "los" te krijgen en hun rijtechnisch evenwicht te vervolmaken.
Het is juist goed om een paard niet eenzijdig te trainen, net zo goed dat men ook dressuur paarden over balkjes rijd, of kleine sprongetjes laat springen, met ze het bos ingaat.
Dat eentonige rijden en trainen is niet goed, en is ook niet de zin van de Klassieke dressuur.
Dressuur is gymnastieseren en dresseren (gehoorzaam maken) zonder deze beide componenten functioneerd het rijden niet, gehoorzaam is ook vertrouwen in mens en dier een paard is een kammeraad het is nog steeds zo een paard blijft een paard ook zonder ruiter, maar een ruiter zonder paard ..........


Professor schreef
Citaat
Wat betreft het skala, ik mis jullie onderbouwing...

Hier voor u nogmaals:
De Gundsätze (beginselen) van de Klassieke Rijkunst zijn al honderde jaren oud.
Francois Robichon de la Guérinière de stalmeester van Koning Ludwig XIV was diegene die het op papier gebracht heeft.
Een naar deze beginselen afgericht paard dient de volgende eigenschappen te beheersen:

Takt, de gelijkheid van de beweging in alle gangen. Dus niet te snel niet te langzaam en gelijkmatig.

Losgelassenheit = De bewegingen van het paard zullen natuurlijk soepel en zonder enige verkrampingen (verkeerde spanning) zijn.

Anlehnung = dit is de verbinding tussen de ruiterhand en de mond van het paard.
Het goed afgerichte paard zoekt steeds verbinding met de hand daarbij moet de ruiter natuurlijk onafhankelijk van de teugel zitten. (onafhankelijke zit)
Een goed aan de teugel staand paard is in de houding en draagt zichzelf.Alleen een paard dat Durchlässig is heeft een solide aanleuning.
Alleen een constant en fijne aanleuning stelt de ruiter in staat het paard in zijn frame te verkorten of te verlengen.

Schwung (alleen in de gangen met een zweeffase)
Het is het resultaat van een volledig losgelassenheit, een schwingende paarden rug en een veerend achterbeen. Het kan alleen uit de achterhand ontwikkeld worden.
De beweging van het paard moet soepel zijn, ja zelfs pronkvol zijn het moet er moeiteloos uitzien en desondanks krachtvol.
Een paard met schwung is te erkennen door een duidelijke zweeffase in draf en galop. Schwung toont zich in de verzamelde en uitgestrekte gangen.

Geradegerichtsein= Van natuur uit zijn de meeste paarden scheef, deze scheefheid dient in de loop van de africhting te verdwijnen.
En waarom, alleen een rechtgericht paard kan tot een volkomen perfekte ontwikkeling komen. Een scheef paard kan de hulpen niet verwerken die blijven in het paard steken.

Verzameling en Aufrichtung = Verzamelen het woord zegt het al, letterlijk bij een brengen.
Men brengt de achterhand en voorhand bijeen.
Rijtechnisch, men aktiveert de draagkracht van de achterhand zodat de voorhand ontlast word.
Verzameling in welke gang dan ook mag nooit ten koste gaan van de voorwaarts beweging.
De Aufrichtung is altijd relatief, het staat in verband met de hoogte van de verzameling.
In Piaffe is zij het hoogst (hoogste verzamelings graad in de moderne dressuur.)
Absolute aufrichting is fout en word door de hand van de ruiter "gemaakt".

Dit hele verhaal word zo geleerd in Duitsland.
Het grijpt in elkaar over, men werkt steeds weer aan het rechtrichten en de aanleuning door de oefeningen die daarvoor zijn, men kan een paard alleen in een goede verzameling rijden wanneer alle punten voor elkaar zijn, maar dat heet niet dat men er steeds weer aan werken moet, en dat het nooit alles perfekt is er is steeds weer iets te verbeteren het ideaal nastreven is juist het mooie van de paarden sport.

Helaas door het boek van van Balen en Johann Hinnemann is de verbastering gekomen, in dat boek staan vele dingen verkeerd "vertaald" daardoor legt men in Nederland nu zoveel waarde aan die Skala der Ausbildung.
Nederland is anders geschoold, meer op de franse leest dat is niet beter en slechter als de Duitse opvattingen maar past beter bij het Nederlandse taal gebruik.

Losgelassenheit is niet gelijk aan losheid.
Takt is niet gelijk aan het Nederlandse woord Tact.


Professor schreef
Het is daas om te denken dat aan de enkele longe een paard mag uitrazen, dat mag een paard nooit wanneer hij gelongeerd word, het dient in stap te beginnen en gehoorzaam te zijn.
Een paard kent het verschil tussen ongeconcentreerde of geconcentreerd werken niet.
Schouderbinnenwaarts word verkregen door minimale stelling. Dus geen halsbuiging zoals op de zg aan de hand getoonde beelden van de vos aan een kaptoom.
De binnen elleboog van het paard komt meer tegen het lichaam en de buitenelleboog gaat iets van het lichaam. Het binnenachterbeen word eingenlijk wanneer men de juiste hulpen geeft en deze ook doorkomen, gedwongen meer onder de massa te treden.
De achterhand gaat rechtuit de toon van de hoeven gaan rechtuit.
De Schouder word naar binnen gebracht, en de voorbenen kruisen, de achterbenen niet.
Bovendien in stap kan men hoogstens als voorbereiding van de draf zien, meer ondertreden van het binnenachterbeen komt daar niet tot stand, dat is alleen in draf en galop het geval.
De hulpen en die zie ik op de vele filmpjes totaal niet,ze zijn:
De hand geeft aan dat de voorhand naar binnen moet, buitenhand tegen de hals, de binnenhand iets van de hals. Het gewicht van de ruiter/amazone op het binnenzitbeenknobbeltje, schouders gericht op de heupen van het paard, het buitenbeen een handbreedte achter de singel (vermijd dat de achterhand uitzwaait waardoor de achterbenen gaan kruisen wat niet goed is. Het binnenbeen op de singel deze geeft de buiging aan (het paard buigt tegen het binnenbeen).
De ophoudingen worden paralell gegeven, dus gelijktijdig.
Het paard dient gelijkelijk verdeeld tussen zit en beide teugels te zijn.
Daarom kan nooit en te nimmer schouderbinnenwaarts aan de hand beoefend worden zoals met alleen een kaptoom op, diegene die dit zg uitgevonden hebben weten niet wat en waarom schouderbinnenwaarts, ik wil zelf stellen die hebben er geen kaas van gegeten.
SB wanneer deze functioneel word beoefend dient deze altijd in een verzamelde gang gereden te worden, wat men ziet bij AR is gewoon belachelijk, net zo als Travers en Renvers.
Daarom vind ik AR gewoon poedeldressuur en de mensen zand in de ogen strooien.
Bodemarbeit, dus van de grond uit met paarden werken is longeren (heel vaak ondergewardeerd) dubbele longe, en aan de lange teugel.
Denkt dat longeren net zo´n kunst is als goed rijden.
Daarom wat hier op het topic en vele andere topic´s steeds beschreven word van paarden uit laten bokken is onzin, werken en discipline het paard dient ten alle tijden gehoorzaam te zijn, longeerd men dan goed en niet in de ronte slingeren, dit schaad het paard meer als dat men lief is.


quadripes schreef
Hier moet ik toch even inbreken:

Het werk aan de hand is Iberisch en niet Duitsklassiek. Vandaar dat ze dat in Wenen niet uitvoeren. In de klassieke dressuur worden paarden alleen aan de lange lijnen of aan de longes 'aan de hand gewerkt'. En pas als de paarden in een verder gevorderd stadium zijn, zodat ze kunnen verzamelen.

in de spaanse rijschool waarschuwt men ervoor om lange lijnen arbeid te doen met paarden die niet volleerd zijn. Niet elk paard is hiervoor geschikt.

Verder wordt in deze school alleen de piaffe, passage en de schoolsprongen 'aan de hand' doorgewerkt. Verder niets.

De Iberische klassieke methode is gericht op temperamentvolle paarden die onder het zadel te gemakkelijk de hulpen niet begrijpen vanwege hun sensibiliteit. Voor deze paarden is het dus zinnig om de oefeningen eerst 'aan de hand' ongeveer te leren om 'verzet' en 'discommunicatie' tegen te gaan. Maar een correcte uitvoering en verbetering van de gangen kan alleen onder het zadel. Het is duidelijk niet de bedoeling om de paarden 'recht te richten' aan de hand.

De zijgangen hebben in stap inderdaad totaal geen meerwaarde, omdat de stap namelijk niet gymnastiseert. In de stap kan een paard zich namelijk (net zoals bij het halthouden) gemakkelijk aan de juiste gewichtsverdeling over vier benen onttrekken. Je traint daarom dus nooit het achterbeen zoals het zal moeten. Het hoeft geen gewicht op te nemen in de stap.

In de draf moet het paard wel op een achterbeen gewicht opnemen en daardoor zal de oefening in draf en galop wel waarde hebben. Maar dan moet het paard eerst voldoende zichzelf dragen en de achterhand eronder kunnen zetten. Vandaar dat een actieve achterhand van belang is en het geen zin heeft om deze oefeningen in draf en galop te doen, zonder een juiste verbinding (aanleuning) met de achterbenen die doorloopt naar de hand van de ruiter. Hierbij mag de teugel niet doorhangen, want dan is er geen vloeiende verbinding van achterhand naar ruiterhand. (= valse knik)

Daarnaast is de stap in de klassieke dressuur de gang waarin je het minste doet, vanwege de bovengenoemde redenen. De stap wordt wel gebruikt om in alle rust oefeningen aan te leren. Zodra het paard de oefening snapt, gaat men over tot draf en galop omdat de oefening anders geen zin heeft.

Halthouden heeft alleen zin, als het paard actief en op vier benen kan halthouden. Anders heeft het totaal geen nut. Je kunt op de grond niet voelen of een paard actief en op vier benen gelijk het gewicht heeft. Vandaar dat ook halthouden alleen onder het zadel nut heeft.


Professor schreef
Übertreten lassen is niets anders dan wijken voor de kuit.
Men zegt: An der geöffnete seite der Zirkel Schenkelweichen für der innere Schenkel oder Übertreten lassen.
In het Nederlands aan de geopende zijde van de grote volte wijken voor de binnekuit.
Het woord Übertreten lassen wil dus zeggen dat men wijkt voor de binnenkuit, dan hoeft men niet te zeggen Schenkelweichen für der innere Schenkel, maar korter Übertreten lassen.
Niets meer en niets minder. Het woord Übertreten lassen word nog zelden gebruikt.
Het is woordelijk vertaald kruisen laten.
Wijken voor de kuit word in een minimale stelling gereden men ziet als ruiter het oog glinsteren en de neusvleugel als een schim.
Deze oefening het wijken voor de kuit is een losmakende oefening die men in vele variaties kan rijden dus op verschillende lijnen, Übertreten is dus op de gebogen lijn.
Men kan er ook de grote volte mee vergroten en verkleinen, ook wijkend voor het buitenbeen of een combinatie hiervan.


Professor schreef
Bij het geven van stelling is mede bepalend het binnenbeen, aangezien bij wijken voor de kuit het binnenbeen een zijwaartsdrijvende is die een handbreedte achter de singel ligt kan men alleen met de binnenteugel de stelling inzetten.
En omdat men geen buiging hoeft te rijden bij deze oefening het paard is eigenlijk recht, is de stelling gelijk aan het rechtuit gereden paard.
Wijken voor de kuit is gedacht om het paard los te maken, en om het attent te maken sensibel voor de zijwaarts drijvende kuit.
Daarbij is het bovendien een oefening waarbij de kniebanden versterkt en ontspannen worden.


Professor schreef
Persoonlijk denk ik mede gesteund door jarenlange ervaring dat het prestatie plafond van het paard niet direkt alleen met de bouw te maken heeft maar veel meer met de werkwilligheid van het paard.
Door de juiste training zijn vele "handicaps" door goede spierbenutting te verbeteren. En niet tegen het paard te werken maar met het paard, en de intelekt te bezitten de juiste oefening op het juiste moment en nooit drillen maar afwisselend te werken.
Het is juist de Klassieke Dressuur die dit hoog in zijn vaandel heeft staan.


Professor schreef
Schoolstap: In de schoolstap is de beenzetting van het paard diagonaal als in de draf, het verschil met de draf is dat er geen zweefmoment is.
Het rechter diagonale benenpaard wordt daarom neergezet voor dat het linker is opgelicht. Een ogenblik staan dus alle 4 benen gelijk op de grond. De laterale en tripedale ondersteuning van de stap zijn dus opgeheven.
Om de diagonalestap te ontwikkelen moet dus het neerzetten van b.v. het linkervoorbeen en het rechterachterbeen gelijktijdig plaats vinden, het neer zetten van het linkervorbeen moet daarom vertraagd worden en dat van het rechterachterbeen moet versneld worden. Het neerzetten van het linkervoorbeen word vertraagd door licht weerstand te bieden met de linkerteugel, beide kuiten onderhouden de impuls,terwijl de rechterkuit door een iets krachtigewerking het rechtachterbeen aktiveert tot vlugger neerzetten.
Op deze wijze word de diagonaal met elkaar in gelijkklang gebracht.
Op dezelfde wijze doet men dit met de rechterdiagonaal.
Voor het verkrijgen van de schoolstap dient men erop te letten dat het paard licht in de hand blijft, de graad van het in de handstellen staat op een zeer hoge graad.
Het is een enorm goede oefening voor de ruiter de samenwerking drijvenvende en weerstandbiedende hulpen op elkaar af te stemmen.


Professor schreef
Een klassiek boek zoals door Paul Plinzner geschreven met behulp van de aantekeningen van Gustav Steinbrecht beschrijft de Absolute en Relatieve oprichting.
In het Duits Beizäumung is het meer oprichten van de hals, in het Nederlands de opwaartse buiging van de hals, Frans le relèvement de l´encolure.
Absoluut is nooit goed, relatief is dat wel.
Klassieke Dressuur word alles van achter naar voren verkregen nooit met de hand gedwongen.


Professor schreef
Sijs15 schreef
Moll, is AR dan geen onderdeel van de KR? Of is AdB meer deel van de KR dan AR en waarom? :)

Klassieke Reitkunst is het zuiverste bewaard gebleven in Wenen.
Egon von Neindorff was ook een zuivere Klassieke Reitkunst voorvechter.
Alle andere die het zeggen te zijn en zo publiek optreden zijn gewoon charletans die 1 ding uit de Klassieke Dressuur nemen en daarmee op een Black Magic manier en veel show hun slaatje te slaan.
Klassieke Dressuur is nog geen hogeschool, de Klassieke Rijkunst is de hogeschool van de Klassieke Dressuur.
AR is een woord dat deze charletans gebruiken om het een beetje officeel te laten klinken.
Von Neindorff noemde zijn school een Instituut wat veel bescheidener klinkt.
Alle Grote op het gebied van de Klassieke Reitkunst zijn bescheiden mensen geweest die door woord en daad de Rijkunst verdedigde en instand hielden. En hebben zich nooit verrijkt ten koste van de paarden en oneerlijkheid tegenover de leerlingen.


quadripes schreef
rijkunst is kunst en net zoals dat er veel mensen leuk kunnen zingen, kunnen er maar weinig opera zingen.

dat staat los van het paard als gebruikspaard zoals in de Doma Vaquera of in de cavalerie.

Barokrijderij is ontstaan vanuit het paard op het slagveld, maar is verworden tot een kunst.

Natuurlijk is vroeger niet alles perfect gegaan. Er zijn maar een paar meesters geweest en die hebben ook hun dwalingen gekend. Zij hebben boeken geschreven, maar dat wil zeker niet zeggen dat iedereen zijn paard toen zo opleidde. Ik denk dat het niet anders was dan nu, veel mensen waren zoekende, maar slechts weinigen wisten echt van de hoed en de rand. Dat is de reden waarom deze mensen de geschiedenis zijn ingegaan als 'meesters'.

Het lijstje dat u noemt is helemaal niet compleet.

en wat ik ook wil zeggen: tot een twintigtal jaar geleden, waren er vrijwel geen vrijetijdspaarden. Tenminste, niet in zo'n groot aantal. De meeste mensen hadden beroepsmatig met paarden van doen (militair, koetsier, boer enz) of het was de elite die er zelf trainers voor hun paarden op nahielden, die paarden had. En omdat paardrijden dan bij je opvoeding hoorde, werd het ook op die manier aangeleerd: eerst leren waar het om draait, voordat je ueberhaupt op een paard mocht stappen.

De cultuur in NL is heel anders. Ik heb een paard voor mijn plezier en ik ga niet eerst een half jaar aan de longe zitlessen nemen, bijv.



Woodstock schreef
meerhofh schreef
Hier ben ik ook wel benieuwd naar.
Ik heb bij mijn paard ook gemerkt dat ze soepeler werd van werken aan de hand.
Nu heb ik het vermoeden dat je door werken aan de hand bepaalde spiergroepen (vooral van de hals) soepeler maakt, maar dat je niet het hele gehele paard in balans kan brengen op de AR manier. Wat bij mijn paard opviel is dat ze nog steeds wat spanning vertoonde bij het rijden en niet goed in balans kon lopen. Dat zat 'm vooral in het goed moeten buigen in haar hele lijf (wat ik dus blijkbaar met werken aan de hand van AR niet heb kunnen bereiken). Nu ze dat beter kan (geleerd in de KR), is ze met rijden vele malen ontspannener.
Ik denk daarom dat het werken aan de hand van AR gymnastiek is wat het paard soepeler maakt, maar waarmee je moeilijk het hele lijf in één keer kan oefenen. Voor het rijtechnische gedeelte kom je dan dus tekort.


Wat je hierboven stelt is een hele mooie conclusie :) AR werkt heel veel met extreme buiging in de hals. Door de extreme halsbuiging maak je mooi de hals las, maar koppel je deze wel los van de rug. Doordat de hals veel buigt, hoeft de rug minder te doen. Lengtebuiging in de rug zie je dus ook niet zo veel.

Wel werk je veel met zijwaarts gangen, wat de achterhand weer mooi losser maakt.

Omdat je dus geen echte lengtebuiging in de rug hebt, maak je je paard dus wel losser in bepaalde gebieden (mn hals en achterhand), maar niet sterker, en niet veel soepeler in de rug.

Door met minder stelling te werken, wordt het wat makkelijker om de rug wel échte lengtebuiging aan te laten nemen, maar dan nog is het moeilijk. Als je erop zit, vraag je deze lengtebuiging namelijk met je zit, en als je ernaast loopt, mis je dus een hele belangrijke tool om de rug van je paard los te maken. Je kunt het deels opvangen door niet te veel stelling te vragen, en langs de bakrand te werken zodat de achterhand begrenst word, en je paard dus makkelijker gaat buigen in zijn rug, maar de sublieme hulp is toch wel je houding en zit. Vandaar dat deze ook zo belangrijk is ;)


quadripes schreef
ik heb trouwens dit weekend gelezen in mijn nieuwe boek, even inhakend op wat Woodstock schrijft, dat men moet oppassen om met oefeningen de achterhand van het paard los te maken ipv sterker. Een paard met een losse achterhand kan nooit gewicht opnemen. Dus soepel is niet altijd goed in de klassieke dressuur. Spieren moeten niet altijd uitgerekt worden, maar vaak juist versterkt.

Dit is ook wat Xenophon zegt: mensen denken vaak dat een paard met een soepele achterhand verzameling aan kan, maar het zijn juist de paarden met een stevige, korte lendenpartij die dit kunnen.


Professor schreef
Een mooie uitspraak van Baucher: Wanneer zweet zichbaar word, heeft de mens de grens overschreden.


murphy102 schreef
Het wiel hoeft niet meer opnieuw uitgevonden te worden.
Al die mensen met hun nieuwe sites maken gebruik -ik zeg niet: misbruik- van de onwetende, onkundige en vaak gefrustreerde ruiter, die daardoor op zoek gaat naar...
Binnen de Klassieke Rijleer liggen alle antwoorden voor ieder paard en iedere ruiter.
Hoe je het ook wend of keert, het begint altijd bij de basis van de ruiter (het verkrijgen van een onafhankelijke zit) en de basisopleiding van je paard. De basis eindigt daar waar de verzameling begint, deze basis is dus heel breed: takt, ontspanning (door inspanning verkregen), aanleuning, impuls (Schwung) en rechtgerichtheid.
Misschien is het verstandig om ons eerst eens af te vragen wat dressuur dan eigenlijk wel is?!
Dressuur is het in harmonie ontwikkelen en verbeteren van de natuurlijke eigenschappen van het paard.
De ruiter maakt gebruik van de natuurlijke reacties van het paard op hetgeen wij vragen middels onze hulpen, om zodoende het natuurlijk evenwicht om te zetten in een horizontaal en verticaal evenwicht, balans, onder de man.
De kwalitatieve kenmerken van de klassieke dressuur zijn lichtheid en ongedwongenheid.
Dat moet ons streven zijn. Het valt ook niet mee voor goedwillende ruiters om klassiekgeschoolde instructie te vinden. Meestal werkt dat van mond op mond. Daarnaast is het zo dat veel instructeurs zichzelf klassiek noemen, maar waar je wel je vraagtekens bij kunt zetten.
Paardrijden is logica. Blijf vooral zelf nadenken over datgene wat er gezegd wordt, is het logisch; voer het uit en kom tot een conclusie. De een kan beter met die overweg, de ander met iemand anders; dat is geheel persoonlijk. Maar blijf zelf altijd scherp en vraag altijd waarom je iets op een bepaalde manier moet uitvoeren. Voor diegene die zoekende zijn, hierbij dus mijn mening.
En last, but not least: als iets niet lukt met je paard, stel jezelf of je instructeur altijd de vraag: Wat doe ik fout dat het niet lukt...


Professor schreef
Citaat
Dus als ik bovenstaand goed "begrijp", zou een paard in vrijheid nooit kunnen verzamelen

Het paard kan zeer goed met zit, been, gewichtshulpen gereden worden.

Verkeerd begrepen u mag een paard in de vrijheid dus los zonder ruiter nooit met een bereden paard vergelijken, wij vragen dingen die in de natuur maar heel kort worden getoond en onder veel meer spanning.
Dat is een vergelijk tussen appels en peren. Wanneer u begrijpt wat er werkelijk gebeurd wanneer men paardrijd dan zou u deze stelling hier niet neerzetten.
Het paard kan met zit, been en gewichtshulpen gereden worden daar heeft u gelijk in men kan hem daarmee voorwaarts laten lopen maar niet gaan.
U begrijpt niet wat een ophouding is het is een vervelend woord in het Nederlands, een Parade klinkt al minder hard, maar in wezen is het niet hard, men brengt het paard tot kauwen het nageven in nek en kaak.
Begrijpt u het goed??? Wanneer u ballet zou doen dan zou u begrijpen waarom men spieren moet ontspannen die men normaal zou spannen of makkelijk zou verspannen wanneer men een bepaalde beweging maakt, daarom traint men daarop,
Zithulpen zijn: eenzijdig belastend bijdezijde belastend en ontlastend.
Been/Kuithulpen: voorwaartsdrijvend, zijwaartdrijvend begrenzend.
Zegt u nu hoe men dat dus met deze hulpen doet????


quadripes schreef
S

cheefheid blijft terug komen in elke fase en is niet het grootste probleem van de ruiter. je werkt daar al genoeg aan door telkens niet op dezelfde hand te rijden en daarbij voortdurend te letten op de juiste aanleuning op twee teugels en het paard niet te verbuigen. in de loop van de opleiding zal het paard vanzelf zo steeds rechter worden en naarmate het rechter wordt (dus aan beide zijden evengoed gegymnastiseerd is) zal het zich ook laten verzamelen.

Ik denk dat het verwarrend wordt voor een paard om tempi te rijden als het deze niet kan verwerken in het lijf. Duidelijke overgangen rijden, zorgt ervoor dat het paard de hulpen snel snapt. En een correcte overgang rijden waarbij het paard naar voren blijft bewegen is nog niet zo makkelijk!

hierbij kun je de overgangen gaan gebruiken om het paard nog beter in de aanleuning te bevestigen, want het zal dan vanzelf vanuit het achterbeen 'in het bit' terechtkomen en de buikspieren aanspannen.

Zodra het paard geen moeite meer heeft om in de overgangen voorwaarts naar de hand te zoeken, kan het ook in de tempowisselingen ontspannen blijven. Ik denk dat je met name in de tempowisselingen naar een lager tempo, in de problemen komt met de voorwaartse drang en dat het paard niet in de aanleuning kan blijven.


quadripes schreef
mijn Flex was echt extreem scheef. en door hem gewoon normaal te rijden, kreeg ik hem op twee teugels en eigenlijk alle paarden tot nu toe in de aanleuning. Dat is stap 1, namelijk.

rechtrichten is geen eerste stap, dressuur is hetzelfde als rechtrichten. Rechtrichten is het hele proces, niet een stapje daaruit. je gymnastiseert een paard en bij elk niveau is je paard opnieuw scheef. dus je begint met het eenvoudige proces van op de volte en de rechte lijn telkens ervoor te zorgen, dat het paard genoeg zijn binnenachterbeen eronder zet, zodat hij op beide teugels aanleuning kan zoeken.

deze aanleuning zal niet elke pas precies 50% zijn, maar dat hoeft ook niet.

vervolgens ga je in de africhting een stapje verder, opnieuw is het streven om het paard nu weer op twee teugels te kunnen rijden. natuurlijk kost dat in het begin veel moeite, maar in de loop van het proces, zal het paard ook hierin weer beter worden op beide handen. het is dus dan weer een stukje meer gegymnastiseerd en zo gaat het steeds verder.

van mijn website gepakt en dit is gebaseerd op het boek van Radtke:

'De natuurlijke scheefheid zorgt ervoor dat het paard niet op beide handen gelijkmatig beweegt of aanvoelt. Door middel van rechtrichtende buigingsarbeid (stelling, buiging, gebogen lijnen, zijgangen) kan men zijn paard in de loop van de africhting steeds beter rechtrichten.

Men mag niet in de verleiding komen om het paard door middel van de zit 'recht te richten'. Een ruiter dient zich in eerste instantie aan het scheve paard aan te passen. Pas in de loop van de africhting kan de ruiter dan werkelijk in het 'midden' boven het paard gaan zitten.

Voor een zuivere verzameling dient het paard rechtgericht te zijn. Een rechtgericht paard zal soepeler worden en bijna niet meer struikelen of verstappen.'

een paard maakt zich bij genoeg snelheid vanzelf recht, trouwens. (dit heb ik uit een handleiding voor cavalerie)


quadripes schreef
Men moet wel in de gaten houden: er zijn verschillende soorten aanpak in de klassieke dressuur, die telkens op hetzelfde punt uitkomen, maar wel vanaf het begin ongeveer verschillen. (ik doel hier dan op de Franse, de Iberische en Duitse stromingen die zichzelf klassiek mogen noemen vanuit de geschiedenis en door grote militaire instituten in ere worden gehouden en niet op AdB en dergelijke afsplitsingen)

ik denk dat dit in het topic ook telkens doorklinkt.

De manier die ik telkens beschrijf is gebaseerd op onder andere Seidler, het Skala van de FEI en op de aanpak van de Spaanse Rijschool.

Bij de klassieke aanpak van de SRS werkt het als volgt:

Het paard wordt in eerste instantie gereden met het gewicht op de voorhand en dit wordt pas in de latere 'campagneschool' veranderd.

Men rijdt eerst lange lijnen, waarbij de nadruk ligt op het tussen de hulpen houden van het paard en het voorwaartsneerwaartse ligt. Dit duurt ongeveer een jaar of bij sommige paarden nog langer.

Daarna schakelt men over naar het verplaatsen van evenwicht naar de achterhand. Deze fase duurt weer een aantal jaar en wordt de Campagneschule genoemd. Hierin komen onder andere de zijgangen aan bod.

Vervolgens kan men dan met een getalenteerd paard nog doorgaan in de Hogeschool.


quadripes schreef
Maar, in mijn overgangen die ik op de zit en been rijd, blijft het paard wel degelijk voorwaarts gereden, daarom rijd je progressieve overgangen, zodat het paard aanleuning kan behouden. je hoeft dus niet eerst een verzameling te hebben hiervoor. het paard is in balans, want het is in zijn natuurlijke houding.

in de eerste twee jaar van zijn opleiding gaat het paard meer op de voorhand en vindt daarin ook gewoon balans. je moet deze stuwkracht ontwikkelen zodat het paard altijd voorwaarts blijft en vanzelf 'in het bit loopt'.

voorwaarde is wel, dat het paard in eenzelfde tempo en juiste takt loopt, zodat het ontspannen wordt (losgelaten). de volgende fase is dat de ruiter dan kan gaan drijven, waardoor het paard vanzelf in de aanleuning terecht komt. hierdoor komt het ook automatisch in de juiste hoofdhouding terecht.

door een overgang steevast met been en zit te rijden, drukt het paard de rug niet weg, maar valt het vanzelf in een vwnw houding. het is ook zaak om het paard in de overgangen genoeg ruimte naar voren te geven en de tijd om de overgang te maken (progressief dus).

in de loop van de opleiding kun je deze overgangen steeds minder progressief gaan maken, natuurlijk en dan komt ook de ophouding in beeld. echter, ook daarvan is de basis dat men eerst been geeft en het paard naar voren blijft rijden. bij een paard dat al verder is, kun je natuurlijk al meer met de handen 'regelen' en het frame beter beinvloeden, zodat je langzamerhand naar meer gedragenheid toe kunt werken.


Professor schreef
Wanneer u SB op de volte begint dat is alleen de vorm van SB, SB is al moeilijk genoeg op de rechtelijn, het is een oefening die wanneer deze perfect uitgevoerd kan worden, en ik schrijf dat het de moeilijkste oefening is om perfect te rijden en niet ik alleen.
Waarom omdat het hele paard eigenlijk recht is (relatief) en dat men de schouder (optisch) naar binnen wil brengen.
Eigenlijk brengt men of wil men dat het paard de binnenellenboog meer tegen het lichaam brengt en de buitenelleboog iets van zijn lichaam brengt.
Links Schoudervoor (ook wel voorhand voor) Rechts Schouderbinnenwaarts.
[ img ]


Professor schreef
Wijken voor de kuit is een losmakende oefening die de achterknie (banden) extra bewerkt.
De paarden moeten overstappen dus kruisen, het is een oefening om het paard voor te bereiden op de zijwaarts drijvende kuithulp. Het leert het paard voor het been en op het been te reageren.
De beenzetting is voor een leek gelijk, maar is het niet, het binnenachterbeen bij wijken voor de kuit kruist en doet het meeste werk.
Bij de zijgangen Renvers en Travers moet vooral het buitenachterbeen zich meer zijwaarts verplaatsen dus voorwaarts zijwaarts, wat bij wijken niet het hoofd thema is.
Wijken is geen zijgang omdat het niet verzameld word gereden en ook niet verzameld, het is een losmakende oefening niet meer en niet minder.
Men kan de jonge paarden dit makkelijk bijbrengen zelfs voordat zij gereden worden aan de langeteugel (langelijnen is niet het woord hiervoor).
Daarom begrijp ik niet dat men deze oefening als begin oefening neemt voor SB dat is en blijft SV.
Het voordeel van SBuitenwaarts op de GROTE VOLTE is dat het makkelijker is dan SBinnenwaarts de Middelpuntvliedende kracht schakeld men dan uit.


murphy102 schreef
Als men over een volte praat, bedoeld men ALTIJD een volte van 6 m. middellijn, zoals professor ook al zei. Anders praat men over grote volte, volte halve baan of volte 10 m. bij A, C of X. Dus ook de slangevolte met voltes in top zijn altijd voltes met een diameter van 6m.

Ik heb de indruk dat hier en daar het horizontaal evenwicht nogal eens verward wordt met balans, hetgeen het verticale evenwicht betreft. Dus het rechtrichten bevordert juist de balans, dus hiermee wachten tot er balans is, is de omgekeerde wereld. Alle zijgangen en overgangen, kortom alle oefeningen, zijn "gereedschap" om het horizontale evenwicht en de balans te bevorderen; zij dienen dus als doel om dit te bereiken.

Het wijken voor de eenzijdige kuitdruk, oftewel het overschenkelen, is een gehoorzaamheidsoefening die het paard tevens losmaakt. Dit vormt de basis voor de verdere zijgangen.
Bij voorkeur te beginnen met de keertwending om de voorhand, een oefening die helaas tegenwoordig nog maar weinig met de paarden wordt beoefend. Bij deze oefening laat men het paard vanuit stilstand, met de binnenkuit en een lichte stelling (in de nek) de achterhand naar buiten om de voorhand heen stappen. Het binnenvoorbeen is daarbij het spilbeen.
Het grote probleem bij het wijken voor het binnenbeen in de praktijk is dat bij 9 van de 10 ruiters (en in veel L-proeven 10 van de 10 ruiters) de paarden massaal wegvallen over de buitenschouder, door veel teveel verbuiging van de hals en te weinig begrenzing van de buitenteugel.
Om die reden laat ik het liefst de paarden wijken over de hoefslag voor het buitenbeen met een hele lichte stelling (zo zodat de ruiter net het buitenoog kan zien) in een hoek van zo'n 35 graden.
Het grote voordeel hiervan is dat de paarden leren het buitenachterbeen te kruisen over het binnenachterbeen. De achterhand komt daarbij dus op de 2e hoefslag. De ruiter leert zo gemakkelijker te voelen hoe de benen kruisen. Doordat het visueler wordt voor de ruiter (de achterhand wordt immers mee naar binnen genomen), leert de ruiter beter voelen wat hij MOET voelen. Wel moet in de gaten gehouden worden door de instructeur dat het paard hierbij niet te dwars komt (35 graden aanhouden), omdat anders de voorwaartse drang niet behouden kan worden. Dit is een zeer effectieve oefening. In het begin kan een (jong) paard met de schouder wat steun vinden bij het schot, later uitvoeren op de 2e en 3e hoefslag of op de renverseerlijn. Deze oefening kun je weer uitbouwen naar een links- of rechtsomkeert. Dus eerst over de 2e hoefslag wijken voor het buitenbeen; vervolgens links- of rechtsomkeert met behoud van dezelfde hulpvoering en dezelfde lichte stelling.
Voor het meer gevorderde paard kun je vervolgens ook op een 10m-volte in het midden wijken op 2 hoefslagen door de achterhand naar binnen te laten wijken op de 9m volte. Na verloop van tijd kun je deze volte dus steeds meer sluitend maken, indien de ruiter dit uiteraard correct vraagt en uitvoert.
Voorbereidend werk voor het latere "grote" werk. Uiteindelijk moet het paard alle kanten op kunnen gaan in zijwaartse richting op een lichte aanraking van teruggebrachte kuit. Daarbij nooit de voorwaartse drang verwaarlozen. Helaas wordt ook het wijken voor de buitenkuit nog maar nauwelijks beoefend.


murphy102 schreef
Uiteraard bedoel ik dat overgangen en zijgangen het MIDDEL zijn om het doel, het horizontale en verticale evnwicht te bereiken!!


Professor schreef
De travers of appuyeren met de achterhand naar binnen, dan wel met het hoofd naar het beschot.
Beweging op 2 hoefslagen, waarbij het paard licht is gebogen, en waarbij het kijkt in de richting waarheen het zich beweegt.(stelling)
Renvers of appuyeren met de achterhand naar buiten, dan wel achterhand naar het beschot.
De renvers ise een beweging op twee hoefslagen, waarbij het paard kijkt in de richting waarin het beweegt. (Stelling)
De hulpen zijn zeer logisch, het gewicht op de binnenzitbeenknobbel, waarom wanneer men als ruiter het gewicht naar binnenverplaatst wil het paard onder dat gewicht kruipen, het gaat dus naar die richting, dan zou hij eigenlijk naar binnenvallen, maar daar ligt het binnenbeen op de singel en die vermijd dat, en er onstaan automatisch buiging.
Het buitenbeen zorgt daarvoor dat de achterhand ook zijwaarts voorwaarts gaat, wanneer men dit niet zou doen dan zou het paard een normale wending nemen.
De binnenteugel geeft de voorhand de richting aan waarna het naartoe moet (1e teugelwerking) de buitenhand zorgt daar ook voor. (3e teugelwerking)
De binnenhand/teugel zorgt daarvoor dat de stelling constant blijft (verfijnert de stelling).
De buitenhand/teugel zorgt voor de controle over hoofd en halshouding, het tempo en de graad van verzameling dit door middel van halve ophoudingen, en indien nodig arrets.



Een kleine bemerking over wijken voor de eenzijdige kuitdruk:
Wat niet geheel waar is is dat men zegt wijken voor de buiten of binnenkuit, dit geeft men aan met links of rechts aangezien men ook in de baan andere figuren met wijken voor de kuit rijden kan dan alleen aan het beschot. Bovendien is binnen altijd de kant van de stelling daarom geeft men aan voor welke kuit men wijken wil dus linker- of rechterkuit.


Professor schreef
Citaat
Voor het aanleren maak ik al een aanvang tijdens grondwerk dmv de wending om de voorhand en wijken over de hoefslag met het hoofd naar de wand. Erg ouderwets geloof ik maar heel effectief.

Eerste plaats niets is ouderwets, ze maken het alleen nieuw door er een andere naam aan te geven.
Een wending om de voorhand is gelijk aan wijken voor de kuit, en het begin van alles.
Dit begint al aan de hand gewoon grondwerk noemen ze dat tegenwoordig, dat hoord bij de Dressuur gewoon bij opvoeding dus gehoorzaam maken.
Baucher, Fillis deden veel "handwerk" Fillis beschrijft heel duidelijk hoe hij een paard gehoorzaam maakt van het begin af aan.
En de wending om de voorhand is in Duitsland een oefening in de E dressuur, E is Einsteiger.
Die hadden wij "vroeger" ook in Nederland, daarna de B enz....
Het wijken voor de kuit kan al geleerd worden wanneer het paard na het longeren uitgestapt word aan de hand, of op weg naar de wei ik noem maar een zijstraat.


quadripes schreef
als je weerstand biedt op de buitenteugel, dan verkort je de hals en kan het paard niet meer voorwaarts/zijwaarts in de buiging bewegen, volgens mij. daarbij moet je het paard met je buitenbeen voorwaarts/zijwaarts sturen, de binnenteugel in, als het ware. je neemt het paard met de buitenteugel/buitenbeen voorwaarts/zijwaarts mee. dan rijd je achter de hand aan, anders rijd je tegen je hand aan.

ik hoop dat ik het zo goed heb neergezet...


Professor schreef
De buitenteugel(hand) controlleerd de hals hoofdhouding dus ook het langer maken van de hals en ook het tempo, dus die buitenhand mag nooit lang "vasthouden" die moet werken als elastiek altijd verbinding maar niet vast.


quadripes schreef
als ik een zijgang rijd, begrens ik de schouder, maar ik zorg dat het paard wel de hals iets langer kan maken aan de buitenkant. verder begrens ik het paard in het tempo, dus je maakt halve ophoudingen om het paard vermeerderd te laten dragen. maar de buitenteugel dient tot steun voor het paard, dus moet zo rustig mogelijk blijven, zelfs iets naar beneden gebracht worden.

door de zijgang, als die goed wordt gereden, tenminste, wordt het paard vanzelf nageeflijk. zo hoef je dus geen weerstand te bieden in de zijgangen, alleen tempo en richting aan te geven. het doel van de zijgang is het paard zachter te maken in de nek en kaak en daarnaast een vermeerderd ondertreden te vragen, zodat het ook aan de achterhand steeds beter tot dragen komt. Zo komt het paard 'durchs Genick'.

je kunt ook de hals te lang laten worden en dan valt het paard over de buitenschouder weg.

ik denk dat als je gaat weerstand bieden in de zijgangen, dat je eigenlijk zit terug te werken, lomp gezegd

ok ik heb ook even gespiekt bij mijn nieuwe 'held' Kaestner: een grote fout is het aanhouden van de buitenteugel en het toegeven van de binnenteugel, waardoor de eerste, de sturende teugel wordt. en een andere fout is dat de buitenteugel niet rustig blijft (dat is toch wel zo bij weerstand bieden) waardoor de buitenschouder niet op zijn lijn kan blijven.


Professor schreef
Citaat
door de zijgang, als die goed wordt gereden, tenminste, wordt het paard vanzelf nageeflijk. zo hoef je dus geen weerstand te bieden in de zijgangen, alleen tempo en richting aan te geven. het doel van de zijgang is het paard zachter te maken in de nek en kaak en daarnaast een vermeerderd ondertreden te vragen, zodat het ook aan de achterhand steeds beter tot dragen komt. Zo komt het paard 'durchs Genick'.

Wat de zijgangen ook verbeteren is de schouder vrijheid, de de musculus trapezius of monnikskapspier
getraind word dus sterker belast waardoor deze sterker word, de spier die de onderarm naar boven trekt als het ware.

Dan nog iets over balans wat hier steeds weer opduikt, balans is een mixvorm van Nederlands/Engels en word in andere talen niet gebruikt in deze vorm.
Hier een uitleg wat evenwicht is:
In de manege kan de ruiter zijn paard wel een houding opleggen en bij voortgezette dressuur is dit zelfs een vereiste. Bij een paard dat zich in een weinig veranderende houding voortbeweegt op vlakke bodem zal er een nagenoeg konstante gewichtsverdeling zijn over voor- en achterhand. In dit verband past dan b.v. voor een school paard dat gaat met een konstante meerbelasting op de achterhand een term als: „evenwicht op de achterhand“.

Om te bereiken dat een paard onder de ruiter in evenwicht gaat zal het aan twee eisen moeten voldoen: gehoorzaamheid en lichamelijke geoefendheid. Door gehoorzaamheid is het paard erop ingesteld de aanwijzingen van de ruiter te ontvangen en uit te voeren; de lichamelijke geoefendheid maakt de uitvoering mogelijk.
Is de inwerking van de ruiter niet storend voor het paard, maar in overeenstemming met diens aard en graad van africhting, dan wordt bij hem de harmonie der bewegingen — dus het evenwicht — niet verbroken, terwijl het toch, om aan de inwerking van de ruiter te gehoorzamen, een andere houding zal aannemen of de wijze van voortbewegen zal veranderen. Als b.v. een paard op aanwijzing van de ruiter van stap in draf, of van draf in galop overgaat, dan worden wel zijn houding en bewegingen anders; maar als de verandering van gang vloeiend verloopt en de gang regelmatig is, d.w.z. ritmisch en beheerst, dan blijft het paard in evenwicht. Geschiedt dit alles op lichte hulpen van de ruiter dan kan men spreken van rijkunstig evenwicht.


Professor schreef
Men dient een paard in de hand te rijden.
Dit onstaat door de energie die ik als ruiter door het drijven ontwikkel in de hand terug te krijgen en deze om te leiden naar de achterhand.
Alleen in een gevoelvolle ruiterhand neemt het paard de aanleuning aan en kan de ruiter door middel van halve ophoudingen deze ook onderhouden en door deze de hals positie onder controle houden.
Het is geen dwingen door dwingen onstaat juist spanningen die wij als ruiter juist niet willen hebben.
Wij kunnen door halve ophoudingen juist het paard laten ontspannen, halve ophoudingen eindigen altijd in nageven van de hand dit zo snel dat het paard zijn onderkaak weer kan sluiten.
De hand van de ruiter is eigenlijk het uiteinde van de hulpen, door de zit-en beenhulpen opgeroepen verfijnerd en dosseert en leidt deze door en laat ze ook eruit komen.
Wanneer men denkt dat men met zonder halve ophoudingen rijden kan dan beseft men niet wat en hoe deze en met hoeveel gevoel deze gegeven dienen te worden, het hele rijden bestaat eigenlijk hierin.
Leest u alle notities vanaf de Romeinen en Grieken en de ontwikkeling van het rijden maar eens na het is steeds weer de beschrijving van de halve ophoudingen en de hulpen, Steinbrecht beschrijft dat enorm goed en Fillis ook, alleen de halve ophouding helpt niets wanneer het paard niet gehoorzaam is, gehoorzaam komt op de eerste plaats, dan is ook met een kind op school, wanneer die niet luistert kan die ook niets leren.


quadripes schreef
als een paard de halve ophouding niet begrijpt, is er iets mis in de basis. dus moet je weer terug naar het begin. dit heb ik al eerder geschreven en blijft telkens het antwoord.

een paard is niet vanzelf actief tijdens het halthouden, dit kan pas in de loop der tijd ook ontstaan als het paard geleerd heeft om de achterhand 'eronder te zetten'.

als een paard gaat dribbelen, kan het kennelijk de halve ophouding of de hele ophouding niet verwerken in het lijf.

en nageeflijkheid kan niet gevraagd worden, in mijn ogen, dat ontstaat. wel kan het paard worden gevraagd om na te geven in de kaak, doordat de verbinding met het bit daartoe moet uitnodigen. en dat gebeurt als men op de juiste manier de handen draagt en communiceert met het paard. maar daarvoor heeft men een goede hand nodig dus een onafhankelijke en stevige zit.

zonder een goede hand kan een paard niet nageven en ook niet nageeflijk worden.


Professor schreef
Wanneer wij die Skala der Ausbildung in parten snijden.
Het eerste moet men het paard te leren gaan in Takt, dit kan niet zonder Anlehnung en men streeft erna dan de Losgelassenheit te bereiken. Takt is niet alleen de gelijk der beweging het is ook tempocontrolle en dat word bij het aanrijden van de paarden verlangd.
Men ziet dat de Anlehnung (teugelverbinding) steeds weer het middelpunt is, die dient steeds verbeterd te worden. Het hoofddoel is de Durchlässigkeit/Nageeflijkheid(niet te verwarren met nageven)

Der erste Bereich ist die Gewöhnungsphase.
Hierzu zählen:

Takt
Losgelassenheit
Anlehnung

Zur Entwicklung der Schubkraft sind
Losgelassenheit
Anlehnung
Schwung und Geraderichtung
sehr wichtig.

Die Entwicklung der Tragkraft beim Pferd wird durch die Punkte
Schwung Geraderichtung und Versammlung erzielt.

Het is dus zo dat een jong paard wat wij noemen in een dehnungshaltung gebracht moet worden.
Dit doet een paard wanneer hij de hand volgt, dit kan men bereiken door het paard in de hand te rijden zodat het paard het bit opzoekt.
Door een goede verend meegaande hand krijgt een paard vertrouwen in die hand en volgt de weg naar voorwaarts neerwaarts.
Het is zichzelf in het ootje nemen dat een paard zelf die weg zoekt, door drijvende en wakende hulpen begint het paard te begrijpen wat er van hem verlangd word.
De men drijft het paard van achter naar voor in de hand, deze zorgt door weerstand te bieden met veel fijngevoel, dat het paard het bit aanneemt daardoor geeft het paard na in de nek daarna ik de kaak op dat moment gaat de hand voor, daar reageerd een jong paard niet direct op dat dient herhaald te worden zodat het paard begrijpt dat het voorwaarts neerwaarts moet gaan.
Men kan ook niet verwachten van een paard dat het uit zichzelf deze weg vind, vanaf het moment dat een ruiter op een paard gaat zitten is het voor het jonge paard allemaal anders als in de natuur.
En daarom dient men de jongepaarden te ondersteunen, ten slotte heet het Ausbildung/Africhting, daar is niets mis mee.
Wanneer men dit niet wil dan zou men zich niet met paardrijden moeten bezig houden.
De mens wil wat van het paard, het paard is zo goedig om dit ook te doen. De ontwikkeling van de mensheid zou er heel anders uitgezien hebben wanneer wij het paard niet hadden afgericht om voor ons te werken.
Bovendien een paard blijft een paard ook zonder ruiter, een ruiter zonder paard is geen ruiter.
Daarmee wil ik zeggen het paard is zeer belangrijk, maar dat hij vanzelf alles doet nee.
Zelfs wij mensen wanneer wij sporten hebben trainers nodig die onze houding corrigeert.
Dit gaat met aanwijzingen, die aanwijzingen aan het paard zijn de hulpen die oh zo belangrijk zijn, en in wezen zijn het maar een paar hoofd hulpen, die door de dosering net ietsjes anders werken.
Het is dus onmogelijk delen van hulpen niet te geven, vaak denkt men dat men dat doet, en gevoel is goed het gevoel voor het paard en het gevoel van de dosering en aanvoelen van het paard.
Maar de uitspraken van men moet het aanvoelen en dan komt alles van zelf, sorry alleen al om bij de hulpen te blijven, kijkt u eens hoe ruiters de hulpen aangeven van de galop alleen kijken naar het buitenbeen, gewoon een verschrikking ze nemen alleen het onderbeen veel te ver naar achteren en wanneer het paard galopeerd is het been weer weg?
En wanneer men dan vraagt aan de ruiter waar lag uw buitenbeen dan doen zij dat even voor tja totaal anders, dus kom aub niet met gevoel van dat men het goed doet, dat gevoel moet ook vaak gecorrigeerd worden door de instructeur.


quadripes schreef
Een goede zit is van levensbelang voor de rijkunst. het juiste gevoel wanneer het paard iets meer ondersteuning nodig heeft of wanneer men het dier juist even moet ontlasten enz, maar dit is een samenwerking van alle hulpen en dat start meteen, zodra je er op zit. het gaat echter niet vanzelf. een paard wordt door het ruitergewicht nou eenmaal uit balans gebracht en zal langzamerhand door de ruiter moeten worden geholpen weer het evenwicht te vinden.

dit rijkunstig evenwicht varieert van een paard dat nog met het meeste gewicht op de voorbenen zal lopen in de eerste jaren van zijn training tot een paard dat uiteindelijk in de levade het gewicht volledig op de achterhand heeft genomen.



De halve ophouding

Professor schreef
Men kan een paard doelloos laten strekken, maar men kan ook een paard goed in de handstellen en dan gaat het paard vanzelf wanneer de ruiterhand dit toestaat voorwaarts neerwaarts, dus niets anders dan het gevoel geven aan het paard dat het zijn/haar hals mag laten strekken.
Dit is wat ik al meerdere malen geschreven heb de nagevendehand.
Een ophouding eindigd altijd met nageven, wanneer men de ophoudingen beheerst dan kan men rijden.
Zonder ophoudingen is de Klassieke Rijkunst en het rijden over het algemeen niet mogelijk.
Men zou eerst eens moeten leren wat doet, waarom en wat is de reactie van het paard op een halve ophouding?? En natuurlijk hoe kan ik hem geven???????
Wanneer deze vraag beantwoord is dan begint men eerst daarover na te denken over het juiste rijden.


Professor schreef
quadripes schreef
terwijl je normaal gesproken je buitenteugel gebruikt om te begrenzen, je buitenbeen om de achterhand te begrenzen. de binnenteugel onderhoudt stelling en het binnenbeen onderhoudt de buiging. Je paard geeft dan na in de richting van de beweging op de binnenteugel en met je binnenbeen kun je dan het binnenachterbeen 'bewerken'. Zo komt je paard steeds op beide teugels in aanleuning terecht, ongeveer gelijk, maar niet altijd (da's wel het streven natuurlijk). Even kort gezegd.


Het binnenbeen geeft de stelling de binneteugel is om de stelling te verfijneren.
De buitenteugel regelt het tempo (takt) de hoofdhouding ( houd het paard in de houding) door halve ophoudingen.
Leuk dat halve ophoudingen maar wie weet wat er werkelijk gebeurd door deze halve ophoudingen en hoe die gegeven worden????

Professor schreef
Ophoudingen:

We kennen twee soorten van ophoudingen: de halve en de hele.

De halveophouding:

Deze heeft het doel:

Een andere gang aan te nemen, of het tempo te veranderen (het tempo te controleren)
Om de hoofd houding te controleren (de houding)
Om een nieuwe oefening in te leiden.
Om de verzameling te verbeteren en te berijken.(actief maken van het achterbeen)

Hoe geef ik een halve ophouding:

Drijvende zit- en beenhulpen.
Aanemende teugel hulpen.(bij een verder afgericht paard is meestal een het stilhouden van de hand genoeg)
Nagevende teugelhulpen.

Wat doet een halve ophouding:

1. Door de drijvende hulpen zou het paard de energie die ik opwek, alleen in voorwaartse energie omzetten (sneller gaan)
2. Door aannemen van de teugels(weerstand biedende hand kan ook) stop ik deze energie, en door na te geven laat ik deze energie weer terugvloeien naar de achterbenen.
En omdat de energie ergens weer ophoud te bestaan dien ik te drijven, om de energie op te wekken die ik voor bepaalde oefeningen benodig.

Doordat ik in de hand drijf, druk ik met het bit op de onderkaak hierdoor gaat de onderkaak open nu geeft het paard na,(afstoten van het paard op de hand) hierna open ik mijn hand (geef na) en de mond sluit zich (dit moet zo snel mogelijk gebeuren), en de energie vloeit weer terug naar de achterhand, door dat ik drijf en aanneem grijpt het achterbeen meer onder de massa (verzamel ik ietsje) .


De hele ophouding:

Door de hele ophouding kan ik mijn paard halthouden vanuit alle gangen.
Dit zijn meerdere halveophoudingen snel achter elkaar gegeven.

Resumee: Wanneer ik als ruiter niet nageef na een ophouding dan is het geen ophouding maar ordinair trekken.

Halve ophouding = Halbe Parade (Duits)
Halve-Arrêt = een opwaarts gerichte halve ophouding die zeer kort gegeven word.

Dan werd er geschreven impuls(Schwung) helaas heeft die dit geschreven heeft geen notie tussen het verschil van beide. Impuls heeft een paard ook in stap en in het halthouden heeft het altijd, maar Schwung alleen in draf en Galop dus in gang en heeft te maken met de zweefmoment die men meer tot uitdrukking brengt.

Bovendien vraag ik u, dit niet te gebruiken op andere fora, niet te copygaaien, dit vraag ik uw beleefd aangezien dit wel eens vaker gebeurd is lees vaak op fora wat ik geschreven heb terug vind ik niet Ruiterlijk.


Professor schreef
murphy102 schreef
Professor, als u mij bedoelt voor wat betreft de impuls en de Schwung die tussen haakjes staat, het volgende: misschien had ik mij duidelijker moeten verwoorden, maar door Schwung tussen haakjes te zetten, bedoelde ik te zeggen dat de Schwung inherent is aan de impuls; het gevolg van de impuls wat zich vervolgens uitdrukt in expressie tijdens het zweefmoment. Dat dit dus alleen kan in draf en galop is voor mij een vanzelfsprekendheid.
Excuses dat ik mij niet duidelijker heb verwoord.

Dan is inherent denk ik een niet een duidelijke betekenis, aangezien impuls en Schwung zowie zo niet aan elkaar gekoppeld kunnen worden dat is Frans en Duits en nu nog een Engelstalige betekenis erbij maakt het niet allemaal duidelijk.
Impuls dient men altijd te kunnen aanspreken in elke oefening een goede ruiter kan dit zeer goed afgestemd op de oefeningen.
Daarom wilde ik eigenlijk schrijven het is gewoon nonzins om dat impuls erachter te schrijven aangezien men dat bij elke en iedere uitleg kan gebruiken.
Er is geen enkele oefening die zonder impuls mag zijn.
Impuls is altijd aanwezig.


Houding van het paard en verdere uitleg die effect hebben op de houding van het paard

quadripes schreef
@Moll: ik denk dat de juiste hoofd/hals houding uit het paard zelf moet ontstaan. Door oefeningen te rijden, overgangen te rijden en het paard altijd vwnw te laten strekken, gaat er vanzelf een 'juiste houding' ontstaan. Zodra je dit 'gaat vragen' ben je in mijn ogen althans, spanning in het lijf aan het creeeren en belemmer je de voorbenen en achterbenen in hun voorwaartsgrijpende beweging.

Op een gegeven moment zal een paard vanzelf toe zijn aan een bepaalde halshouding en zal deze dan ook vanzelf geven. Of je moet varieren hiermee, maar telkens het paard toestaan vwnw te strekken zover als het wil, zodra het aangeeft problemen te hebben. de hoofd/hals houding moet altijd het resultaat zijn van wat de achterhand en de rest van het lijf doet, nooit het uitgangspunt. (in mijn beleving)

dit is een lastig onderwerp om even zo tussendoor te bespreken.


quadripes schreef
als een paard met de neus in de lucht loopt kun je helemaal geen weerstand bieden, dan ben je gewoon aan het trekken.

Een paard moet vanaf het begin getraind worden, jullie vallen allemaal halverwege de training in (sorry, niet allemaal, onhandige manier van uitdrukken). Als je paard met zn neus in de lucht loopt, moet je helemaal niet bezig zijn om dat hoofd naar beneden te krijgen.

Het komt allemaal vanachteren uit en dat train je niet eventjes. Je begint met je paard op te leiden aan de longe, dan moet een paard al vwnw gericht zijn. Vervolgens doe je hetzelfde onder het zadel. Pas als een paard in eenzelfde takt loopt kan het ontspannen en dan gaat het vanzelf vwnw zoeken. Dat moet telkens weer het punt zijn waarnaar je naar toe werkt.

Je rijdt voortdurend vwnw ook in de piaffe of weet ik wat. Daarom zeg ik: je moet een paard niet aan de teugel willen rijden.

Ik denk dat Professor het al heel mooi heeft verwoord, trouwens. Je moet van achteruit naar voren rijden en dan komt de rest vanzelf. En dat kost maanden van training voordat een paard dat in alle overgangen, zijgangen enz blijft doen.

Weerstand bieden is een heel complex verhaal... ik denk dat de Nederlandse term trouwens ook voor veel verwarring zorgt. Ik noem hetzelf eigenlijk gewoon contact onderhouden. Heel lichtjes voelen en zorgen dat het contact blijft. De aanleuning moet uit het paard komen, het contact komt van de ruiter.

En bij elke graad van verzameling hoort een andere hoofdhouding, maar dat moet ook vanuit het achterbeen ontstaan en niet vanuit de hand. Natuurlijk moet je wel iets met je handen doen, maar die staan in feite stil en toch bewegen ze. Ik heb ook al aangegeven: de hoofdhouding is iets van relatieve oprichting en dat kan alleen van achteruit komen.


Professor schreef
Denk dat Totilas voor deze Piaffe die hij hier toont een 6 moet krijgen.
Waarom, het voorbeen is onderstandig, het achterbeen is niet richting massa van het paard.
De foto van de schimmel is ook geen mooie Piaffe zoals de Klassiek Rijkunst hem voorschrijft.
[ img ]
Dit is onderstandig dito bij Totilas. Al is hier het totaal beeld al beter qua achterbenen onder de massa.

[ img ][ img ]
Dit is een perfekte Piaffe.

Dit vergelijk is eerlijk, men kan een Barok paard en een Warmbloed niet vergelijken in de Piaffe en Passage dat loopt altijd mank qua uitstaling.


Professor schreef
Citaat
nee , het was een vraag waardoor ik meer uitleg van u zou krijgen met betrekking op de stelling , de achterhand los kan veel omvatten echter ook weinig , het is onvoldoende info om op te kunnen reageren vandaar mijn gedachten op de stelling.
dus uw verwijt dat ik te makkelijk denk vind hier geen plaats vind ik om deze reden.


Geef niemand een verwijt, maar hier gaat het om Klassiek denken, men denkt hier vaak dat "oude" instructeurs vastgeroest zijn, dat doet pijn zeer, omdat wij constant bezig zijn met onderzoekingen en "vernieuwingen" zijn er helaas niet, alles wat wij nu weten over het functioneren van een paard en de reactie op de hulpen zijn zover ontwikkeld dat er niets nieuws is, alleen mensen die kleine componenten eruit halen en dat vernieuwen noemen zijn mensen die zand in de ogen strooien.

De achterhand geeft geen stelling aan, de achterhand gaat altijd recht gericht.
De voorhand wordt gestuurd, de achterhand gereden met de zit.

De achterhand is de motor, die stuwt, die men kan laten dragen (levade) en dragen en stuwen tegelijkertijd.
De voorhand heeft stelling.
Het lichaam de lengte buiging.
Stellin nl is van nek tot en met inplant van de hals in de schoft. Waarbij eigenlijk ben het nekgewricht benut.
Stelling is van nek tot en met het uiteinde van de staart.


Professor schreef
liberty22 schreef
maar de buiging naar binnen toe hoef je daar dan niet zoveel aandacht aan te besteden?

De buiging is relatief net zo als de oprichting, het paard dient van maantop tot en met staart op de gebogenlijn te gaan, op twee sporen. Dit is dito op de rechtelijn, dus links acher in linksvoor en rechtsachter in rechtsvoor.
Eigenlijk anders om omdat men de voorhand instelt op de achterhand, de achterhand is een aandrijvende motor die in principe rechtuit gaat. De voorhand kan men sturen dit mag men nooit met de achterhand.
Een voorbeeld achterwaarts gaan, men corrigeert wanneer het paard scheef gaat, niet de achterhand nee men brengt de voorhand naar die zijde waar de achterhand naar toe gaat.
Dat doet men door de 1e teugelwerking te geven????? Dit is de hand zonder naar voor of achter te bewegen zijwaarts van de hals af. De buitenhand gaat tegen de hals aan (3e teugelwerking) natuurlijk drukt het been aan die kant waar de achterhand naar wijkt iets meer als het andere been.


Professor schreef
Tempi rijden is niets anders dan de verschillende Tempi die er in een gang zijn te wisselen.
Overgangen rijden is van de ene gang in de andere gang overgaan.
Een "normaal" rijpaard heeft 3 gangen, stap, draf en galop.


Professor schreef
Het frame in stap is het langst, wanneer ik in draf ga moet ik mijn teugels verkorten, ga ik in galop moet ik dat nogmaals.


quadripes schreef
@liberty: nee want oprichting is niet hetzelfde als een starre hoofdhouding, juist in de oprichting dient een paard altijd de hand te willen volgen, dus op elk moment vwnw te willen gaan.
oprichting is toch relatief, dus veranderend.

het paard moet altijd het gevoel hebben naar voren te mogen gaan, dan zal het dus ook naar voren gaan als het nodig is.

anders krijg je paarden die hun hoofd op 1 plek houden, hoe je ze ook rijdt. of die afhankelijk van de ruiterhanden 'worden ingesteld', maar nooit vanuit het achterbeen.


quadripes schreef
@liberty: daarom schreef ik al: als je een paard verkeerd verzamelt, zal het in de verzameling al alleen opwaarts bewegen. als je vandaaruit dan wil 'verruimen' gaat het paard dus niet goed verruimen.

en als je absolute oprichting gebruikt, waar ik het dus niet over heb, maar waar wel veel ruiters mee rijden, dan krijg je een paard dat niet anders kan dan de achterbenen achteruit te gebruiken (schubkraft die achteruit werkt) en dus ook de rug niet gebruiken.

wat ik zei was dat je het paard zoveel ruimte moet geven als het nodig heeft, maar dat jij als ruiter niet bepaalt hoeveel ruimte het paard nodig heeft, maar het paard.


quadripes schreef
@liberty: mijn punt is dat de verlenging van het frame uit het paard moet komen en niet vanuit de ruiter. dus ik zeg niet dat je dezelfde oprichting moet houden (dat zou namelijk absolute oprichting zijn). als je het paard toestaat zoveel aanleuning te nemen als nodig, dan blijft het kloppen. En naar gelang het paard afgericht is, zal het een langer of korter periode kunnen verruimen of verkorten met bijbehorend 'frame'. Een goede ruiter dwingt dit dus niet af, maar laat het afhangen van het paard.


quadripes schreef
hoe vraag je een paard naar de hand te komen? dat wil ik dan eerst weten, voordat ik een heel verhaal ga afsteken.

ik denk namelijk dat je achter de hand aan moet rijden en dat het paard de hand moet vertrouwen, dus aanleuning moet durven nemen.

als je een paard in het begin zonder teugelcontact zult rijden, zul je merken dat het vanzelf de hand wil opzoeken. en dan is de eerste stap op weg naar aanleuning gezet. alle andere stappen leiden naar 'afknikken' van het paard.

ik denk dat je een jong paard dus niet kunt blootstellen aan halve ophoudingen enz want die kan dat in zijn lijf nog helemaal niet verwerken.

een jong paard moet op eigen benen, voorwaarts gereden worden (voorwaarts = niet hard). overgangen moeten voorwaarts gereden worden, op de zit. zo doe ik dat tenminste. je laat hem in progressieve overgangen terugkomen. zonder de teugels daarvoor te gebruiken, want het paard moet eerst de hand leren vertrouwen.


Professor schreef
De uitgestrekte gangen kan men eerst werkelijk rijden wanneer het paard sterk genoeg is.
Jonge paarden hebben deze kracht niet om in evenwicht op de achterhand de gang te strekken zonder te versnellen, en versnellen is een teken van gewicht verandering van achter naar voren.
Daardoor word de beweging sneller maar niet ruimer en word men niet als het ware in het zadel gezogen maar eruit gegooid, omdat de achterbenen de spronggewrichten te ver achter het lichaam komen en daardoor meer stuwen dan dragen.


Professor schreef
Moll schreef


Aan deze beelden geeft hij aan dat het paard een dynamisch zwaartepunt heeft, alhoewel de eerste foto de amazone de fout maakt haar onderbeen te veranderen die dient normaal te blijven liggen.
Daardoor is de eerste foto wat overdreven.
Het paard doet het geweldig in elke situatie.


Professor schreef
Citaat
Waarmee ik wil zeggen, dat de ruiterzit mee moet gaan met het evenwicht van het paard.
Dan is een paard in "evenwicht", anders viel hij/zij doodeenvoudig om.

Dus niet dan begrijpt u niets van evenwicht, men geeft de richting aan bij een wending door zijn gewicht naar binnen te plaatsen, daardoor kruipt het paard onder uw zwaartepunt zodat zijn zwaartepunt weer gelijk komt met de uwe. Daardoor wend een paard af, alleen wil ik daarbij buiging hebben en daarom houd ik het paard tegen met mijn binnenbeen daardoor onstaat die buiging.
Dus men gaat niet altijd mee.
Evenwicht is iets anders dan rijtechnisch evenwicht, en dat word steeds door elkaar gehaald.
Een voorbeeld, wanneer ik een heuveltje afloop en begin te rennen dan word ik steeds sneller, omdat mijn bovenlichaam voor mijn zwaartepunt komt te liggen, nu proberen mijn benen automatisch gestuurd door mijn evenwichts orgaan sneller te gaan om onder mijn zwaartepunt te komen.
Wanneer ik mijn bovenlichaam dan zou terugnemen zou ik automatisch weer langzamer gaan, maar dat moet men leren en gaat niet automatisch.



Teugelwerking

Moll schreef
1e teugelwerking: de hand wordt naar rechts en naar voren gebracht met een licht vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De rechterschouder van het paard wordt meer belast. Rechterbeen geeft druk en paard gaat de wending in naar rechts.

2e teugelwerking: de hand wordt naar rechts en naar achteren gebracht met een vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De rechterschouder van het paard wordt meer belast. Rechterbeen geeft druk. Het paard zal naar rechts wenden, schouder gaat naar rechtsachter, achterhand naar links voor. zie pijlen in plaatje.

3e teugelwerking: de hand wordt naar links en naar voren gebracht met een licht vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De linkerschouder van het paard wordt meer belast. Het linkerbeen geeft druk. Het paard zal naar links voren gaan.

4e teugelwerking: De hand wordt naar links en naar achteren gebracht, maar nooit over de hals/schoft heen met vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De linkerschouder van het paard wordt meer belast. Het linkerbeen geeft druk. Het paard zal wenden met de schouder naar links en achterhand naar rechts.

5e teugelwerking: de hand wordt naar links en naar achteren gebracht richting de linkerheup van het paard, niet over de hals met vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De linkerschouder van het paard wordt meer belast. Beide benen geven druk. Het paard zal naar links voren gaan

Moll schreef


Professor schreef
Nu iets over de teugelwerkingen, deze veranderen geheel niet in de africhting alleen worden zij heel heel klein gegeven.
De 1e en 3e teugelwerking gebruikt men bij het aanspringen in galop, SB,SV, Renvers, Travers en Appuyeren, alleen niet zo groot als getekend is.
Dit is mij geleerd door diegene die deze in de handleiding geplaatst heeft.
Daar heb ik nog direkt les van gehad tja oude knar nietwaar.
Men kan deze hulpen na believen combineren.
De 1e teugelwerking noemt men in Duitsland Öffnen, de 3e teugelwerking in het Duits Schließen.
Laatste bericht

Link naar dit berichtGeplaatst: 06-06-11 09:15 



 
Profiel   

Professor schreef
Beginselen van de Klassieke Rijkunst.

Belangrijke principes van de Klassieke Dressuur, de vrijwillige medewerking van het paard en een spier training die het paard in de gelegenheid stelt om het gewicht van de ruiter te dragen in alle klassen zonder schade aan lichaam en ziel voor het zijn leven lang. Hiervoor word de Schwung van het paard benut, om het gewicht meer op de achterhand te krijgen (Hankenbiegung), waardoor de oprichting (relatieve) vanzelf tot stand komt De ruiters worden aangemoedigd om voortdurend over hun fouten bij zichzelf te zoeken en niet bij het paard.

In tegenstelling tot normale gebruiksrijderij, rijdt men Klassiek steeds men een zachtehand die op elk moment bereid is om na te geven.

De meest beroemde leerscholen der klassieke rijkunst zijn
* die Spanische Hofreitschule in Wien, Österreich
* die Königlich-Andalusische Reitschule in Jerez de la Frontera, Spanien
* das Reitinstitut Egon von Neindorff in Karlsruhe, Deutschland
* die Ecole Nationale d´Equitation in Saumur, Frankreich
* die Escola Portuguesa de Arte Equestre in Queluz, Portugal


quadripes schreef
Klassieke rijkunst is geen systeem of methode of stappenplan. Het is een wijze van het paard benaderen in de training, zodat het paard altijd de belangrijkste 'persoon' is. Daarnaast zijn er een heleboel 'best practises' die leermeesters naar eigen ervaring hebben opgedaan en doorgegeven. Deze mensen werken allemaal vanuit basisprincipes waarbij het paard nooit mag worden overvraagd en het paard als leidraad wordt gebruikt.

Daarnaast is de klassieke dressuur gestoeld op een hulpengeving en trainingsopbouw die vanuit het paard aangereikt wordt. De wijze waarop hulpen moeten worden gegeven en waarom de opleiding van het paard op een bepaalde manier moet worden opgebouwd, komen voort uit anatomie en denkwijze van het paard. Een paard zal van nature op bepaalde aanwijzingen reageren.

Het feit dat de meeste mensen niet herkennen, dat zij zelf niet begrijpen hoe dit samenspel van hulpen werkt en daardoor met hun paarden niet kunnen werken zonder dwang, opent een mooie markt voor mensen die een schijnbaar kortere weg aan bieden naar datgene wat iedereen graag zou willen bereiken.

Het feit dat een aantal mensen kennelijk niet begrijpt wat Durchlaessigkeit daadwerkelijk betekent, zegt in mijn ogen genoeg. Want dat is voor mij namelijk het toppunt van rijkunst, ongeacht op welk niveau de combinatie is.


Professor schreef
Citaat
Nee, eigenlijk niet. De 'gewone' dressuur is de 'klassieke' dressuur. De opbouw van het skala is vertaald naar de dressuurproeven zoals wij die kennen: van B tm Z.

Die Skala der Ausbildung
is al van 1733, Francois Robinson de la Guérinière Stalmeester van Koning Ludwig XIV heeft het al papier gebracht.
Het heet eigenlijk in het Nederlands vertaald de Beginselen waaraan een goed gereden paard dient te voldoen.
Deze zijn met zeer kleine veranderingen over genomen door de F.E.I., dus ook de aangesloten landen.
Daarom staat er ook beschreven oprichting in relatie tot de verzameling kort gezegd Relatieve Oprichting.

Dan de onnozelheid van velen dat men een onbereden paard vergelijkt met een bereden paard, dan nog de verschillende evenwichten door elkaar te halen???????
Wanneer wij een paard Klassiek scholen doen wij dat om het paard langer houdbaar te maken.
En wij mensen lopen ook niet altijd even gezond er zouden velen hun houding moeten verbeteren, en dat is ook het verschil tussen een onbereden paard in de natuur en een paard waar een ruiter op gaat zitten.


Professor schreef
Moll schreef
Je moet je in deze 1 ding af willen vragen waarom praten we over oude meester en niet over jonge meester?
Wanneer we over de groot meesters praten zijn dit mensen die al 60 a 70 jaar ervaring hebben, en veel al de laatste levens jaren kennis door stoten vol met passie, wijsheid, en ervaring, deze ervaring kan je niet hebben op een leeftijd van 30 a 40 jaar.
Klassieke rijkunst is een verzamel woord voor meerdere klassieke scholingen zoals barok, duits en frans.

Klassieke rijkunst kan je heden ten dagen, eigelijk gewoon nog een dressuur proef mee rijden

Klassiek is dat niet meer, het is Modern Klassiek dat gene wat de FEI vastgelegd heeft, dat als basis de Klassieke Reitkunst heet.
Barok is een niet verder ontwikkelde klassieke vorm, het is blijven staan in de Baroktijd.
Duitseschool, is niets anders dan het Modern Klassieke rijden wat wij nu doen op wedstrijden.
Franseschool dito, inwezen wijken deze niets van elkaar af, Steinbrecht heeft zoals elke Duitser is het precies und Genau opgeschreven dat wat de Italiaanse en Franse Meesters hebben ontwikkeld.
Er is tussen de Franse en Duitse opvattingen geen grote verschillen, het grote verschil is dat de Duitsers op de rechtelijn de paard ook stellen, en de Franse dit alleen doen op de gebogenlijn.


Professor schreef
* Egon von Neindorff
* Nuno Oliveira
* Sadko G. Solinski
* Jean-Claude Racinet
* Philippe Karl
Dit zijn de "nieuwe Reitmeister", voor mij, waarbij men dus ook vraagtekens erbij kan zetten. Reitmeister zijn begaafde ruiters die een enorm gevoel hebben voor het rijden, waarvan ik persoonlijk vind dat er maar weinig ervan zijn die het ook overdragen kunnen.
Bovendien hebben zij ook dingen gedaan die tegen hun eigen denkwijze gaat.
Egon von Neindorff en Philippe Karl vind ik persoonlijk de meest nuchtere onder deze Meesters.

Nemen wij nu eens Nuno Oliveira, hij was een Kunstler te paard, maar kon bijna geen oefening precies op de punt rijden. Wat bij de Klassieke Reitkunst toch wel bekend is.
Dito Jean-Claude Racinet.
Egon von Neindorff en Philippe Karl kunnen dit wel, en ook niet te vergeten Alois Podhajsky * 14. Februar 1898 in Mostar; † 23. Mai 1973 in Wien.


Professor schreef
Jennyxx schreef
Interessant topic. Wat is er tegen AR?

Als ik de berichten van Professor goed begrepen heb, en verbeter mij als ik dat niet heb, dan is hij van mening dat de echte klassieke rijkunst bij de Weense Rijschool wordt uitgevoerd. Zowel AR cq Barok als Duits en Frans zijn onder ontwikkeld. Wat vindt u bv van Anja Beran en Bastrian de Recht? En wat vindt u van het boek van Steinbrecht? Er wordt wel gezegd dat hij al het geleerde heeft samengevoegd, maar het is niet hetzelfde als de Weense Rijkunst. Toch?

Nee u heeft Professor niet goed begrepen de Duitse en Franse rijkunst is niet te vergelijken met de AR cq Barokke, de Duitse en Franse rijkunst is niet blijven staan bij Pluvinel , die heeft zich verder ontwikkeld. De Klassieke Reitkunst in Wenen is het vasthouden aan de Klassieke leer, de Modern Klassieke dressuur is een verder ontwikkeling van deze, en daar horen de schoolsprongen niet bij.
Het verschil tussen Hogeschool (Wenen) en de modern Klassieke dressuur is van princiepe dat de opleiding van de paarden gelijk is, alleen dat men geen pilaren benut niet de schoolsprongen en de Levade.
Alles andere is eingenlijk gelijk ook van opvatting.

Jennyxx schreef
Het punt van de zit is besproken. Super dat ze in Wenen zo veel tijd daarin steken, helaas hebben we daar in de huidige maatschappij minder tijd voor. Op een scheef paard kan vaak ook moeilijk recht gezeten worden, al dient hier inderdaad wel aan gewerkt te worden.

De zit kost niet extra tijd, dat is een misopvatting, tijdens het rijden van oefeningen dient alleen daar veel meer aandacht aangegeven worden, anders zou mn een statische zit ontwikkelen dat wat Steinbrecht juist probeerde te beschrijven, dat die fout is maar de zit zich aanpast ja of nee aan de beweging.

Jennyxx schreef
Dan houden we de schwung en te weinig voorwaartse drang over, waardoor sommige oefeningen kunstjes zouden lijken. Of betwist u ook de aanleuning, professor? Ik zie toch veel paarden die door de 'kunstjes' verbeteren, soepeler worden en mooi bespierd. Kan iemand dit meer uitleggen?

Wanneer de Schwung en de impuls naar voren niet aanwezig is krijgt men geen mooie bespiering, dit kan men verdoezelen door de vervetting.


Professor schreef
Citaat
Ik zelf gebruik een combi. AR doe ik eigenlijk alleen aan de hand met kaptoom. Rijden doe ik toch meer a la klassiek met een trens. Ik vind van de AR zo fijn dat de paarden heerlijk soepel worden en hierdoor zijn ze onder het zadel makkelijker te buigen.

Handarbeid is niets iets speciaals en zeker niet "uitgevonden" door de AR. De Klassieke Reitkunst bediende zich daarvan,de AR doen het op een primitievere aard, wat geen buiging is in de Klassieke zowel als in de modern klassieke dressuur, het is een verbuiging van de hals, en niet vanuit achteruit dus een kunstje wat een schijn soepelheid geeft die in de verdere africhting niet ten goede komt.

Citaat
Nadeel is inderdaad dat als je niet goed oplet je paard de impuls verliest. Maar dat is hetzelfde met een heleboel ruiters. Is niet alleen een nadeel van de AR. Ga op een gemiddelde manege kijken en je ziet een heleboel zogenaamd 'flegmatieke' paarden. Er zijn maar weinig mensen die volgens een ideaal plaatje rijden.

Men dient de Klassieke Rijkunst niet op een Manege te bekijken, helaas zijn de Maneges zo verschrikkelijk verkeerd bezig men leert de mensen niet meer zitten, geeft gehoor aan de klanten om zo snel mogelijk op een paard te hobbelen, dat is jammer heel jammer. De zit is de basis van het rijden, nu en ook in de toekomst.


Professor schreef
Bij alle sparten van de ruitersport is het aangebracht het paard te gymnastieseren en dat door Klassieke dressuur, waarom is de dressuur onstaan? Juist om het paard houdbaarder te maken zijn lichaam beter te laten functioneren.
Heb ruiters die Enduro rijden die 1x per week met hun paard dressuur rijden juist om ze weer "los" te krijgen en hun rijtechnisch evenwicht te vervolmaken.
Het is juist goed om een paard niet eenzijdig te trainen, net zo goed dat men ook dressuur paarden over balkjes rijd, of kleine sprongetjes laat springen, met ze het bos ingaat.
Dat eentonige rijden en trainen is niet goed, en is ook niet de zin van de Klassieke dressuur.
Dressuur is gymnastieseren en dresseren (gehoorzaam maken) zonder deze beide componenten functioneerd het rijden niet, gehoorzaam is ook vertrouwen in mens en dier een paard is een kammeraad het is nog steeds zo een paard blijft een paard ook zonder ruiter, maar een ruiter zonder paard ..........


Professor schreef
Citaat
Wat betreft het skala, ik mis jullie onderbouwing...

Hier voor u nogmaals:
De Gundsätze (beginselen) van de Klassieke Rijkunst zijn al honderde jaren oud.
Francois Robichon de la Guérinière de stalmeester van Koning Ludwig XIV was diegene die het op papier gebracht heeft.
Een naar deze beginselen afgericht paard dient de volgende eigenschappen te beheersen:

Takt, de gelijkheid van de beweging in alle gangen. Dus niet te snel niet te langzaam en gelijkmatig.

Losgelassenheit = De bewegingen van het paard zullen natuurlijk soepel en zonder enige verkrampingen (verkeerde spanning) zijn.

Anlehnung = dit is de verbinding tussen de ruiterhand en de mond van het paard.
Het goed afgerichte paard zoekt steeds verbinding met de hand daarbij moet de ruiter natuurlijk onafhankelijk van de teugel zitten. (onafhankelijke zit)
Een goed aan de teugel staand paard is in de houding en draagt zichzelf.Alleen een paard dat Durchlässig is heeft een solide aanleuning.
Alleen een constant en fijne aanleuning stelt de ruiter in staat het paard in zijn frame te verkorten of te verlengen.

Schwung (alleen in de gangen met een zweeffase)
Het is het resultaat van een volledig losgelassenheit, een schwingende paarden rug en een veerend achterbeen. Het kan alleen uit de achterhand ontwikkeld worden.
De beweging van het paard moet soepel zijn, ja zelfs pronkvol zijn het moet er moeiteloos uitzien en desondanks krachtvol.
Een paard met schwung is te erkennen door een duidelijke zweeffase in draf en galop. Schwung toont zich in de verzamelde en uitgestrekte gangen.

Geradegerichtsein= Van natuur uit zijn de meeste paarden scheef, deze scheefheid dient in de loop van de africhting te verdwijnen.
En waarom, alleen een rechtgericht paard kan tot een volkomen perfekte ontwikkeling komen. Een scheef paard kan de hulpen niet verwerken die blijven in het paard steken.

Verzameling en Aufrichtung = Verzamelen het woord zegt het al, letterlijk bij een brengen.
Men brengt de achterhand en voorhand bijeen.
Rijtechnisch, men aktiveert de draagkracht van de achterhand zodat de voorhand ontlast word.
Verzameling in welke gang dan ook mag nooit ten koste gaan van de voorwaarts beweging.
De Aufrichtung is altijd relatief, het staat in verband met de hoogte van de verzameling.
In Piaffe is zij het hoogst (hoogste verzamelings graad in de moderne dressuur.)
Absolute aufrichting is fout en word door de hand van de ruiter "gemaakt".

Dit hele verhaal word zo geleerd in Duitsland.
Het grijpt in elkaar over, men werkt steeds weer aan het rechtrichten en de aanleuning door de oefeningen die daarvoor zijn, men kan een paard alleen in een goede verzameling rijden wanneer alle punten voor elkaar zijn, maar dat heet niet dat men er steeds weer aan werken moet, en dat het nooit alles perfekt is er is steeds weer iets te verbeteren het ideaal nastreven is juist het mooie van de paarden sport.

Helaas door het boek van van Balen en Johann Hinnemann is de verbastering gekomen, in dat boek staan vele dingen verkeerd "vertaald" daardoor legt men in Nederland nu zoveel waarde aan die Skala der Ausbildung.
Nederland is anders geschoold, meer op de franse leest dat is niet beter en slechter als de Duitse opvattingen maar past beter bij het Nederlandse taal gebruik.

Losgelassenheit is niet gelijk aan losheid.
Takt is niet gelijk aan het Nederlandse woord Tact.


Professor schreef
Het is daas om te denken dat aan de enkele longe een paard mag uitrazen, dat mag een paard nooit wanneer hij gelongeerd word, het dient in stap te beginnen en gehoorzaam te zijn.
Een paard kent het verschil tussen ongeconcentreerde of geconcentreerd werken niet.
Schouderbinnenwaarts word verkregen door minimale stelling. Dus geen halsbuiging zoals op de zg aan de hand getoonde beelden van de vos aan een kaptoom.
De binnen elleboog van het paard komt meer tegen het lichaam en de buitenelleboog gaat iets van het lichaam. Het binnenachterbeen word eingenlijk wanneer men de juiste hulpen geeft en deze ook doorkomen, gedwongen meer onder de massa te treden.
De achterhand gaat rechtuit de toon van de hoeven gaan rechtuit.
De Schouder word naar binnen gebracht, en de voorbenen kruisen, de achterbenen niet.
Bovendien in stap kan men hoogstens als voorbereiding van de draf zien, meer ondertreden van het binnenachterbeen komt daar niet tot stand, dat is alleen in draf en galop het geval.
De hulpen en die zie ik op de vele filmpjes totaal niet,ze zijn:
De hand geeft aan dat de voorhand naar binnen moet, buitenhand tegen de hals, de binnenhand iets van de hals. Het gewicht van de ruiter/amazone op het binnenzitbeenknobbeltje, schouders gericht op de heupen van het paard, het buitenbeen een handbreedte achter de singel (vermijd dat de achterhand uitzwaait waardoor de achterbenen gaan kruisen wat niet goed is. Het binnenbeen op de singel deze geeft de buiging aan (het paard buigt tegen het binnenbeen).
De ophoudingen worden paralell gegeven, dus gelijktijdig.
Het paard dient gelijkelijk verdeeld tussen zit en beide teugels te zijn.
Daarom kan nooit en te nimmer schouderbinnenwaarts aan de hand beoefend worden zoals met alleen een kaptoom op, diegene die dit zg uitgevonden hebben weten niet wat en waarom schouderbinnenwaarts, ik wil zelf stellen die hebben er geen kaas van gegeten.
SB wanneer deze functioneel word beoefend dient deze altijd in een verzamelde gang gereden te worden, wat men ziet bij AR is gewoon belachelijk, net zo als Travers en Renvers.
Daarom vind ik AR gewoon poedeldressuur en de mensen zand in de ogen strooien.
Bodemarbeit, dus van de grond uit met paarden werken is longeren (heel vaak ondergewardeerd) dubbele longe, en aan de lange teugel.
Denkt dat longeren net zo´n kunst is als goed rijden.
Daarom wat hier op het topic en vele andere topic´s steeds beschreven word van paarden uit laten bokken is onzin, werken en discipline het paard dient ten alle tijden gehoorzaam te zijn, longeerd men dan goed en niet in de ronte slingeren, dit schaad het paard meer als dat men lief is.


quadripes schreef
Hier moet ik toch even inbreken:

Het werk aan de hand is Iberisch en niet Duitsklassiek. Vandaar dat ze dat in Wenen niet uitvoeren. In de klassieke dressuur worden paarden alleen aan de lange lijnen of aan de longes 'aan de hand gewerkt'. En pas als de paarden in een verder gevorderd stadium zijn, zodat ze kunnen verzamelen.

in de spaanse rijschool waarschuwt men ervoor om lange lijnen arbeid te doen met paarden die niet volleerd zijn. Niet elk paard is hiervoor geschikt.

Verder wordt in deze school alleen de piaffe, passage en de schoolsprongen 'aan de hand' doorgewerkt. Verder niets.

De Iberische klassieke methode is gericht op temperamentvolle paarden die onder het zadel te gemakkelijk de hulpen niet begrijpen vanwege hun sensibiliteit. Voor deze paarden is het dus zinnig om de oefeningen eerst 'aan de hand' ongeveer te leren om 'verzet' en 'discommunicatie' tegen te gaan. Maar een correcte uitvoering en verbetering van de gangen kan alleen onder het zadel. Het is duidelijk niet de bedoeling om de paarden 'recht te richten' aan de hand.

De zijgangen hebben in stap inderdaad totaal geen meerwaarde, omdat de stap namelijk niet gymnastiseert. In de stap kan een paard zich namelijk (net zoals bij het halthouden) gemakkelijk aan de juiste gewichtsverdeling over vier benen onttrekken. Je traint daarom dus nooit het achterbeen zoals het zal moeten. Het hoeft geen gewicht op te nemen in de stap.

In de draf moet het paard wel op een achterbeen gewicht opnemen en daardoor zal de oefening in draf en galop wel waarde hebben. Maar dan moet het paard eerst voldoende zichzelf dragen en de achterhand eronder kunnen zetten. Vandaar dat een actieve achterhand van belang is en het geen zin heeft om deze oefeningen in draf en galop te doen, zonder een juiste verbinding (aanleuning) met de achterbenen die doorloopt naar de hand van de ruiter. Hierbij mag de teugel niet doorhangen, want dan is er geen vloeiende verbinding van achterhand naar ruiterhand. (= valse knik)

Daarnaast is de stap in de klassieke dressuur de gang waarin je het minste doet, vanwege de bovengenoemde redenen. De stap wordt wel gebruikt om in alle rust oefeningen aan te leren. Zodra het paard de oefening snapt, gaat men over tot draf en galop omdat de oefening anders geen zin heeft.

Halthouden heeft alleen zin, als het paard actief en op vier benen kan halthouden. Anders heeft het totaal geen nut. Je kunt op de grond niet voelen of een paard actief en op vier benen gelijk het gewicht heeft. Vandaar dat ook halthouden alleen onder het zadel nut heeft.


Professor schreef
Übertreten lassen is niets anders dan wijken voor de kuit.
Men zegt: An der geöffnete seite der Zirkel Schenkelweichen für der innere Schenkel oder Übertreten lassen.
In het Nederlands aan de geopende zijde van de grote volte wijken voor de binnekuit.
Het woord Übertreten lassen wil dus zeggen dat men wijkt voor de binnenkuit, dan hoeft men niet te zeggen Schenkelweichen für der innere Schenkel, maar korter Übertreten lassen.
Niets meer en niets minder. Het woord Übertreten lassen word nog zelden gebruikt.
Het is woordelijk vertaald kruisen laten.
Wijken voor de kuit word in een minimale stelling gereden men ziet als ruiter het oog glinsteren en de neusvleugel als een schim.
Deze oefening het wijken voor de kuit is een losmakende oefening die men in vele variaties kan rijden dus op verschillende lijnen, Übertreten is dus op de gebogen lijn.
Men kan er ook de grote volte mee vergroten en verkleinen, ook wijkend voor het buitenbeen of een combinatie hiervan.


Professor schreef
Bij het geven van stelling is mede bepalend het binnenbeen, aangezien bij wijken voor de kuit het binnenbeen een zijwaartsdrijvende is die een handbreedte achter de singel ligt kan men alleen met de binnenteugel de stelling inzetten.
En omdat men geen buiging hoeft te rijden bij deze oefening het paard is eigenlijk recht, is de stelling gelijk aan het rechtuit gereden paard.
Wijken voor de kuit is gedacht om het paard los te maken, en om het attent te maken sensibel voor de zijwaarts drijvende kuit.
Daarbij is het bovendien een oefening waarbij de kniebanden versterkt en ontspannen worden.


Professor schreef
Persoonlijk denk ik mede gesteund door jarenlange ervaring dat het prestatie plafond van het paard niet direkt alleen met de bouw te maken heeft maar veel meer met de werkwilligheid van het paard.
Door de juiste training zijn vele "handicaps" door goede spierbenutting te verbeteren. En niet tegen het paard te werken maar met het paard, en de intelekt te bezitten de juiste oefening op het juiste moment en nooit drillen maar afwisselend te werken.
Het is juist de Klassieke Dressuur die dit hoog in zijn vaandel heeft staan.


Professor schreef
Schoolstap: In de schoolstap is de beenzetting van het paard diagonaal als in de draf, het verschil met de draf is dat er geen zweefmoment is.
Het rechter diagonale benenpaard wordt daarom neergezet voor dat het linker is opgelicht. Een ogenblik staan dus alle 4 benen gelijk op de grond. De laterale en tripedale ondersteuning van de stap zijn dus opgeheven.
Om de diagonalestap te ontwikkelen moet dus het neerzetten van b.v. het linkervoorbeen en het rechterachterbeen gelijktijdig plaats vinden, het neer zetten van het linkervorbeen moet daarom vertraagd worden en dat van het rechterachterbeen moet versneld worden. Het neerzetten van het linkervoorbeen word vertraagd door licht weerstand te bieden met de linkerteugel, beide kuiten onderhouden de impuls,terwijl de rechterkuit door een iets krachtigewerking het rechtachterbeen aktiveert tot vlugger neerzetten.
Op deze wijze word de diagonaal met elkaar in gelijkklang gebracht.
Op dezelfde wijze doet men dit met de rechterdiagonaal.
Voor het verkrijgen van de schoolstap dient men erop te letten dat het paard licht in de hand blijft, de graad van het in de handstellen staat op een zeer hoge graad.
Het is een enorm goede oefening voor de ruiter de samenwerking drijvenvende en weerstandbiedende hulpen op elkaar af te stemmen.


Professor schreef
Een klassiek boek zoals door Paul Plinzner geschreven met behulp van de aantekeningen van Gustav Steinbrecht beschrijft de Absolute en Relatieve oprichting.
In het Duits Beizäumung is het meer oprichten van de hals, in het Nederlands de opwaartse buiging van de hals, Frans le relèvement de l´encolure.
Absoluut is nooit goed, relatief is dat wel.
Klassieke Dressuur word alles van achter naar voren verkregen nooit met de hand gedwongen.


Professor schreef
Sijs15 schreef
Moll, is AR dan geen onderdeel van de KR? Of is AdB meer deel van de KR dan AR en waarom? :)

Klassieke Reitkunst is het zuiverste bewaard gebleven in Wenen.
Egon von Neindorff was ook een zuivere Klassieke Reitkunst voorvechter.
Alle andere die het zeggen te zijn en zo publiek optreden zijn gewoon charletans die 1 ding uit de Klassieke Dressuur nemen en daarmee op een Black Magic manier en veel show hun slaatje te slaan.
Klassieke Dressuur is nog geen hogeschool, de Klassieke Rijkunst is de hogeschool van de Klassieke Dressuur.
AR is een woord dat deze charletans gebruiken om het een beetje officeel te laten klinken.
Von Neindorff noemde zijn school een Instituut wat veel bescheidener klinkt.
Alle Grote op het gebied van de Klassieke Reitkunst zijn bescheiden mensen geweest die door woord en daad de Rijkunst verdedigde en instand hielden. En hebben zich nooit verrijkt ten koste van de paarden en oneerlijkheid tegenover de leerlingen.


quadripes schreef
rijkunst is kunst en net zoals dat er veel mensen leuk kunnen zingen, kunnen er maar weinig opera zingen.

dat staat los van het paard als gebruikspaard zoals in de Doma Vaquera of in de cavalerie.

Barokrijderij is ontstaan vanuit het paard op het slagveld, maar is verworden tot een kunst.

Natuurlijk is vroeger niet alles perfect gegaan. Er zijn maar een paar meesters geweest en die hebben ook hun dwalingen gekend. Zij hebben boeken geschreven, maar dat wil zeker niet zeggen dat iedereen zijn paard toen zo opleidde. Ik denk dat het niet anders was dan nu, veel mensen waren zoekende, maar slechts weinigen wisten echt van de hoed en de rand. Dat is de reden waarom deze mensen de geschiedenis zijn ingegaan als 'meesters'.

Het lijstje dat u noemt is helemaal niet compleet.

en wat ik ook wil zeggen: tot een twintigtal jaar geleden, waren er vrijwel geen vrijetijdspaarden. Tenminste, niet in zo'n groot aantal. De meeste mensen hadden beroepsmatig met paarden van doen (militair, koetsier, boer enz) of het was de elite die er zelf trainers voor hun paarden op nahielden, die paarden had. En omdat paardrijden dan bij je opvoeding hoorde, werd het ook op die manier aangeleerd: eerst leren waar het om draait, voordat je ueberhaupt op een paard mocht stappen.

De cultuur in NL is heel anders. Ik heb een paard voor mijn plezier en ik ga niet eerst een half jaar aan de longe zitlessen nemen, bijv.



Woodstock schreef
meerhofh schreef
Hier ben ik ook wel benieuwd naar.
Ik heb bij mijn paard ook gemerkt dat ze soepeler werd van werken aan de hand.
Nu heb ik het vermoeden dat je door werken aan de hand bepaalde spiergroepen (vooral van de hals) soepeler maakt, maar dat je niet het hele gehele paard in balans kan brengen op de AR manier. Wat bij mijn paard opviel is dat ze nog steeds wat spanning vertoonde bij het rijden en niet goed in balans kon lopen. Dat zat 'm vooral in het goed moeten buigen in haar hele lijf (wat ik dus blijkbaar met werken aan de hand van AR niet heb kunnen bereiken). Nu ze dat beter kan (geleerd in de KR), is ze met rijden vele malen ontspannener.
Ik denk daarom dat het werken aan de hand van AR gymnastiek is wat het paard soepeler maakt, maar waarmee je moeilijk het hele lijf in één keer kan oefenen. Voor het rijtechnische gedeelte kom je dan dus tekort.


Wat je hierboven stelt is een hele mooie conclusie :) AR werkt heel veel met extreme buiging in de hals. Door de extreme halsbuiging maak je mooi de hals las, maar koppel je deze wel los van de rug. Doordat de hals veel buigt, hoeft de rug minder te doen. Lengtebuiging in de rug zie je dus ook niet zo veel.

Wel werk je veel met zijwaarts gangen, wat de achterhand weer mooi losser maakt.

Omdat je dus geen echte lengtebuiging in de rug hebt, maak je je paard dus wel losser in bepaalde gebieden (mn hals en achterhand), maar niet sterker, en niet veel soepeler in de rug.

Door met minder stelling te werken, wordt het wat makkelijker om de rug wel échte lengtebuiging aan te laten nemen, maar dan nog is het moeilijk. Als je erop zit, vraag je deze lengtebuiging namelijk met je zit, en als je ernaast loopt, mis je dus een hele belangrijke tool om de rug van je paard los te maken. Je kunt het deels opvangen door niet te veel stelling te vragen, en langs de bakrand te werken zodat de achterhand begrenst word, en je paard dus makkelijker gaat buigen in zijn rug, maar de sublieme hulp is toch wel je houding en zit. Vandaar dat deze ook zo belangrijk is ;)


quadripes schreef
ik heb trouwens dit weekend gelezen in mijn nieuwe boek, even inhakend op wat Woodstock schrijft, dat men moet oppassen om met oefeningen de achterhand van het paard los te maken ipv sterker. Een paard met een losse achterhand kan nooit gewicht opnemen. Dus soepel is niet altijd goed in de klassieke dressuur. Spieren moeten niet altijd uitgerekt worden, maar vaak juist versterkt.

Dit is ook wat Xenophon zegt: mensen denken vaak dat een paard met een soepele achterhand verzameling aan kan, maar het zijn juist de paarden met een stevige, korte lendenpartij die dit kunnen.


Professor schreef
Een mooie uitspraak van Baucher: Wanneer zweet zichbaar word, heeft de mens de grens overschreden.


murphy102 schreef
Het wiel hoeft niet meer opnieuw uitgevonden te worden.
Al die mensen met hun nieuwe sites maken gebruik -ik zeg niet: misbruik- van de onwetende, onkundige en vaak gefrustreerde ruiter, die daardoor op zoek gaat naar...
Binnen de Klassieke Rijleer liggen alle antwoorden voor ieder paard en iedere ruiter.
Hoe je het ook wend of keert, het begint altijd bij de basis van de ruiter (het verkrijgen van een onafhankelijke zit) en de basisopleiding van je paard. De basis eindigt daar waar de verzameling begint, deze basis is dus heel breed: takt, ontspanning (door inspanning verkregen), aanleuning, impuls (Schwung) en rechtgerichtheid.
Misschien is het verstandig om ons eerst eens af te vragen wat dressuur dan eigenlijk wel is?!
Dressuur is het in harmonie ontwikkelen en verbeteren van de natuurlijke eigenschappen van het paard.
De ruiter maakt gebruik van de natuurlijke reacties van het paard op hetgeen wij vragen middels onze hulpen, om zodoende het natuurlijk evenwicht om te zetten in een horizontaal en verticaal evenwicht, balans, onder de man.
De kwalitatieve kenmerken van de klassieke dressuur zijn lichtheid en ongedwongenheid.
Dat moet ons streven zijn. Het valt ook niet mee voor goedwillende ruiters om klassiekgeschoolde instructie te vinden. Meestal werkt dat van mond op mond. Daarnaast is het zo dat veel instructeurs zichzelf klassiek noemen, maar waar je wel je vraagtekens bij kunt zetten.
Paardrijden is logica. Blijf vooral zelf nadenken over datgene wat er gezegd wordt, is het logisch; voer het uit en kom tot een conclusie. De een kan beter met die overweg, de ander met iemand anders; dat is geheel persoonlijk. Maar blijf zelf altijd scherp en vraag altijd waarom je iets op een bepaalde manier moet uitvoeren. Voor diegene die zoekende zijn, hierbij dus mijn mening.
En last, but not least: als iets niet lukt met je paard, stel jezelf of je instructeur altijd de vraag: Wat doe ik fout dat het niet lukt...


Professor schreef
Citaat
Dus als ik bovenstaand goed "begrijp", zou een paard in vrijheid nooit kunnen verzamelen

Het paard kan zeer goed met zit, been, gewichtshulpen gereden worden.

Verkeerd begrepen u mag een paard in de vrijheid dus los zonder ruiter nooit met een bereden paard vergelijken, wij vragen dingen die in de natuur maar heel kort worden getoond en onder veel meer spanning.
Dat is een vergelijk tussen appels en peren. Wanneer u begrijpt wat er werkelijk gebeurd wanneer men paardrijd dan zou u deze stelling hier niet neerzetten.
Het paard kan met zit, been en gewichtshulpen gereden worden daar heeft u gelijk in men kan hem daarmee voorwaarts laten lopen maar niet gaan.
U begrijpt niet wat een ophouding is het is een vervelend woord in het Nederlands, een Parade klinkt al minder hard, maar in wezen is het niet hard, men brengt het paard tot kauwen het nageven in nek en kaak.
Begrijpt u het goed??? Wanneer u ballet zou doen dan zou u begrijpen waarom men spieren moet ontspannen die men normaal zou spannen of makkelijk zou verspannen wanneer men een bepaalde beweging maakt, daarom traint men daarop,
Zithulpen zijn: eenzijdig belastend bijdezijde belastend en ontlastend.
Been/Kuithulpen: voorwaartsdrijvend, zijwaartdrijvend begrenzend.
Zegt u nu hoe men dat dus met deze hulpen doet????


quadripes schreef
S

cheefheid blijft terug komen in elke fase en is niet het grootste probleem van de ruiter. je werkt daar al genoeg aan door telkens niet op dezelfde hand te rijden en daarbij voortdurend te letten op de juiste aanleuning op twee teugels en het paard niet te verbuigen. in de loop van de opleiding zal het paard vanzelf zo steeds rechter worden en naarmate het rechter wordt (dus aan beide zijden evengoed gegymnastiseerd is) zal het zich ook laten verzamelen.

Ik denk dat het verwarrend wordt voor een paard om tempi te rijden als het deze niet kan verwerken in het lijf. Duidelijke overgangen rijden, zorgt ervoor dat het paard de hulpen snel snapt. En een correcte overgang rijden waarbij het paard naar voren blijft bewegen is nog niet zo makkelijk!

hierbij kun je de overgangen gaan gebruiken om het paard nog beter in de aanleuning te bevestigen, want het zal dan vanzelf vanuit het achterbeen 'in het bit' terechtkomen en de buikspieren aanspannen.

Zodra het paard geen moeite meer heeft om in de overgangen voorwaarts naar de hand te zoeken, kan het ook in de tempowisselingen ontspannen blijven. Ik denk dat je met name in de tempowisselingen naar een lager tempo, in de problemen komt met de voorwaartse drang en dat het paard niet in de aanleuning kan blijven.


quadripes schreef
mijn Flex was echt extreem scheef. en door hem gewoon normaal te rijden, kreeg ik hem op twee teugels en eigenlijk alle paarden tot nu toe in de aanleuning. Dat is stap 1, namelijk.

rechtrichten is geen eerste stap, dressuur is hetzelfde als rechtrichten. Rechtrichten is het hele proces, niet een stapje daaruit. je gymnastiseert een paard en bij elk niveau is je paard opnieuw scheef. dus je begint met het eenvoudige proces van op de volte en de rechte lijn telkens ervoor te zorgen, dat het paard genoeg zijn binnenachterbeen eronder zet, zodat hij op beide teugels aanleuning kan zoeken.

deze aanleuning zal niet elke pas precies 50% zijn, maar dat hoeft ook niet.

vervolgens ga je in de africhting een stapje verder, opnieuw is het streven om het paard nu weer op twee teugels te kunnen rijden. natuurlijk kost dat in het begin veel moeite, maar in de loop van het proces, zal het paard ook hierin weer beter worden op beide handen. het is dus dan weer een stukje meer gegymnastiseerd en zo gaat het steeds verder.

van mijn website gepakt en dit is gebaseerd op het boek van Radtke:

'De natuurlijke scheefheid zorgt ervoor dat het paard niet op beide handen gelijkmatig beweegt of aanvoelt. Door middel van rechtrichtende buigingsarbeid (stelling, buiging, gebogen lijnen, zijgangen) kan men zijn paard in de loop van de africhting steeds beter rechtrichten.

Men mag niet in de verleiding komen om het paard door middel van de zit 'recht te richten'. Een ruiter dient zich in eerste instantie aan het scheve paard aan te passen. Pas in de loop van de africhting kan de ruiter dan werkelijk in het 'midden' boven het paard gaan zitten.

Voor een zuivere verzameling dient het paard rechtgericht te zijn. Een rechtgericht paard zal soepeler worden en bijna niet meer struikelen of verstappen.'

een paard maakt zich bij genoeg snelheid vanzelf recht, trouwens. (dit heb ik uit een handleiding voor cavalerie)


quadripes schreef
Men moet wel in de gaten houden: er zijn verschillende soorten aanpak in de klassieke dressuur, die telkens op hetzelfde punt uitkomen, maar wel vanaf het begin ongeveer verschillen. (ik doel hier dan op de Franse, de Iberische en Duitse stromingen die zichzelf klassiek mogen noemen vanuit de geschiedenis en door grote militaire instituten in ere worden gehouden en niet op AdB en dergelijke afsplitsingen)

ik denk dat dit in het topic ook telkens doorklinkt.

De manier die ik telkens beschrijf is gebaseerd op onder andere Seidler, het Skala van de FEI en op de aanpak van de Spaanse Rijschool.

Bij de klassieke aanpak van de SRS werkt het als volgt:

Het paard wordt in eerste instantie gereden met het gewicht op de voorhand en dit wordt pas in de latere 'campagneschool' veranderd.

Men rijdt eerst lange lijnen, waarbij de nadruk ligt op het tussen de hulpen houden van het paard en het voorwaartsneerwaartse ligt. Dit duurt ongeveer een jaar of bij sommige paarden nog langer.

Daarna schakelt men over naar het verplaatsen van evenwicht naar de achterhand. Deze fase duurt weer een aantal jaar en wordt de Campagneschule genoemd. Hierin komen onder andere de zijgangen aan bod.

Vervolgens kan men dan met een getalenteerd paard nog doorgaan in de Hogeschool.


quadripes schreef
Maar, in mijn overgangen die ik op de zit en been rijd, blijft het paard wel degelijk voorwaarts gereden, daarom rijd je progressieve overgangen, zodat het paard aanleuning kan behouden. je hoeft dus niet eerst een verzameling te hebben hiervoor. het paard is in balans, want het is in zijn natuurlijke houding.

in de eerste twee jaar van zijn opleiding gaat het paard meer op de voorhand en vindt daarin ook gewoon balans. je moet deze stuwkracht ontwikkelen zodat het paard altijd voorwaarts blijft en vanzelf 'in het bit loopt'.

voorwaarde is wel, dat het paard in eenzelfde tempo en juiste takt loopt, zodat het ontspannen wordt (losgelaten). de volgende fase is dat de ruiter dan kan gaan drijven, waardoor het paard vanzelf in de aanleuning terecht komt. hierdoor komt het ook automatisch in de juiste hoofdhouding terecht.

door een overgang steevast met been en zit te rijden, drukt het paard de rug niet weg, maar valt het vanzelf in een vwnw houding. het is ook zaak om het paard in de overgangen genoeg ruimte naar voren te geven en de tijd om de overgang te maken (progressief dus).

in de loop van de opleiding kun je deze overgangen steeds minder progressief gaan maken, natuurlijk en dan komt ook de ophouding in beeld. echter, ook daarvan is de basis dat men eerst been geeft en het paard naar voren blijft rijden. bij een paard dat al verder is, kun je natuurlijk al meer met de handen 'regelen' en het frame beter beinvloeden, zodat je langzamerhand naar meer gedragenheid toe kunt werken.


Professor schreef
Wanneer u SB op de volte begint dat is alleen de vorm van SB, SB is al moeilijk genoeg op de rechtelijn, het is een oefening die wanneer deze perfect uitgevoerd kan worden, en ik schrijf dat het de moeilijkste oefening is om perfect te rijden en niet ik alleen.
Waarom omdat het hele paard eigenlijk recht is (relatief) en dat men de schouder (optisch) naar binnen wil brengen.
Eigenlijk brengt men of wil men dat het paard de binnenellenboog meer tegen het lichaam brengt en de buitenelleboog iets van zijn lichaam brengt.
Links Schoudervoor (ook wel voorhand voor) Rechts Schouderbinnenwaarts.
[ img ]


Professor schreef
Wijken voor de kuit is een losmakende oefening die de achterknie (banden) extra bewerkt.
De paarden moeten overstappen dus kruisen, het is een oefening om het paard voor te bereiden op de zijwaarts drijvende kuithulp. Het leert het paard voor het been en op het been te reageren.
De beenzetting is voor een leek gelijk, maar is het niet, het binnenachterbeen bij wijken voor de kuit kruist en doet het meeste werk.
Bij de zijgangen Renvers en Travers moet vooral het buitenachterbeen zich meer zijwaarts verplaatsen dus voorwaarts zijwaarts, wat bij wijken niet het hoofd thema is.
Wijken is geen zijgang omdat het niet verzameld word gereden en ook niet verzameld, het is een losmakende oefening niet meer en niet minder.
Men kan de jonge paarden dit makkelijk bijbrengen zelfs voordat zij gereden worden aan de langeteugel (langelijnen is niet het woord hiervoor).
Daarom begrijp ik niet dat men deze oefening als begin oefening neemt voor SB dat is en blijft SV.
Het voordeel van SBuitenwaarts op de GROTE VOLTE is dat het makkelijker is dan SBinnenwaarts de Middelpuntvliedende kracht schakeld men dan uit.


murphy102 schreef
Als men over een volte praat, bedoeld men ALTIJD een volte van 6 m. middellijn, zoals professor ook al zei. Anders praat men over grote volte, volte halve baan of volte 10 m. bij A, C of X. Dus ook de slangevolte met voltes in top zijn altijd voltes met een diameter van 6m.

Ik heb de indruk dat hier en daar het horizontaal evenwicht nogal eens verward wordt met balans, hetgeen het verticale evenwicht betreft. Dus het rechtrichten bevordert juist de balans, dus hiermee wachten tot er balans is, is de omgekeerde wereld. Alle zijgangen en overgangen, kortom alle oefeningen, zijn "gereedschap" om het horizontale evenwicht en de balans te bevorderen; zij dienen dus als doel om dit te bereiken.

Het wijken voor de eenzijdige kuitdruk, oftewel het overschenkelen, is een gehoorzaamheidsoefening die het paard tevens losmaakt. Dit vormt de basis voor de verdere zijgangen.
Bij voorkeur te beginnen met de keertwending om de voorhand, een oefening die helaas tegenwoordig nog maar weinig met de paarden wordt beoefend. Bij deze oefening laat men het paard vanuit stilstand, met de binnenkuit en een lichte stelling (in de nek) de achterhand naar buiten om de voorhand heen stappen. Het binnenvoorbeen is daarbij het spilbeen.
Het grote probleem bij het wijken voor het binnenbeen in de praktijk is dat bij 9 van de 10 ruiters (en in veel L-proeven 10 van de 10 ruiters) de paarden massaal wegvallen over de buitenschouder, door veel teveel verbuiging van de hals en te weinig begrenzing van de buitenteugel.
Om die reden laat ik het liefst de paarden wijken over de hoefslag voor het buitenbeen met een hele lichte stelling (zo zodat de ruiter net het buitenoog kan zien) in een hoek van zo'n 35 graden.
Het grote voordeel hiervan is dat de paarden leren het buitenachterbeen te kruisen over het binnenachterbeen. De achterhand komt daarbij dus op de 2e hoefslag. De ruiter leert zo gemakkelijker te voelen hoe de benen kruisen. Doordat het visueler wordt voor de ruiter (de achterhand wordt immers mee naar binnen genomen), leert de ruiter beter voelen wat hij MOET voelen. Wel moet in de gaten gehouden worden door de instructeur dat het paard hierbij niet te dwars komt (35 graden aanhouden), omdat anders de voorwaartse drang niet behouden kan worden. Dit is een zeer effectieve oefening. In het begin kan een (jong) paard met de schouder wat steun vinden bij het schot, later uitvoeren op de 2e en 3e hoefslag of op de renverseerlijn. Deze oefening kun je weer uitbouwen naar een links- of rechtsomkeert. Dus eerst over de 2e hoefslag wijken voor het buitenbeen; vervolgens links- of rechtsomkeert met behoud van dezelfde hulpvoering en dezelfde lichte stelling.
Voor het meer gevorderde paard kun je vervolgens ook op een 10m-volte in het midden wijken op 2 hoefslagen door de achterhand naar binnen te laten wijken op de 9m volte. Na verloop van tijd kun je deze volte dus steeds meer sluitend maken, indien de ruiter dit uiteraard correct vraagt en uitvoert.
Voorbereidend werk voor het latere "grote" werk. Uiteindelijk moet het paard alle kanten op kunnen gaan in zijwaartse richting op een lichte aanraking van teruggebrachte kuit. Daarbij nooit de voorwaartse drang verwaarlozen. Helaas wordt ook het wijken voor de buitenkuit nog maar nauwelijks beoefend.


murphy102 schreef
Uiteraard bedoel ik dat overgangen en zijgangen het MIDDEL zijn om het doel, het horizontale en verticale evnwicht te bereiken!!


Professor schreef
De travers of appuyeren met de achterhand naar binnen, dan wel met het hoofd naar het beschot.
Beweging op 2 hoefslagen, waarbij het paard licht is gebogen, en waarbij het kijkt in de richting waarheen het zich beweegt.(stelling)
Renvers of appuyeren met de achterhand naar buiten, dan wel achterhand naar het beschot.
De renvers ise een beweging op twee hoefslagen, waarbij het paard kijkt in de richting waarin het beweegt. (Stelling)
De hulpen zijn zeer logisch, het gewicht op de binnenzitbeenknobbel, waarom wanneer men als ruiter het gewicht naar binnenverplaatst wil het paard onder dat gewicht kruipen, het gaat dus naar die richting, dan zou hij eigenlijk naar binnenvallen, maar daar ligt het binnenbeen op de singel en die vermijd dat, en er onstaan automatisch buiging.
Het buitenbeen zorgt daarvoor dat de achterhand ook zijwaarts voorwaarts gaat, wanneer men dit niet zou doen dan zou het paard een normale wending nemen.
De binnenteugel geeft de voorhand de richting aan waarna het naartoe moet (1e teugelwerking) de buitenhand zorgt daar ook voor. (3e teugelwerking)
De binnenhand/teugel zorgt daarvoor dat de stelling constant blijft (verfijnert de stelling).
De buitenhand/teugel zorgt voor de controle over hoofd en halshouding, het tempo en de graad van verzameling dit door middel van halve ophoudingen, en indien nodig arrets.



Een kleine bemerking over wijken voor de eenzijdige kuitdruk:
Wat niet geheel waar is is dat men zegt wijken voor de buiten of binnenkuit, dit geeft men aan met links of rechts aangezien men ook in de baan andere figuren met wijken voor de kuit rijden kan dan alleen aan het beschot. Bovendien is binnen altijd de kant van de stelling daarom geeft men aan voor welke kuit men wijken wil dus linker- of rechterkuit.


Professor schreef
Citaat
Voor het aanleren maak ik al een aanvang tijdens grondwerk dmv de wending om de voorhand en wijken over de hoefslag met het hoofd naar de wand. Erg ouderwets geloof ik maar heel effectief.

Eerste plaats niets is ouderwets, ze maken het alleen nieuw door er een andere naam aan te geven.
Een wending om de voorhand is gelijk aan wijken voor de kuit, en het begin van alles.
Dit begint al aan de hand gewoon grondwerk noemen ze dat tegenwoordig, dat hoord bij de Dressuur gewoon bij opvoeding dus gehoorzaam maken.
Baucher, Fillis deden veel "handwerk" Fillis beschrijft heel duidelijk hoe hij een paard gehoorzaam maakt van het begin af aan.
En de wending om de voorhand is in Duitsland een oefening in de E dressuur, E is Einsteiger.
Die hadden wij "vroeger" ook in Nederland, daarna de B enz....
Het wijken voor de kuit kan al geleerd worden wanneer het paard na het longeren uitgestapt word aan de hand, of op weg naar de wei ik noem maar een zijstraat.


quadripes schreef
als je weerstand biedt op de buitenteugel, dan verkort je de hals en kan het paard niet meer voorwaarts/zijwaarts in de buiging bewegen, volgens mij. daarbij moet je het paard met je buitenbeen voorwaarts/zijwaarts sturen, de binnenteugel in, als het ware. je neemt het paard met de buitenteugel/buitenbeen voorwaarts/zijwaarts mee. dan rijd je achter de hand aan, anders rijd je tegen je hand aan.

ik hoop dat ik het zo goed heb neergezet...


Professor schreef
De buitenteugel(hand) controlleerd de hals hoofdhouding dus ook het langer maken van de hals en ook het tempo, dus die buitenhand mag nooit lang "vasthouden" die moet werken als elastiek altijd verbinding maar niet vast.


quadripes schreef
als ik een zijgang rijd, begrens ik de schouder, maar ik zorg dat het paard wel de hals iets langer kan maken aan de buitenkant. verder begrens ik het paard in het tempo, dus je maakt halve ophoudingen om het paard vermeerderd te laten dragen. maar de buitenteugel dient tot steun voor het paard, dus moet zo rustig mogelijk blijven, zelfs iets naar beneden gebracht worden.

door de zijgang, als die goed wordt gereden, tenminste, wordt het paard vanzelf nageeflijk. zo hoef je dus geen weerstand te bieden in de zijgangen, alleen tempo en richting aan te geven. het doel van de zijgang is het paard zachter te maken in de nek en kaak en daarnaast een vermeerderd ondertreden te vragen, zodat het ook aan de achterhand steeds beter tot dragen komt. Zo komt het paard 'durchs Genick'.

je kunt ook de hals te lang laten worden en dan valt het paard over de buitenschouder weg.

ik denk dat als je gaat weerstand bieden in de zijgangen, dat je eigenlijk zit terug te werken, lomp gezegd

ok ik heb ook even gespiekt bij mijn nieuwe 'held' Kaestner: een grote fout is het aanhouden van de buitenteugel en het toegeven van de binnenteugel, waardoor de eerste, de sturende teugel wordt. en een andere fout is dat de buitenteugel niet rustig blijft (dat is toch wel zo bij weerstand bieden) waardoor de buitenschouder niet op zijn lijn kan blijven.


Professor schreef
Citaat
door de zijgang, als die goed wordt gereden, tenminste, wordt het paard vanzelf nageeflijk. zo hoef je dus geen weerstand te bieden in de zijgangen, alleen tempo en richting aan te geven. het doel van de zijgang is het paard zachter te maken in de nek en kaak en daarnaast een vermeerderd ondertreden te vragen, zodat het ook aan de achterhand steeds beter tot dragen komt. Zo komt het paard 'durchs Genick'.

Wat de zijgangen ook verbeteren is de schouder vrijheid, de de musculus trapezius of monnikskapspier
getraind word dus sterker belast waardoor deze sterker word, de spier die de onderarm naar boven trekt als het ware.

Dan nog iets over balans wat hier steeds weer opduikt, balans is een mixvorm van Nederlands/Engels en word in andere talen niet gebruikt in deze vorm.
Hier een uitleg wat evenwicht is:
In de manege kan de ruiter zijn paard wel een houding opleggen en bij voortgezette dressuur is dit zelfs een vereiste. Bij een paard dat zich in een weinig veranderende houding voortbeweegt op vlakke bodem zal er een nagenoeg konstante gewichtsverdeling zijn over voor- en achterhand. In dit verband past dan b.v. voor een school paard dat gaat met een konstante meerbelasting op de achterhand een term als: „evenwicht op de achterhand“.

Om te bereiken dat een paard onder de ruiter in evenwicht gaat zal het aan twee eisen moeten voldoen: gehoorzaamheid en lichamelijke geoefendheid. Door gehoorzaamheid is het paard erop ingesteld de aanwijzingen van de ruiter te ontvangen en uit te voeren; de lichamelijke geoefendheid maakt de uitvoering mogelijk.
Is de inwerking van de ruiter niet storend voor het paard, maar in overeenstemming met diens aard en graad van africhting, dan wordt bij hem de harmonie der bewegingen — dus het evenwicht — niet verbroken, terwijl het toch, om aan de inwerking van de ruiter te gehoorzamen, een andere houding zal aannemen of de wijze van voortbewegen zal veranderen. Als b.v. een paard op aanwijzing van de ruiter van stap in draf, of van draf in galop overgaat, dan worden wel zijn houding en bewegingen anders; maar als de verandering van gang vloeiend verloopt en de gang regelmatig is, d.w.z. ritmisch en beheerst, dan blijft het paard in evenwicht. Geschiedt dit alles op lichte hulpen van de ruiter dan kan men spreken van rijkunstig evenwicht.


Professor schreef
Men dient een paard in de hand te rijden.
Dit onstaat door de energie die ik als ruiter door het drijven ontwikkel in de hand terug te krijgen en deze om te leiden naar de achterhand.
Alleen in een gevoelvolle ruiterhand neemt het paard de aanleuning aan en kan de ruiter door middel van halve ophoudingen deze ook onderhouden en door deze de hals positie onder controle houden.
Het is geen dwingen door dwingen onstaat juist spanningen die wij als ruiter juist niet willen hebben.
Wij kunnen door halve ophoudingen juist het paard laten ontspannen, halve ophoudingen eindigen altijd in nageven van de hand dit zo snel dat het paard zijn onderkaak weer kan sluiten.
De hand van de ruiter is eigenlijk het uiteinde van de hulpen, door de zit-en beenhulpen opgeroepen verfijnerd en dosseert en leidt deze door en laat ze ook eruit komen.
Wanneer men denkt dat men met zonder halve ophoudingen rijden kan dan beseft men niet wat en hoe deze en met hoeveel gevoel deze gegeven dienen te worden, het hele rijden bestaat eigenlijk hierin.
Leest u alle notities vanaf de Romeinen en Grieken en de ontwikkeling van het rijden maar eens na het is steeds weer de beschrijving van de halve ophoudingen en de hulpen, Steinbrecht beschrijft dat enorm goed en Fillis ook, alleen de halve ophouding helpt niets wanneer het paard niet gehoorzaam is, gehoorzaam komt op de eerste plaats, dan is ook met een kind op school, wanneer die niet luistert kan die ook niets leren.


quadripes schreef
als een paard de halve ophouding niet begrijpt, is er iets mis in de basis. dus moet je weer terug naar het begin. dit heb ik al eerder geschreven en blijft telkens het antwoord.

een paard is niet vanzelf actief tijdens het halthouden, dit kan pas in de loop der tijd ook ontstaan als het paard geleerd heeft om de achterhand 'eronder te zetten'.

als een paard gaat dribbelen, kan het kennelijk de halve ophouding of de hele ophouding niet verwerken in het lijf.

en nageeflijkheid kan niet gevraagd worden, in mijn ogen, dat ontstaat. wel kan het paard worden gevraagd om na te geven in de kaak, doordat de verbinding met het bit daartoe moet uitnodigen. en dat gebeurt als men op de juiste manier de handen draagt en communiceert met het paard. maar daarvoor heeft men een goede hand nodig dus een onafhankelijke en stevige zit.

zonder een goede hand kan een paard niet nageven en ook niet nageeflijk worden.


Professor schreef
Wanneer wij die Skala der Ausbildung in parten snijden.
Het eerste moet men het paard te leren gaan in Takt, dit kan niet zonder Anlehnung en men streeft erna dan de Losgelassenheit te bereiken. Takt is niet alleen de gelijk der beweging het is ook tempocontrolle en dat word bij het aanrijden van de paarden verlangd.
Men ziet dat de Anlehnung (teugelverbinding) steeds weer het middelpunt is, die dient steeds verbeterd te worden. Het hoofddoel is de Durchlässigkeit/Nageeflijkheid(niet te verwarren met nageven)

Der erste Bereich ist die Gewöhnungsphase.
Hierzu zählen:

Takt
Losgelassenheit
Anlehnung

Zur Entwicklung der Schubkraft sind
Losgelassenheit
Anlehnung
Schwung und Geraderichtung
sehr wichtig.

Die Entwicklung der Tragkraft beim Pferd wird durch die Punkte
Schwung Geraderichtung und Versammlung erzielt.

Het is dus zo dat een jong paard wat wij noemen in een dehnungshaltung gebracht moet worden.
Dit doet een paard wanneer hij de hand volgt, dit kan men bereiken door het paard in de hand te rijden zodat het paard het bit opzoekt.
Door een goede verend meegaande hand krijgt een paard vertrouwen in die hand en volgt de weg naar voorwaarts neerwaarts.
Het is zichzelf in het ootje nemen dat een paard zelf die weg zoekt, door drijvende en wakende hulpen begint het paard te begrijpen wat er van hem verlangd word.
De men drijft het paard van achter naar voor in de hand, deze zorgt door weerstand te bieden met veel fijngevoel, dat het paard het bit aanneemt daardoor geeft het paard na in de nek daarna ik de kaak op dat moment gaat de hand voor, daar reageerd een jong paard niet direct op dat dient herhaald te worden zodat het paard begrijpt dat het voorwaarts neerwaarts moet gaan.
Men kan ook niet verwachten van een paard dat het uit zichzelf deze weg vind, vanaf het moment dat een ruiter op een paard gaat zitten is het voor het jonge paard allemaal anders als in de natuur.
En daarom dient men de jongepaarden te ondersteunen, ten slotte heet het Ausbildung/Africhting, daar is niets mis mee.
Wanneer men dit niet wil dan zou men zich niet met paardrijden moeten bezig houden.
De mens wil wat van het paard, het paard is zo goedig om dit ook te doen. De ontwikkeling van de mensheid zou er heel anders uitgezien hebben wanneer wij het paard niet hadden afgericht om voor ons te werken.
Bovendien een paard blijft een paard ook zonder ruiter, een ruiter zonder paard is geen ruiter.
Daarmee wil ik zeggen het paard is zeer belangrijk, maar dat hij vanzelf alles doet nee.
Zelfs wij mensen wanneer wij sporten hebben trainers nodig die onze houding corrigeert.
Dit gaat met aanwijzingen, die aanwijzingen aan het paard zijn de hulpen die oh zo belangrijk zijn, en in wezen zijn het maar een paar hoofd hulpen, die door de dosering net ietsjes anders werken.
Het is dus onmogelijk delen van hulpen niet te geven, vaak denkt men dat men dat doet, en gevoel is goed het gevoel voor het paard en het gevoel van de dosering en aanvoelen van het paard.
Maar de uitspraken van men moet het aanvoelen en dan komt alles van zelf, sorry alleen al om bij de hulpen te blijven, kijkt u eens hoe ruiters de hulpen aangeven van de galop alleen kijken naar het buitenbeen, gewoon een verschrikking ze nemen alleen het onderbeen veel te ver naar achteren en wanneer het paard galopeerd is het been weer weg?
En wanneer men dan vraagt aan de ruiter waar lag uw buitenbeen dan doen zij dat even voor tja totaal anders, dus kom aub niet met gevoel van dat men het goed doet, dat gevoel moet ook vaak gecorrigeerd worden door de instructeur.


quadripes schreef
Een goede zit is van levensbelang voor de rijkunst. het juiste gevoel wanneer het paard iets meer ondersteuning nodig heeft of wanneer men het dier juist even moet ontlasten enz, maar dit is een samenwerking van alle hulpen en dat start meteen, zodra je er op zit. het gaat echter niet vanzelf. een paard wordt door het ruitergewicht nou eenmaal uit balans gebracht en zal langzamerhand door de ruiter moeten worden geholpen weer het evenwicht te vinden.

dit rijkunstig evenwicht varieert van een paard dat nog met het meeste gewicht op de voorbenen zal lopen in de eerste jaren van zijn training tot een paard dat uiteindelijk in de levade het gewicht volledig op de achterhand heeft genomen.



Professor schreef
Citaat
Professor, heeft u een mening over de teugelvoering van Philippe Karl en dan bedoel ik zijn "2 hoge handen"-theorie?! Hij gebruikt deze bij paarden die achter de teugel lopen om zodoende het paard letterlijk op de achterbenen te krijgen, ook al ontstaat daardoor even een holle rug bij het paard en loopt het paard zelfs ver over zijn natuurlijke hoofd-hals-houding heen. Horst Becker en Hinrichs zijn het niet met hem eens, want "dit zou het paard teveel uit balans halen". Zelf gebruikt Horst Becker wel de hoge hand, maar dan alleen de binnenhand. Gezegd moet echter worden dat deze meester, Philippe Karl, de paarden toch zeer snel daarna "voor elkaar" heeft. Dat kan waarschijnlijk dan ook alleen een grootmeester.
Wat is uw standpunt hierin?

Zal het proberen kort te maken, Philippe Karl heeft gelijk, hij werkt ook met een binnenhand die 1 finger hoger is dan de buitenhand. ( een hogere hand is gevoelvoller dan een lage hand bovendien ontlast het de druk op de lagen).
Horst Becker heeft dit afgekeken of beter Freddie Knie van Fillis, alleen passen zij het overdreven toe, dat is nu eenmaal in het circus normaal, men mag daar de hulpen zien omdat de leek in het publiek dat moet zien daar is niets mis mee maar niet Klassiek omdat die geen hulpen willen zien.
Lörke´s lijfspreuk, het zweet mag men niet zien of ruiken het moet er moeiteloos uit zien.
Mijn opvatting is, men leert dat de lijn elleboog pink 1 lijn is.
Het voordeel van stang en Trens is dat de hogere hand fijner werkt omdat het natuurlijker is voor de ruiter, het voordeel is dat een hoge hand niet hard is.
Daarom ook de binnenhand hoger, dan laat men het binnenbeen van het paard eruit die kan makkelijker naar voren treden omdat het bit in de mond ontlast word.
Niet alleen Karl rijd zo, Stensberg, Steinbrecht, Dreyhausen, Walzer, Lörke noem maar op.
Maar deze Meesters die konden theoretisch hun handen naast hun hoofd houden dan werkten zij nog fijn en zacht.
Denk dat de huidige ruiter niet de disipline hebben en het uithoudingsvermogen om het belangrijkste van het hele rijden de onafhankelijke zit, en dat zijn ook de handen.
Maar het beste voor de minder begaafde ruiters is nog altijd de lijn die ik hier eerder geschreven heb.



Professor schreef
De verlichtezit, hoort bij het Klassiek rijden.
Barokke dressuur werd alleen in de Barokke tijd gereden het is een epoche in de geschiedenis elk Hof had zijn eigen Stallmeister die zijn eigen inbreng daarin had, paardrijden hoorde bij de opvoeding dus werd deze vaak zo eenvoudig als mogelijk gehouden.
Remonte zit, ook wel ontlastings zit genoemd is niet een vergelijk met de verlichte zit.
Wanneer men goed nadenkt kan men in de klassieke dressuur niet lichtrijden, bovendien totaal overbodig.
Lichtrijden is ontstaan om niet als ruiter te vermoeien en de troepen zo snel mogelijk leren rijden zodat ze zo fit mogelijk van punt a naar b kwamen.
Er is de dressuur zit, de springzit, de verlichtezit, de ontlastingszit(voor remonte) en de renzit.



quadripes schreef
@nombrado: er is een gigantisch verschil tussen het alleen voorwaarts bewegen en het voorwaarts/opwaarts, paarden kunnen ook nog alleen opwaarts bewegen. dat laatste zien we vooral in de GP dressuur en bij mensen die barokke paarden op de verkeerde manier rijden.

spronggewrichten mogen niet alleen maar opwaarts bewegen, dat is een teken van verkeerde verzameling.

het begint allemaal bij het juiste voorwaarts rijden met genoeg ruimte, vervolgens komt daar vanuit het voorwaartse het opwaartse bij.

en voorwaarts is niet hetzelfde als hard of temporijden, voordat dat weer verkeerd wordt opgevat.


Professor schreef
Nageven van de hand is zo snel als de bliksem, en bij het nageven is de teugelverbinding ook heel kort er niet.


quadripes schreef
ik begrijp de obsessie met dat rechtrichten niet... het is iets dat in de loop van de opleiding van het paard vanzelf wordt opgelost.

ik heb deze vraag al een paar keer eerder gesteld en ik heb ook al een aantal keer aangegeven, dat het hele proces tm de hoge school in feite rechtrichten is. toch lijkt het telkens alsof het het startpunt is.

dat is het niet en dat kan het ook nooit worden.

de ruiter zal zich in eerste instantie aan moeten passen aan de scheefheid van zijn paard, om het paard niet te hinderen. en na jaren van training zal je dan vanzelf steeds beter en rechter op je paard kunnen zitten.

de klassieke leer richt zich helemaal niet op rechtrichten, het is een telkens weer terugkomend onderdeel, omdat een paard in de loop van de opleiding wordt 'rechtgericht' door het rijden van de zijgangen en dit wordt rechtrichtende buigingsarbeid genoemd. alleen een volledig opgeleid paard t/m GP niveau is volledig recht in het lijf en kan een rechte lijn ook recht in het lijf afleggen.


Professor schreef
Belangrijke principes van de Klassiek Rijkunst, is de vrijwillige medewerking van het paard, en een spier training die het paard in de gelegenheid stelt om het gewicht van de ruiter te dragen in alle opgave die wij hem stellen zonder schade een aan lichaam en psyche.
Hiermee word de Schwung van het paard - zijn vermogen van zijn spieren om te bewegen - gesterkt om het paard het mogelijk te maken zijn gewicht meer te laten dragen door de achterhand door het meer dragen van hals en hoofd waardoor de grote gewrichten in de achterhand zich meer buigen.(Hankenbiegung) . De ruiters worden aangemoedigd om voortdurend over hun verbondenheid met het paard en dienen steeds aan zichzelf te werken(zit en hulpen), en de fouten niet bij het paard maar bij zichzelf te zoeken.

In tegenstelling tot het gebruik van de gebruiksrijderij schenkt men grote waarde voor fijn effect, een weichstmögliche, altijd klaar om toe te geven en uit de hand onzichtbare hulpen geven uit een juiste en effectieve zit.
Het verschil tussen gebruiksrijderij (cavalerie) word bij het Klassieke rijden grote waarde gehecht aan een zeer fijne inwerking en bijna onzichtbare hulpen, en in iedere situatie een nageeflijke ruiterhand uit een juiste en effectieve zit.



Professor schreef
Die Skala der Ausbildung, is niet punt voor punt na te streven het vloeit in elkaar over, het belangrijkste in elke training is de correctie van de ruiter zijn/haar zit en de fijnheid van de hulpen.
Dan komt men automatisch op het punt van de aanleuning het belangrijkste punt sowieso, hebben wij die niet in orde dan kan men geen paard in een zuivere Takt laten gaan, en kunnen geen oefening werkelijk rijden.
Denk dat men het punt zit en ruiter veel te veel vergeet, wanneer men ziet dat in Wenen elke Bereiter en ook Oberbereiter zijn zit laat corrigeren aan de longe en die steeds meer perfectioneert.
Waarom uit een goede zit komen duidelijke aanwijzingen (hulpen) van de ruiter. Daarom moet een zit steeds weer verbeterd worden, wanneer men zichzelf in zijn zit onder controle heeft dan is het ook mogelijk het paard onder controle te krijgen.
Daarmee wil ik zeggen zelfdiscipline, wanneer men die niet heeft bij het rijden, dan mag men ook niet verlangen dat het paard deze heeft.


Professor schreef
Rijden leren kan iedereen, alleen het rijtechnisch gevoel leert niet iedereen.
Elke soldaat leerde men rijden, niet elke soldaat kwam in de elite afdeling van de officieren om dressuur te leren rijden dat waren alleen de talenten die gevoel voor het rijden hadden.

Link naar dit berichtGeplaatst: 06-06-11 09:16 



 
Profiel   

quadripes schreef
aanleuning is afhankelijk van het paard, sommige paarden zijn heel licht, andere voelen wat zwaarder aan. maar het paard moet altijd op eigen benen lopen, want anders heb je geen aanleuning dan gebruikt het paard gewoon het bit als steun.

aanleuning is hetgeen dat het paard moet maken, contact onderhou je zelf. dus het is eigenlijk een heen en weer communicatie tussen mond (en dus eigenlijk het hele paard) en je hand.

via de aanleuning kun je voelen of een paard goed doortreedt of niet. en dan kun je dat herstellen door een juiste hulp te geven. natuurlijk wordt dat in de loop van de africhting steeds 'fijner'.


quadripes schreef
aanleuning moet altijd uit het paard komen, dus vanuit de achterhand. je kunt een paard dmv losmakende oefeningen daarnaast uitnodigen om na te geven.

je mag dus nooit lang druk uitoefenen op het bit, alleen het contact onderhouden. kantelen en schudden zijn tekenen dat er te lang druk gezet wordt en er niet van achteruit wordt gereden of dat er op 1 kant vastgepakt wordt door de ruiter.

en hoger instellen: wat mij betreft doe je dat door een paard meer te gaan verzamelen van achteruit, waardoor het vanzelf opgericht wordt. niet door 'hoger in stellen'

edit: er is een wezenlijk verschil tussen nageven en nageeflijkheid.



murphy102 schreef
Wat ik bedoel, Professor, is dat het paard in ieder geval door de nek is en dus nageeft in nek en kaak. De voorwaartse drang, opgewekt en gecontroleerd door de ruiter (door aktief van achteren naar voren te drijven en deze op te vangen) is voor mij gelijk aan impuls. Dus we bedoelen hetzelfde. Met nageeflijk duidde ik aan: door de nek, nageeflijk in nek- en kaakgewricht (anders praat ik over totale nageeflijkheid).
Vanuit dit proces ontstaat de aanleuning. Gevolg: paard gaat over de rug; er is totale nageeflijkheid, Dürchlässigkeit: het paard is ontvankelijk voor alle hulpen.
Ik was misschien onduidelijk in de laatste zin, doordat ik een 2e opmerking van Marlies meenam daarin.
Dat stuk over lichte of geen contact had tussen haakjes moeten staan. Want op dat moment is het paard uit elkaar gevallen; loopt evt. achter de teugel en dan komen de hulpen dus juist niet meer door.
Sorry voor de onduidelijkheid. Ik hoop, Xmarlies, dat je begrijpt wat ik bedoel. Het gaat dus om een veerkrachtige, elastische verbinding, wat je moet voelen.

quadripes schreef
lopen is wat het paard doet als er geen ruiter op zit (of een ruiter die geen of een slechte invloed op het paard uitoefent)

gaan is de term voor het paard dat op de juiste manier gereden wordt (of gelongeerd of op een andere manier gewerkt). het beweegt zich dan in een rijkunstig evenwicht en is gehoorzaam aan de hulpen en alert.


murphy102 schreef
Ik doe nog een laatste poging, hoewel ik het eigenlijk al opgegeven had.
Een paard LOOPT van nature in een in natuurlijk evenwicht, Nombrado, maar wij willen een rijkunstig evenwicht bereiken, omdat wij de keuze hebben gemaakt als mens om op die rug van dat paard te gaan zitten en als er dan niet op een correcte manier wordt rechtgericht, is dat schadelijk voor de gezondheid van een paard met alle blessures van dien.
Alle oefeningen die we terug zien in de K.R. tot aan de Hoge Schoolsprongen toe, kan een paard uitvoeren vanuit zijn natuurlijk evenwicht. Dat weet iedereen, anders zou dat niet gedaan worden. De KUNST is om het in rijkunstig evenwicht uitgevoerd te krijgen en daardoor dus met alle medewerking van het paard. Dan hebben we een Happy Athlete...!



quadripes schreef
om nog eens in te gaan op de moeilijkheid van het paard in wendingen of zijgangen recht te houden: een rechtsgebogen paard zal in een linkerwending proberen om zijn rechterachterbeen (dat liever niet stuwt) te ontlasten en deze dus buiten de massa neer te zetten. in de schouderbinnenwaarts links komt dit ook voor enz. het is erg moeilijk om dat te controleren als je op de grond staat. het paard zal daarom in deze buigingen dan ook star en moeilijk aanvoelen. het zal op het linkervoorbeen willen vallen en proberen in zijn rechtsgebogenheid de volte of oefening te blijven volharden. trekt men dan aan de linkerteugel om dit probleem 'op te lossen', zoals men vaak doet, snapt men niet dat dit in feite het buitenachterbeen is wat het probleem veroorzaakt.

daarom is dit aan de hand niet of nauwelijks te corrigeren, behalve in samenwerking met een duidelijke begrenzing van de schouder en met de zweep of bakrand. maar dan nog is het erg lastig en daarom is het werk aan de hand wel geschikt om oefeningen aan te leren, maar moet het rijden het paard werkelijk gymnastiseren. men kan een paard niet rechtrichten vanaf de grond.



Professor schreef
De echte slangevolte, zoals ik die noem en niet dat veredelde afwenden.
Daaruit kan men ook steeds volte halvebaan rijden dus meerdere achterelkaar beginnend op de middenlijn.
Cavaletti arbeid nooit meer als 4 cavaletti achter elkaar, en het liefst op de gebogenlijn.

Ook cavaletti arbeid in galop, vooral niet vergeten.
En de cavaletto mag in stap en draf niet hoger zijn als 20cm.


Professor schreef
Also het is dus niet ongebruikelijk met die volte´s drin.
Wat ook kan een slangevolte aan de lange zijde, die gaat dan tot aan de middenlijn, men zet een volte in van 8 meter en halverwegen de middenlijn maakt men een volte naar rechts, dan komt men weer naar de langezijde haverwegen middelijn en langezijde en rijdt een halve volte van 8 meter naar links dan raakt men de langezijde en raakt daarna weer de middenlijk.
Dit is en ook met de volte op de slangelinie prachtig voor het buigen van het paard (lengtebuiging)
Die aan de langezijde heeft nog meer voordeel aangezien het sneller op elkaar volgt en het paard steeds weer omgesteld moet worden vanwegen de nieuwe richting.

Kan wel niet tekenen maar probeer het:
[ img ]


quadripes schreef
ik denk dat je niet altijd de focus op dat nageven moet leggen, maar dat het nageven door oefeningen (losmakende oefeningen) bespoedigd kan worden. zodra het paard contact zoekt met de hand kun je dat wel steeds sneller beantwoorden en zo bevestigen. echter, mensen beginnen altijd met nageven. en dat is van voren naar achteren werken. daarom wil ik daar altijd een beetje minder de nadruk op leggen.


quadripes schreef
nageven is in feite een laatste stap als het paard correct gereden is vanuit het vwnw naar aanleuning, zal het ook bijna vanzelf nageven als de aanleuning correct is en het paard op de juiste manier gereden wordt. in feite hoef je dan alleen maar het contact te onderhouden en te zorgen dat het paard zich soepel houdt in nek en kaak. een paard dat goed gereden wordt heeft ook geen aanleiding om zich daar stijf te maken en zal graag op het bit kauwen en daarom ook nageven.



quadripes schreef
dus: zoals ik al zei als het paard correct in de aanleuning gereden wordt, zal het nageven geen probleem zijn en zul je de oefeningen ook kunnen rijden. de oefeningen worden dan ook aangewend voor het juiste: het trainen van de achterhand waardoor het paard wendzamer wordt en daarom weer makkelijker in de aanleuning blijft en daardoor vanzelf steeds meer verzameld wordt en dus ook vanzelf steeds meer in de oprichting terecht komt.


Citaat


murphy102 schreef
Galop is een asymetrische beweging. Daarom is het belangrijk als voorbereiding eerst wat stelling naar rechts (voor de rechter galop), evt. schoudervoor en het paard goed gebogen om het binnenbeen te houden.
Dan de halve ophouding.
Het binnenbeen onderhoudt de lengtebuiging en de impuls.
Buitenbeen een halve tot hele handbreedte achter de singel, stil.
Het gewicht op de binnen zitbeenknobbel.



murphy102 schreef
Voor we aan een galopchangement toe zijn, dienen we wel aan een aantal voorwaarden te voldoen:
* het paard moet op de kleinste galophulp reageren; dus de galop moet bevestigd zijn en een goede 3- takt-galop zijn.
* het paard moet de overgangen stap-galop goed kunnen maken.
* het is wenselijk als het paard de contragalop beheerst.
* het paard moet nageeflijk en dus Durchlässig zijn.
* de ruiter dient de galopbeweging door en door te kennen en dus te kunnen voelen wanneer het zweefmoment komt.
* het paard dient goed naar voren gereden te zijn in galop, dus liever niet te verzameld.
Verzameling is GEEN voorwaarde voor het changement. Vergeet ook vooral niet dat een paard van nature heel gemakkelijk kan changeren.

Bijvoorbeeld, we willen van de linker galop naar de rechter galop changeren:
Belangrijk is te begrijpen dat we changeren TIJDENS het zweefmoment!

In de linkergalop zitten we op de linker zitbeenknobbel en hebben dus onze linkerheup iets naar voren.
Op de diagonaal (bijv.) gaan we iets zwaarder op de linker zitbeenknobbel zitten, voor het changeren: dit wordt immers onze nieuwe buitenzitbeenknobbel!
Het linker achterbeen wordt dus zodoende zwaarder belast.
De rechterzijde (zijde van de nieuwe galop) krijgt zodoende meer vrijheid en dus bewegingsruimte.
Op het moment dat het linker voorbeen weer op de grond komt, verplaatst de ruiter zijn gewicht naar de nieuwe binnenzijde en gaat dus weer op de rechter zitbeenknobbel zitten, waarbij de rechterheup iets voor komt.
Op dat moment verandert ook de plaats van de benen van de ruiter: het linkerbeen een handbreedte achter de singel, het rechterbeen eraan, zonder af te steken.
De stelling moet natuurlijk mee veranderen met de nieuwe galop. De ruiter moet daarbij uitkijken dat hij/zij niet per ongeluk een ophouding geeft, waardoor het paard afremt. Het paard moet goed naar voren blijven springen, zonder te gaan rennen.
Het probleem dat vaak ontstaat bij het wisselen van de stelling, is dat de ruiter vaak TEVEEL stelling gaat vragen, waardoor het paard overkruis gaat, het kan buitenachter dan niet meenemen.
Vaak gaat het al als vanzelf de stelling meenemen, dus liever geen over-concentratie hier op.
Als het paard goed reageert op de hulpen en de ruiter dus precies in het zweefmoment changeert, kan men op den duur steeds kleinere, fijnere hulpen geven.



Professor schreef
murphy102 schreef
Ik begrijp wat u zegt. Ik denk ook niet dat het een must is dat een paard de contragalop beheerst, maar dat als een paard dat eenmaal beheerst dat het het aanleren wat gemakkelijker kan maken. Daarom vind ik ook dat het verzamelen geen voorwaarde is, maar dat, nadat men "dit kunstje" heeft aangeleerd, het van het grootste belang is dat het "sausje" van het Scala erover heen komt en het paard dit dus ook vanuit de verzameling moet gaan leren uitvoeren.

Vele paarden heb ik het bij moeten brengen, velen waren geprogrammeerd in de contragalop, daarom om het zachtjes te zeggen haat ik de contragalop om die voor het aanleren van het changement te bevestigen.
Een changement spring ik met jonge paarden al heel vroeg, net zo als de springruiters. (ben zelf ook springruiter geweest)
Daarna leert men ze het beschaafder, en wisseld dat af met contragalop, een paard wat een changement kan springen heeft geen moeilijkheden in de contragalop te blijven.



Professor schreef
Tot de hogeschool van het rijden (haute école, equeitation savante, artistique, haute édquitation, Hoheschule) behoort elke gang, elke figuur, elke beweging die in verzameling wordt gereden.
m.a.w.: met het verzamelde, in verzameling gaande paard.

De lichtheid (légèreté) is niet anders dan de nageeflijkheid in alle gewrichten en spieren, d.w.z. gewrichten en spieren van de achterhand, lendenen, rug , hals, nek en kaakgewricht.
De nageeflijkheid (Anlehnung Duits) (légèreté Frans) verkrijgt men door oefeningen die steeds meer met meer inpulsiviteit gereden worden.
De nageeflijkheid is dus in het gehele paard, waarvan de hand de manometer is, die voelt door het nageven van het kaakgewricht en nek hoe de lichtheid is.
Generaal L´Hotte citaat: De na te streven lichtheid wordt gekenmerkt door het in actie brengen door de ruiter en het gebruik, dat het paard maakt van die krachten die nodig zijn voor de gevraagde beweging.
Voor de kundige ruiter komt het eropaan, welke oefeningen hij benutten moet om bepaalde weerstanden op te heffen.



Professor schreef
Nu plaats ik iets om eens duidelijk te maken waarom men over de zit het over balans heeft maar niet bij het paard.


Citaat
Evenwicht

Evenwicht is een term die in de rijkunst een eigen betekenis heeft.
Daar paardrijden dynamisch is, zal een omschrijving van deze term gericht moeten zijn op het evenwicht van een zich bewegende massa, inclusief de massa paard-ruiter. Men kan in dit verband dan ook niet onder evenwicht verstaan: het gelijkmatig over de vier benen verdelen van het gewicht van paard en ruiter, hetwelk immers alleen mogelijk zou zijn bij een stilstaand paard. Bij een zich bewegend paard is de gewichtsverdeling voortdurend aan verandering onder hevig, zodat hier alleen gesproken kan worden van een dynamisch evenwicht, hetwelk het resultaat is van de samenwerking van alle op het paard inwerkende krachten, zoals voortstuwende kracht en zwaartekracht. Verlopen alle bewegingen beheerst, d.w.z. vloeiend, regelmatig, soepel — dus zonder krampachtige spierspanningen, dan kan men zeggen dat de beweging evenwichtig verloopt, dat er evenwicht is in de beweging, ofwel: dat het paard in evenwicht is.
Een paard kan dus „in evenwicht zijn“ in alle gangen en in alle tempi — en zulks niet alleen op vlakke bodem; ook in ongelijk terrein en over hindernissen kan een paard in evenwicht zijn. Het is duidelijk dat b.v. bij het gaan door ongelijk terrein nimmer sprake kan zijn van een enkele „evenwichtshouding“ of van een voortdurende gelijkmatige belasting van voor- en achterhand, want al naar gelang de situatie van het terrein waarin het paard zich op dat moment bevindt zal dc voor- of de achterhand meer of minder belast worden. Van nature zal het paard steeds die houding aannemen die het hem moge lijk maakt zich veilig en op de meest ekonomische wijze door het terrein te bewegen, daarbij zijn gewicht over voor- en achterhand ver delend naar mate dc omstandigheden zulks vereisen. Dit is het natuurlijk evenwicht. De gewichtsverdeling bij dit natuurlijk evenwicht is dus niet konstant maar, aangepast aan de eisen die bodem, gang en tempo stellen, voortdurend aan verandering onderhevig. Het is uitermate belangrijk voor het campagnepaard en het dient dan ook als eerste eis gesteld te worden dat het bekwaam is zijn even wicht te bewaren bij een voortdurend wisselende gewichtsverdeling, waarbij het dus steeds zijn houding zal veranderen. Het paard doet dit dus zelf en de ruiter zal het beslist niet een houding (en gewichts verdeling) mogen opleggen, daar hij het dan zou hinderen in zijn vrije bewegingen, dus het paard zou beletten zijn evenwicht te bewaren of te herstellen.

In de manege kan de ruiter zijn paard wel een houding opleggen en bij voortgezette dressuur is dit zelfs een vereiste. Bij een paard dat zich in een weinig veranderende houding voortbeweegt op vlakke bodem zal er een nagenoeg konstante gewichtsverdeling zijn over voor- en achterhand. In dit verband past dan b.v. voor een schoolpaard dat gaat met een konstante meerbelasting op de achterhand een term als: „evenwicht op de achterhand“.

Om te bereiken dat een paard onder de ruiter in evenwicht gaat zal het aan twee eisen moeten voldoen: gehoorzaamheid en lichamelijke geoefendheid. Door gehoorzaamheid is het paard erop ingesteld de aanwijzingen van de ruiter te ontvangen en uit te voeren; de lichamelijke geoefendheid maakt de uitvoering mogelijk.
Is de inwerking van de ruiter niet storend voor het paard, maar in overeenstemming met diens aard en graad van africhting, dan wordt bij hem de harmonie der bewegingen — dus het evenwicht — niet verbroken, terwijl het toch, om aan de inwerking van de ruiter te gehoorzamen, een andere houding zal aannemen of de wijze van voortbewegen zal veranderen. Als b.v. een paard op aanwijzing van de ruiter van stap in draf, of van draf in galop overgaat, dan worden wel zijn houding en bewegingen anders; maar als de verandering van gang vloeiend verloopt en de gang regelmatig is, d.w.z. ritmisch en beheerst, dan blijft het paard in evenwicht. Geschiedt dit alles op lichte hulpen van de ruiter dan kan men spreken van rjkunstig evenwicht.



Professor schreef
Een gang is stap draf en galop.
Overgangen het woord zegt het al, men gaat over de gangen.
Dus verschillende gangen rijden achterelkaar door elkaar heen noemt men overgangen.
Voorbeeld: stap-draf-galop. galop-draf-stap. En dit in verschillende variaties.

Tempi zijn de verschillende onderverdelingen in de verschillende gangen.
zoals in draf: Verzameldedraf, arbeidsdraf, middendraf en uitgestrektedraf, wanneer men die achterelkaar of door elkaar rijdt noemt men dat Tempirijden of Tempiwisselingen rijden.



quadripes schreef
de aanleuning komt van achteruit en een paard kan alleen op de juiste manier nageven als het op de juiste manier van achteren naar voren wordt gereden. een paard dat op die manier wordt gereden, zal ook vrij snel leren om na te geven.

echter, mensen beginnen met nageven zonder dat hun paard in de aanleuning gaat. dan komen de problemen in het lijf.

nageven is geen begin, het is een logisch vervolg. en ik vind trouwens dat dat niet met een weerstandbiedende hand voor elkaar komt, die maakt de verbinding dood en star. het paard moet in mijn ogen niet wijken voor druk, maar een antwoord geven, een dialoog aan willen gaan.


quadripes schreef
lichtheid is niet hetzelfde als losgooien aan de voorkant. lichtheid ontstaat aan de achterzijde, doordat het paard goed ondertreedt, wordt het licht aan de voorkant. het gaat dan in oprichting en Gleichgewicht met een licht contact met de hand van de ruiter. Lichtheid = Legerete = nageeflijkheid = Durchlaessigkeit , dat staat niet gelijk aan een losse teugel.



quadripes schreef
alleen een ruiter die goed kan zitten, kan een goed gebruik maken van zijn handen, benen en gewicht (zit). alleen dan kun je heel fijne, afgestemde hulpen geven en voelen wat er onder je gebeurt. in feite moet je niet meer bezig zijn met 'erop blijven zitten'.

ik denk dat het niet alleen aan de longe te leren is, maar de weg die men tegenwoordig volgt, door meteen te gaan rijden zonder te weten hoe men moet zitten, is een veel langere met onnodige hobbels waardoor er onnodige spierspanning wordt aangeleerd die weer heel moeilijk is af te leren.

juist aan de longe kan men zich helemaal richten op de zit zonder zelf op het paard te hoeven letten, zodra men gaat rijden moet men weer het paard kunnen begeleiden en leiding geven. waardoor de aandacht voor de zit vaak weer verslapt. dat kan ook soms niet anders. aan de longe kan men dan regelmatig weer correcties doorvoeren, zodat de houding en zit steeds sneller gecorrigeerd raken en waardoor je dan tijdens het rijden steeds beter een goede zit kunt handhaven.

tegenwoordig lukt dat niet meer, waardoor grote fouten ontstaan die weer moeilijk te corrigeren zijn. en door die fouten in de zit krijgen ook de paarden spanningsfouten die anders te vermijden waren geweest.

het is een beetje een sneeuwbaleffect, zou je kunnen zeggen. slechte ruiters brengen slechte paarden voort.



Professor schreef
Dan mag ik ouderwets zijn, maar het bevreemdelijke is dat ik wel examen gedaan heb in de bewegingsleer van de mens.
En dat vele artsen en fysiotherapeuten met mij samen werken en mensen met rug- en andere problemen gewoon aan mij overlaten en dat zij naar "goed" leren zitten weer functioneren.
Dat naast het paard conditie opbouwen is ok, maar wist u dat topatleten zoals schaatsers het enorm moeilijk hebben op een paard.
Kracht moet men hebben in zijn benen en rug, en dit kan men leren op paard.
Wanneer men dat leert naast het paard dan traint men verkeerde spieren die men op het paard juist niet wenselijk zijn.
Men moet en dient als instructeur juist wel te weten wat het menselijk lichaam aan kan en wat niet, dat werd geleerd en daar leert men nog steeds in door. Omdat paard en mens niet te scheiden zijn bij het paardrijden, men dient er een éénheid van te maken als instructeur.
Het is belachelijk dat men denkt dat beid onafhankelijk van elkaar kunnen trainen aan de houding en spieren.
Het in balans blijven, en onafhankelijke te zitten zeer complex, dat men nooit en te nimmer van de grond af kan leren. Heb zoveel voorbij zien komen in al de jaren sta er nog steeds "open" tegenover, maar heb nog steeds gewonnen van hen die denken dat zij een ruiter "sneller" tot een goede zit kunnen brengen als dat men het doet in Wenen of wat ik geleerd heb.
Gewoon een ruiter zonder teugel zonder beugel een week lang 2 uur per dag aan de longe.
William Steinkraus heeft zich laten corrigeren in zijn zit 3 maanden lang in Münster voor de Olypische Spelen die hij gewonnen heeft 4 uur op een dag.
De zit leert men alleen op het paard, de spieren versterken ook, mits men weet wat voor oefeningen ervoor nodig zijn.
En dat de instructeur dit niet zou weten is een deficit in de opleiding van de instructeur maar dat had ik al eens geschreven in dit topic, heb er ook een plan opgezet hoe het werkelijk zou moeten zijn.
Dit geld trouwens voor een paar ook.



murphy102 schreef
Tja, ...de onafhankelijke zit!
Heb zojuist de dvd van het hengstentation van Paul Schockemöhle zitten bekijken. Het was heerlijk weer eens paarden gereden te zien worden zoals het hoort: voorwaarts van achteren uit zonder voor op de handrem gezet te worden, zonder valse knik! Oh, er was genoeg op de zit van een aantal mensen aan te merken, hoor, maar ze zaten hun paard niet in de weg, sterker nog: er zat slechts 1 (misschien 2) routinier tussen. Een verademing. Doordat de paarden anders gereden worden, klassiek dus, en doordat mensen anders op hun paard zitten, konden paarden laten zien wat ze in huis hadden. Dit in tegenstelling tot wat onze Nederlandse top- en subtopruiters laten zien. Dan heb ik het niet over ruiters als Sander Marijnissen e.d. Ga eens kijken bij de PAVO-cup of waar dan ook.
Uiteraard werd ook Totilas getoond, eerst onder Gal, daarna onder Alexander Matthias Rath. Dacht toch echt dat er een ander paard binnen kwam, in die zin, dat Totilas 2x langer is geworden onder Rath!!
Deze ruiter doet zijn uiterste best om dit "modern" gereden paard (ja, verrreden is wel het woord) om te turnen naar een klassiek te scholen paard. Het valt niet mee om die geprogrammeerde kunstjes er uit te rijden. Met name dat voorbeen-gewapper en een achterbeen wat er niet IS, zal veel tijd in beslag gaan nemen en zal zeker ten koste gaan van het spektakel, maar er zal een ander paard onder vandaan komen.
Om weer terug te komen op het onderwerp van de onafhakelijke zit:
Edward Gal hangt achterover in een stoelzit met een BOLLE onderrug. Zijn voorbenen komen al VOOR de singel uit bij de elleboog van het paard. Gelukkig houden die mega-wrongen op zijn zadel hem IN het zadel en voorkomen deze dat de benen van Gal op de schouders van het paard belanden...! Algehele stijfheid in het lichaam van Gal!
Dan naar A.M. Rath: deze jongeman heeft een keurige correcte zit, getuige de licht-HOLLE onderrug die ontspannen is!. Als gevolg daarvan een correcte beenligging!
Een zeer plezierig ogende Rath in een correcte, onafhankelijke zit, die zijn paard volgt in de beweging en hem geen moment in de weg zit, terwijl hij zijn handen vol heeft aan de omscholing van dit paard.

Sportscholen dienen een commercieel belang voor diegene die lekker achter S.J. aanhobbelen. Ik heb niets tegen sportscholen ansich, maar een onafhankelijke zit leer je alleen te ontwikkelen OP een paard!
De bewegingen van dit levende materiaal zijn NIET te verkrijgen in een sportschool! Diegenen die dat hier wel verkondigen hebben dan zelf zeer waarschijnlijk ook geen onafh. zit en begrijpen ook niet wat het IS! Op een sportschool werk je alleen aan conditie. Getuige de houding van de Nederlandse topruiters. Zij werken zich suf in de sportschool en hangen (op een enkeling na; reeds genoemd) in een stoelzit of REMzit op/in hun paard.
Zoals Professor ook al benoemde, Anky zat vroeger, net als Adelinde overigens, prachtig op haar paard. Daar is niets meer van over!

Inderdaad, zelf ben ik ook van de ouwe stempel. Zitten en dus ook een onafh. zit verkrijg je en verbeter je je leven lang op heel veel verschillende paardenruggen.
Hoe?
* Zitles aan de longe met alle mogelijke oefeningen, tot en met het buitenbeen over de hals van het
paard in ALLE gangen met de armen zijwaarts, enz. enz.
* Verlichte Zitles met alle mogelijke oefeningen die daarbij horen,... ja, voor de dressuurruiter!
* Springles, cavalettiwerk met de armen op de rug en zelfs zonder beugels over laag werk. "Zit" daarbij
op je knieën en bovenbeen; rechte rug, maar liever een holle dan een bolle rug; enkelgewrichten naar
binnen gekanteld. Hier uithoudingsvermogen in krijgen. Wordt veel te weinig gedaan! Dressuurmatig
springen of springtechnisch dressuren!
* Voltigewerk!!
* Regelmatig tijdens het dressuurwerk zonder beugels rijden, ja, juist ook die Z-ruiter!

Tel daar je stalwerkzaamheden en het lesgeven (ik maak zelf vele kilometers tijdens mijn lessen) bij op en je hebt geen dure sportschool nodig!
Ik wil nog wel eens zien of SJ op een leeftijd van bijv. Paul Stecken (91 jaar) en zo zijn er nog meerderen, nog in zo'n conditie is als deze oudgedienden nu nog steeds zijn...!!!!



Professor schreef
piepenfiets schreef
Veel ideeen over teugelcontact, Herr von Neindorffs beroemde uitspraak verschillend opgevat.Dus ook nog een stukje gelezen.Opvallend vaak tegengekomen dat e.e.a. vooral gaat over de balans tussen drijvende en begrenzende hulpen,nergens iets duidelijks over hoeveel weerstand genomen,danwel ruimte gegeven dient te worden,het lijkt eigenlijk een kwestie van gevoel.Een stukje wat me erg aanspreekt:Der zügel soll fein,gummibandartig, einwirken so dass er jederzeit in die lage ist,in der bewegung des Pferdes geringfügig nachzugeben oder anzunehmen

Dat wordt de kinderen in Duitsland algemeen geleerd.
Wat van Neindorff, Stecken of wie dan ook zegt of schrijft komt op het zelfde neer.
De werking van een Durchhaltende teugelwerking weet iedere ruiter omdat dit geleerd word, dit is om het paard na te laten geven in de nek. Dit is niets als een onbeweegelijke hand, die werkt als een bijzetteugel, en wanneer het paard nageeft in de nek ontspant deze teugel automatisch en heeft men een gummibandartige verbindung.
Dan komt de nagevendehand. En de aannemende hand.
Dit zijn gewoon teugelhulpen. Dan heeeft men nog de opende en de sluitende hand.
Dat laatste is niets anders dan de 1e en 3e teugelwerking.
Het is alleen op zijn Duits, en in het Nederlands is het eigenlijk hetzelfde.
En men dient nooit te vergeten dat de teugelhulpen altijd in samenwerking zijn met de zit- en beenhulpen.

En wat men bedoeld met een stillehand is iets anders dan een durchhaltende zügelhilfe.
Dieze laatste is wel onbeweeglijk stil en beweegt geen milimeter.

De grote fout die de meeste ruiters hebben in hun zit is dat wanneer zij de drijvende hulpen inzetten zij automatisch de teugel aanspannen. De tweede fout is het omgekeerde de ruiter gaat met de hand naar voren bij de drijvende hulpen, dit doet men alleen wanneer men het frame verlengen wil.
De verbinding zijn net twee stokjes, dat hebben velen gehoord maar weten daar eigenlijk niets mee te beginnen, en dat is ook maar een deel van de teugelvoering.
Dat met die twee stokjes: Een goed gereden paard volgt de hand, zowel naar voren als naar achteren met zijn hele beweging en hoofd en hals houding.
Wanneer de hand naar voren gebracht worden ziet het er uit of het paard door twee stokjes de neus naar voren geschoven word, dito omgekeerd.
Deze uitdruk met die twee stokjes komt uit het militair, het Nederlandse militair, en zegt eigenlijk het zelfde als die met de gummiband.
En dan hangt er nog vanaf hoe dik is die gummiband. *D


murphy102 schreef
In de Klassieke Dressuur zijn de kwalitatieve eigenschappen:
* Lichtheid
* Ongedwongenheid
* Harmonie


Longeren


quadripes schreef
dit is al eerder heel even genoemd. met bijzet longeren dient er voor om het paard van achteren naar voren in de teugel te longeren.

dus de teugel moet lang genoeg gegespt worden om het paard niet er tegen in te laten drukken, vervolgens is het gewicht van de teugel genoeg om het paard vwnw uit te nodigen. het voortdrijven van de achterhand is hier van belang, zodat het paard in de aanleuning terecht komt.

afhankelijk van de africhtingsgraad van het paard, kan de bijzet dan ook korter worden gemaakt. hij mag echter nooit een paard in elkaar trekken of in een knik vast zetten. (dat is van voor naar achteren werken en gebeurt ook zo bij mensen die hun hand vastzetten of niet van achteren naar voren rijden)

de achterhand moet telkens zo geactiveerd worden dat het paard vanzelf tegen de teugel aanloopt. (dit is dus hetzelfde als bij het van achteren naar voren rijden)


Professor schreef



quadripes schreef
het gebruik van bijzetteugels is juist uiterst klassiek. daarbij hebben we eerder in dit topic vastgesteld dat de academische 'rijkunst' zichzelf zo niet mag noemen en zich ook niet klassiek mag noemen.

je kunt een paard niet zonder bijzetteugels aanleuning leren, omdat er dan geen opvang aan de voorkant is. zie mijn uitleg eventjes hierboven. alternatief zou dan de dubbele longe moeten bieden.

dit geldt ook voor onder het zadel: een paard kan nooit in de aanleuning gaan op een correcte manier als er zonder teugelcontact wordt gereden. ook ophoudingen en dergelijke worden dan neit mogelijk, alsmede een correcte verzameling en oprichting.


Professor schreef
Het afstoten weet u nog allemaal?
Dat effect heeft men wanneer met bijzelteugels longeert, de weerstandbiedende hand,en het paard wat daarop reageerd door na te geven in nek en kaak, daardoor ontspant de bijzetteugel.
Men drijft hem tegen de teugel, en automatisch het effect wat hierboven staat.


quadripes schreef
juist doordat je van achteruit het paard in de bijzet drijft, ontstaat er aanleuning, dus het paard kan dan niet achter de teugel kruipen dan is er niet genoeg gedreven. en natuurlijk moet je maar kort longeren en gedurende de sessie niet voortdurend dezelfde lengte gebruiken.

nog een aanvulling: de bijzet moet lang genoeg zijn. NOOIT kort gespen! het paard moet er niet tegen aan kunnen drukken. en de bijzet mag een paard ook niet als een zeepaardje krom trekken, zoals ik wel eens heb gezien...

oh dat zei professor al (mbt verschil in lengte tijdens de sessies)



quadripes schreef
ehm: een bijzet mag nooit dwingen, dat heb ik duidelijk geschreven. jammer dat dat niet wordt opgepikt en door mensen dan toch als zodanig wordt neergezet. dat de meeste mensen niet weten hoe ze er mee moeten longeren en daarom denken dat de achterhand erbij drijven hetzelfde is als hoog tempo en de bijzet op de verkeerde lengte vastmaken... daar kan ik hier de verantwoordelijkheid niet voor gaan nemen.

er zijn zoveel dingen uit de klassieke leer verkeerd geinterpreteerd en verkeerd opgevat. en door onkunde wordt dan de schuld gegeven aan de klassieke rijkunst en gaat men 'work-arounds' of 'quick fixes' verzinnen.

als je niet kunt longeren met bijzet (en daar moet je je paard natuurlijk wel in stapjes aan wennen, nooit de bijzet korter gespen dan het paard in africhtingsgraad kan hebben - heb ik ook al eerder geschreven...) kun je beter longeren aan een kaptoom zonder verder iets eraan, is mijn mening.



murphy102 schreef
sanne83 schreef
Ik heb begrenzing nodig met rijden, maar met longeren heb je toch de begrenzing van je lijf? Je zegt zelf: aanleuning heb je nodig voor het rijden, waarom heeft het paard aanleuning nodig met longeren?
Hoe kan je de teugelwerking van je eigen handen nu vervangen door een bijzetteugel, zeker in het aanleerstadium, dat begrijp ik inderdaad niet.

Ik bedoel meer dat hier in dit topic heel pietjes precies wordt vertelt: dit is wel klassiek en dit is niet klassiek. Hoe kan je dan iemand onder klassiek scharen (Philippe Karl) die naar mijn idee niet voldoet aan al die criteria die hier gesteld worden.


Kijk Sanne83, ook aan de longe begin je met contact, hetzij via de kaptoom, hetzij via de bitringen. Belangrijk hierbij is dat je dus GEEN bocht in je longe laat vallen, maar contact houdt! Met de chambrière werk je je paard voorwaarts, je zult merken dat de verbinding steviger wordt. Door het gebruik van de halve ophouding houdt je de energie "binnen". Je zult merken dat het paard krachtigere passen gaat maken achter, zonder dat hij gaat rennen, dankzij die halve ophouding. Op den duur ontstaat er aanleuning. Je paard zal dan altijd over de rug gaan.
Ik moet erbij zeggen dat je wel "handig" moet zijn" in het longeren. Misschien is het een idee dat iemand die deskundig is, jou eerst de basisprincipes van het longeren bij probeert te brengen.
Als je onder de man weet wat aanleuning is, hoe het voelt, hoe je het bereikt hebt, kun je het ook aan de longe gaan leren herkennen. Gewoon veel oefenen, succes!



quadripes schreef
je mag een paard nooit korter bijzetten dan het in lijf aan kan. dus zo'n paard zou ik met lange bijzetteugels gaan werken. (alle paarden die nog nooit aan de bijzet hebben gelopen)

een paard mag nooit het gevoel hebben door de bijzet gedwongen te worden. het gewicht van de bijzet zal vanzelf zorgen dat het paard de ruimte naar beneden op zal zoeken. daarbij is het dus van belang dat je het achterbeen eronder drijft, omdat het anders gewoon (lomp gezegd) 'kop naar beneden' is zonder dat dat van achteruit komt.

naarmate het paard beter kan verzamelen, kun je de bijzet dan vanzelf korter gaan gespen, maar dat is echt een kwestie van jaren en wordt door het paard zelf aangegeven. (net zoals met rijden)



murphy102 schreef
Voor alle goedwillenden, w.o. Sanne83: Waarom longeren? Als arbeid, als aanvulling op het rijden, als onderdeel van de training cq opleiding v.h. paard; herstel blessure, ter afwisseling.
Dus rondjes lopen aan een halster valt daar niet onder, dat is een paard gecontroleerd de benen laten strekken.

Voor deze arbeid aan de longe hebben wij "hulpjes" nodig, aangezien het ons hier ontbreekt aan elke inwerking van zit, benen en de fijgevoelige hand.
Welke hulpmiddelen?
Longeerlijn, chambrière, liefst een kaptoom (er zijn 2 soorten: een die je over het hoofdstel heen plaatst en een van leer dat min of meer een hoofdstel is -deze is het fijnst-. Op beide "neusriemen" zitten 3 ringen waaraan de longe wordt bevestigd) en een hulpteugel.

Afhankelijk van het DOEL van de longeerarbeid kunnen we kiezen uit verschillende hulpteugels, die een verschillende funktie hebben.
1. Voor het verkrijgen van gymnastisering en ontspanning van de bovenlijn v.h. paard dmv een voorwaarts-neerwaarts-effect, bijv. de gymnastiekteugel (Horst B.), de gogue of de chambon.
2. Voor het verkrijgen van lengtebuiging en verzameling kunnen we een bijzetteugel nemen of met de dubbele longes werken.
Echter, de dubbele longes pas gebruiken als je de arbeid aan de enkele longe goed beheerst, zoals Professor ook al eerder opmerkte.

Voor wat betreft de arbeid aan de dubbele longes; dit kan op 3 manieren:
* buitenste lijn over de rug v.h. paard
* buitenste lijn achter langs de achterhand
* of door achter het paard te gaan lopen, paard gaat dus voor jou uit. Wordt veel gebruikt om paarden te leren aangespannen te gaan, maar ook de Spaanse Rijschool werkt met deze methode en eigenlijk is het voor elk rijpaard goed, je krijgt hier een hele fijne aanleuning uit.

VOORWAARDE om te kunnen longeren is dat een paard "gehoorzaam" gaat aan de longe, dat dus goed reageert op de stemhulp, maar dat ook kan HALThouden op de cirkel. Of de commando's in het Nederlands, Duits of wat voor taal dan ook gegeven worden is niet van belang. Wel de tonatie is heel belangrijk!

Het gebruik van de bijzetteugels:
Deze zijn even lang, dus niet binnenkant korter.
Alvorens je begint met het inwerking stellen van welke hulpteugel dan ook, altijd zorgen dat je paard eerst 10 tot 15 min. los gestapt is, op beide handen, zowel linksom als rechtsom dus.
Dan bijzetteugel aan bitringen klikken, echter... deze dient eerst wat langer ingesteld te zijn: je bent immers met je warming-up bezig (dit kost nauwelijks moeite of tijd). Daarna paard Halt laten houden op de cirkel: bijzetteugel op gewenste lengte maken en paard op beide handen aan de arbeid zetten.
Dan op de rechterhand bijzetteugel weer wat langer maken vanuit Halthouden voor de Cooling down.
Daarna bijzetteugel losmaken en paard uitstappen gedurende 10 tot 15 minuten.

De werking van de bijzetteugel:
Door het paard voorwaarts te drijven van achteren uit (stimuleer met chambriere), wordt de opgewekte energie (uiteindelijke impuls) voor begrensd door de begrenzende, afstotende, oftewel weerstandbiedende werking van de bijzetteugel. Het gevolg is dat het paard nageeft in nek en kaakgewricht. Gevolg hiervan is een ontspannende, slap hangende bijzetteugel. Professor heeft hierover eerder ook al geschreven.
Vervolgens gaat het paard nu kauwen op het bit (ongeacht longe vastzit aan een kaptoom of mbv een tussenstukje aan de bitringen. Paard krijgt agv de werking van de speekselklieren (door afkauwen) een lekker "schuim-mondje". Soms nog maar aan een zijde, maar vervolgens toch snel ook aan de andere zijde (zeker als je naar de rechterhand gaat).
Het paard staat nu "open" voor de hulpen (is ontvankelijk). Daarbij gaat het paard dus over de rug. Het een is een gevolg van het ander.
DAN kun je via de longe ook inwerken dmv halve ophoudingen via neusbeen of lagen.
Er ontstaat een soort "aanleuning". Uiteraard KAN dit nooit de aanleuning zijn die je onder de man hebt met een fijngevoelige hand! Dat is natuurlijk ook logica!
Ook worden de halve ophoudingen die via de longe gegeven worden uiteraard anders gedoseerd als onder de man, laten we daar wel even duidelijk in zijn. We zitten er immers niet op en missen dus de inwerking van hand, zit en benen.
Dus Sanne83, die aanleuning moet je uiteraard in een ander perspectief zien als de aanleuning die via de fijngevoelige hand loopt. Dit geldt dus ook voor de dosering van de hulpen aan de longe.
Het gaat er echter om dat jouw "boodschappen" via longeerlijn doorkomen bij het paard.
We zijn immers afhankelijk van hulpmiddelen en van de stem bij deze vorm van arbeid.

Ik hoop e.e.a. duidelijker gemaakt te hebben.



murphy102 schreef
garny95 schreef
Klassiek vs AR
Stel je heb een paard waar nog veel aan te doen is, hij is stijf, stug en kent remmen en gas, wat is de trainingsopbouw volgens de klassieke rijkunst, hoe start je en wat ga je dat paard trainen ?
Ik ga geen boek lezen en hoop op een leuke discussie hier


Eerst voor een periode aan de longe nemen. Als hulpteugel zou ik een teugel nemen die het paard aanmoedigt om voorwaarts en daaruit neerwaarts te laten komen. Je kan kiezen uit de gymnastiekteugel (van Horst Becker), de gogue, de chambon of de Duitse 3-punts-teugel. Al deze teugels hebben min of meer hetzelfde effect: brengt het paard zijn hoofd te ver omhoog, dan krijgt deze een druk in de nek agv de hulpteugel. Op het moment dat het paard zijn hoofd laat zakken, is de druk onmiddelijk weg. Dit heeft een paard snel door. Zodoende wordt het aangemoedigd neerwaarts tekomen. Daardoor zal de rug zich kunnen gaan ontspannen. Bevestig dit eerst.
Dit is de eerste stap. Gaat dat goed, kun je overgaan (indien je dat beheerst) op de dubbele lijnen.
Onder de man werken met cavaletti-arbeid. Veel variatie in aanbrengen en evt. eindigen met een klein sprongetje. Check of het plezier bij je paard terugkomt.
Wissel dit af met simpel werk onder de man en houdt het kort. Als je al een uur rijdt, geef dan zeker 2x lange teugel. De boog moet niet te lang gespannen zijn.
Werk met figuren, slangevoltes bijv.; dan wel de ouderwetse met de peervormige bogen (niet de moderne met de rechte lijnen: geen meerwaarde). Vraag daarbij stelling en laat dit op den duur overgaan in schoudervoor. Ga de andere dag eens een buitenrit maken indien je in die gelegenheid bent.
En zo ga je stap voor stap verder. Controleer jezelf of je je hulpen duidelijk geeft. Rijd eens zonder sporen, drijf in de takt van de gang. Pas een stapje verder als e.e.a. bevestigd is. Kijk steeds naar het paard of "hij het bij kan houden". Overnemen is zo gebeurd; paarden zijn immers zo loyaal, willen graag de ruiter plezieren.
Dus niet te snel en veel variatie!


andafries schreef


De halve ophouding

Professor schreef
Men kan een paard doelloos laten strekken, maar men kan ook een paard goed in de handstellen en dan gaat het paard vanzelf wanneer de ruiterhand dit toestaat voorwaarts neerwaarts, dus niets anders dan het gevoel geven aan het paard dat het zijn/haar hals mag laten strekken.
Dit is wat ik al meerdere malen geschreven heb de nagevendehand.
Een ophouding eindigd altijd met nageven, wanneer men de ophoudingen beheerst dan kan men rijden.
Zonder ophoudingen is de Klassieke Rijkunst en het rijden over het algemeen niet mogelijk.
Men zou eerst eens moeten leren wat doet, waarom en wat is de reactie van het paard op een halve ophouding?? En natuurlijk hoe kan ik hem geven???????
Wanneer deze vraag beantwoord is dan begint men eerst daarover na te denken over het juiste rijden.


Professor schreef
quadripes schreef
terwijl je normaal gesproken je buitenteugel gebruikt om te begrenzen, je buitenbeen om de achterhand te begrenzen. de binnenteugel onderhoudt stelling en het binnenbeen onderhoudt de buiging. Je paard geeft dan na in de richting van de beweging op de binnenteugel en met je binnenbeen kun je dan het binnenachterbeen 'bewerken'. Zo komt je paard steeds op beide teugels in aanleuning terecht, ongeveer gelijk, maar niet altijd (da's wel het streven natuurlijk). Even kort gezegd.


Het binnenbeen geeft de stelling de binneteugel is om de stelling te verfijneren.
De buitenteugel regelt het tempo (takt) de hoofdhouding ( houd het paard in de houding) door halve ophoudingen.
Leuk dat halve ophoudingen maar wie weet wat er werkelijk gebeurd door deze halve ophoudingen en hoe die gegeven worden????

Professor schreef
Ophoudingen:

We kennen twee soorten van ophoudingen: de halve en de hele.

De halveophouding:

Deze heeft het doel:

Een andere gang aan te nemen, of het tempo te veranderen (het tempo te controleren)
Om de hoofd houding te controleren (de houding)
Om een nieuwe oefening in te leiden.
Om de verzameling te verbeteren en te berijken.(actief maken van het achterbeen)

Hoe geef ik een halve ophouding:

Drijvende zit- en beenhulpen.
Aanemende teugel hulpen.(bij een verder afgericht paard is meestal een het stilhouden van de hand genoeg)
Nagevende teugelhulpen.

Wat doet een halve ophouding:

1. Door de drijvende hulpen zou het paard de energie die ik opwek, alleen in voorwaartse energie omzetten (sneller gaan)
2. Door aannemen van de teugels(weerstand biedende hand kan ook) stop ik deze energie, en door na te geven laat ik deze energie weer terugvloeien naar de achterbenen.
En omdat de energie ergens weer ophoud te bestaan dien ik te drijven, om de energie op te wekken die ik voor bepaalde oefeningen benodig.

Doordat ik in de hand drijf, druk ik met het bit op de onderkaak hierdoor gaat de onderkaak open nu geeft het paard na,(afstoten van het paard op de hand) hierna open ik mijn hand (geef na) en de mond sluit zich (dit moet zo snel mogelijk gebeuren), en de energie vloeit weer terug naar de achterhand, door dat ik drijf en aanneem grijpt het achterbeen meer onder de massa (verzamel ik ietsje) .


De hele ophouding:

Door de hele ophouding kan ik mijn paard halthouden vanuit alle gangen.
Dit zijn meerdere halveophoudingen snel achter elkaar gegeven.

Resumee: Wanneer ik als ruiter niet nageef na een ophouding dan is het geen ophouding maar ordinair trekken.

Halve ophouding = Halbe Parade (Duits)
Halve-Arrêt = een opwaarts gerichte halve ophouding die zeer kort gegeven word.

Dan werd er geschreven impuls(Schwung) helaas heeft die dit geschreven heeft geen notie tussen het verschil van beide. Impuls heeft een paard ook in stap en in het halthouden heeft het altijd, maar Schwung alleen in draf en Galop dus in gang en heeft te maken met de zweefmoment die men meer tot uitdrukking brengt.

Bovendien vraag ik u, dit niet te gebruiken op andere fora, niet te copygaaien, dit vraag ik uw beleefd aangezien dit wel eens vaker gebeurd is lees vaak op fora wat ik geschreven heb terug vind ik niet Ruiterlijk.


Professor schreef
murphy102 schreef
Professor, als u mij bedoelt voor wat betreft de impuls en de Schwung die tussen haakjes staat, het volgende: misschien had ik mij duidelijker moeten verwoorden, maar door Schwung tussen haakjes te zetten, bedoelde ik te zeggen dat de Schwung inherent is aan de impuls; het gevolg van de impuls wat zich vervolgens uitdrukt in expressie tijdens het zweefmoment. Dat dit dus alleen kan in draf en galop is voor mij een vanzelfsprekendheid.
Excuses dat ik mij niet duidelijker heb verwoord.

Dan is inherent denk ik een niet een duidelijke betekenis, aangezien impuls en Schwung zowie zo niet aan elkaar gekoppeld kunnen worden dat is Frans en Duits en nu nog een Engelstalige betekenis erbij maakt het niet allemaal duidelijk.
Impuls dient men altijd te kunnen aanspreken in elke oefening een goede ruiter kan dit zeer goed afgestemd op de oefeningen.
Daarom wilde ik eigenlijk schrijven het is gewoon nonzins om dat impuls erachter te schrijven aangezien men dat bij elke en iedere uitleg kan gebruiken.
Er is geen enkele oefening die zonder impuls mag zijn.
Impuls is altijd aanwezig.


Professor schreef
[ img ]
Een warmbloed/halfbloed in de Levade.



Houding van het paard en verdere uitleg die effect hebben op de houding van het paard

quadripes schreef
@Moll: ik denk dat de juiste hoofd/hals houding uit het paard zelf moet ontstaan. Door oefeningen te rijden, overgangen te rijden en het paard altijd vwnw te laten strekken, gaat er vanzelf een 'juiste houding' ontstaan. Zodra je dit 'gaat vragen' ben je in mijn ogen althans, spanning in het lijf aan het creeeren en belemmer je de voorbenen en achterbenen in hun voorwaartsgrijpende beweging.

Op een gegeven moment zal een paard vanzelf toe zijn aan een bepaalde halshouding en zal deze dan ook vanzelf geven. Of je moet varieren hiermee, maar telkens het paard toestaan vwnw te strekken zover als het wil, zodra het aangeeft problemen te hebben. de hoofd/hals houding moet altijd het resultaat zijn van wat de achterhand en de rest van het lijf doet, nooit het uitgangspunt. (in mijn beleving)

dit is een lastig onderwerp om even zo tussendoor te bespreken.


quadripes schreef
als een paard met de neus in de lucht loopt kun je helemaal geen weerstand bieden, dan ben je gewoon aan het trekken.

Een paard moet vanaf het begin getraind worden, jullie vallen allemaal halverwege de training in (sorry, niet allemaal, onhandige manier van uitdrukken). Als je paard met zn neus in de lucht loopt, moet je helemaal niet bezig zijn om dat hoofd naar beneden te krijgen.

Het komt allemaal vanachteren uit en dat train je niet eventjes. Je begint met je paard op te leiden aan de longe, dan moet een paard al vwnw gericht zijn. Vervolgens doe je hetzelfde onder het zadel. Pas als een paard in eenzelfde takt loopt kan het ontspannen en dan gaat het vanzelf vwnw zoeken. Dat moet telkens weer het punt zijn waarnaar je naar toe werkt.

Je rijdt voortdurend vwnw ook in de piaffe of weet ik wat. Daarom zeg ik: je moet een paard niet aan de teugel willen rijden.

Ik denk dat Professor het al heel mooi heeft verwoord, trouwens. Je moet van achteruit naar voren rijden en dan komt de rest vanzelf. En dat kost maanden van training voordat een paard dat in alle overgangen, zijgangen enz blijft doen.

Weerstand bieden is een heel complex verhaal... ik denk dat de Nederlandse term trouwens ook voor veel verwarring zorgt. Ik noem hetzelf eigenlijk gewoon contact onderhouden. Heel lichtjes voelen en zorgen dat het contact blijft. De aanleuning moet uit het paard komen, het contact komt van de ruiter.

En bij elke graad van verzameling hoort een andere hoofdhouding, maar dat moet ook vanuit het achterbeen ontstaan en niet vanuit de hand. Natuurlijk moet je wel iets met je handen doen, maar die staan in feite stil en toch bewegen ze. Ik heb ook al aangegeven: de hoofdhouding is iets van relatieve oprichting en dat kan alleen van achteruit komen.


Professor schreef
Denk dat Totilas voor deze Piaffe die hij hier toont een 6 moet krijgen.
Waarom, het voorbeen is onderstandig, het achterbeen is niet richting massa van het paard.
De foto van de schimmel is ook geen mooie Piaffe zoals de Klassiek Rijkunst hem voorschrijft.
[ img ]
Dit is onderstandig dito bij Totilas. Al is hier het totaal beeld al beter qua achterbenen onder de massa.

[ img ][ img ]
Dit is een perfekte Piaffe.

Dit vergelijk is eerlijk, men kan een Barok paard en een Warmbloed niet vergelijken in de Piaffe en Passage dat loopt altijd mank qua uitstaling.


Professor schreef
Citaat
nee , het was een vraag waardoor ik meer uitleg van u zou krijgen met betrekking op de stelling , de achterhand los kan veel omvatten echter ook weinig , het is onvoldoende info om op te kunnen reageren vandaar mijn gedachten op de stelling.
dus uw verwijt dat ik te makkelijk denk vind hier geen plaats vind ik om deze reden.


Geef niemand een verwijt, maar hier gaat het om Klassiek denken, men denkt hier vaak dat "oude" instructeurs vastgeroest zijn, dat doet pijn zeer, omdat wij constant bezig zijn met onderzoekingen en "vernieuwingen" zijn er helaas niet, alles wat wij nu weten over het functioneren van een paard en de reactie op de hulpen zijn zover ontwikkeld dat er niets nieuws is, alleen mensen die kleine componenten eruit halen en dat vernieuwen noemen zijn mensen die zand in de ogen strooien.

De achterhand geeft geen stelling aan, de achterhand gaat altijd recht gericht.
De voorhand wordt gestuurd, de achterhand gereden met de zit.

De achterhand is de motor, die stuwt, die men kan laten dragen (levade) en dragen en stuwen tegelijkertijd.
De voorhand heeft stelling.
Het lichaam de lengte buiging.
Stellin nl is van nek tot en met inplant van de hals in de schoft. Waarbij eigenlijk ben het nekgewricht benut.
Stelling is van nek tot en met het uiteinde van de staart.


Professor schreef
liberty22 schreef
maar de buiging naar binnen toe hoef je daar dan niet zoveel aandacht aan te besteden?

De buiging is relatief net zo als de oprichting, het paard dient van maantop tot en met staart op de gebogenlijn te gaan, op twee sporen. Dit is dito op de rechtelijn, dus links acher in linksvoor en rechtsachter in rechtsvoor.
Eigenlijk anders om omdat men de voorhand instelt op de achterhand, de achterhand is een aandrijvende motor die in principe rechtuit gaat. De voorhand kan men sturen dit mag men nooit met de achterhand.
Een voorbeeld achterwaarts gaan, men corrigeert wanneer het paard scheef gaat, niet de achterhand nee men brengt de voorhand naar die zijde waar de achterhand naar toe gaat.
Dat doet men door de 1e teugelwerking te geven????? Dit is de hand zonder naar voor of achter te bewegen zijwaarts van de hals af. De buitenhand gaat tegen de hals aan (3e teugelwerking) natuurlijk drukt het been aan die kant waar de achterhand naar wijkt iets meer als het andere been.


Professor schreef
Tempi rijden is niets anders dan de verschillende Tempi die er in een gang zijn te wisselen.
Overgangen rijden is van de ene gang in de andere gang overgaan.
Een "normaal" rijpaard heeft 3 gangen, stap, draf en galop.


Professor schreef
Het frame in stap is het langst, wanneer ik in draf ga moet ik mijn teugels verkorten, ga ik in galop moet ik dat nogmaals.


quadripes schreef
@liberty: nee want oprichting is niet hetzelfde als een starre hoofdhouding, juist in de oprichting dient een paard altijd de hand te willen volgen, dus op elk moment vwnw te willen gaan.
oprichting is toch relatief, dus veranderend.

het paard moet altijd het gevoel hebben naar voren te mogen gaan, dan zal het dus ook naar voren gaan als het nodig is.

anders krijg je paarden die hun hoofd op 1 plek houden, hoe je ze ook rijdt. of die afhankelijk van de ruiterhanden 'worden ingesteld', maar nooit vanuit het achterbeen.


quadripes schreef
@liberty: daarom schreef ik al: als je een paard verkeerd verzamelt, zal het in de verzameling al alleen opwaarts bewegen. als je vandaaruit dan wil 'verruimen' gaat het paard dus niet goed verruimen.

en als je absolute oprichting gebruikt, waar ik het dus niet over heb, maar waar wel veel ruiters mee rijden, dan krijg je een paard dat niet anders kan dan de achterbenen achteruit te gebruiken (schubkraft die achteruit werkt) en dus ook de rug niet gebruiken.

wat ik zei was dat je het paard zoveel ruimte moet geven als het nodig heeft, maar dat jij als ruiter niet bepaalt hoeveel ruimte het paard nodig heeft, maar het paard.


quadripes schreef
@liberty: mijn punt is dat de verlenging van het frame uit het paard moet komen en niet vanuit de ruiter. dus ik zeg niet dat je dezelfde oprichting moet houden (dat zou namelijk absolute oprichting zijn). als je het paard toestaat zoveel aanleuning te nemen als nodig, dan blijft het kloppen. En naar gelang het paard afgericht is, zal het een langer of korter periode kunnen verruimen of verkorten met bijbehorend 'frame'. Een goede ruiter dwingt dit dus niet af, maar laat het afhangen van het paard.


quadripes schreef
hoe vraag je een paard naar de hand te komen? dat wil ik dan eerst weten, voordat ik een heel verhaal ga afsteken.

ik denk namelijk dat je achter de hand aan moet rijden en dat het paard de hand moet vertrouwen, dus aanleuning moet durven nemen.

als je een paard in het begin zonder teugelcontact zult rijden, zul je merken dat het vanzelf de hand wil opzoeken. en dan is de eerste stap op weg naar aanleuning gezet. alle andere stappen leiden naar 'afknikken' van het paard.

ik denk dat je een jong paard dus niet kunt blootstellen aan halve ophoudingen enz want die kan dat in zijn lijf nog helemaal niet verwerken.

een jong paard moet op eigen benen, voorwaarts gereden worden (voorwaarts = niet hard). overgangen moeten voorwaarts gereden worden, op de zit. zo doe ik dat tenminste. je laat hem in progressieve overgangen terugkomen. zonder de teugels daarvoor te gebruiken, want het paard moet eerst de hand leren vertrouwen.


Professor schreef
De uitgestrekte gangen kan men eerst werkelijk rijden wanneer het paard sterk genoeg is.
Jonge paarden hebben deze kracht niet om in evenwicht op de achterhand de gang te strekken zonder te versnellen, en versnellen is een teken van gewicht verandering van achter naar voren.
Daardoor word de beweging sneller maar niet ruimer en word men niet als het ware in het zadel gezogen maar eruit gegooid, omdat de achterbenen de spronggewrichten te ver achter het lichaam komen en daardoor meer stuwen dan dragen.


Professor schreef
Moll schreef


Aan deze beelden geeft hij aan dat het paard een dynamisch zwaartepunt heeft, alhoewel de eerste foto de amazone de fout maakt haar onderbeen te veranderen die dient normaal te blijven liggen.
Daardoor is de eerste foto wat overdreven.
Het paard doet het geweldig in elke situatie.


Professor schreef
Citaat
Waarmee ik wil zeggen, dat de ruiterzit mee moet gaan met het evenwicht van het paard.
Dan is een paard in "evenwicht", anders viel hij/zij doodeenvoudig om.

Dus niet dan begrijpt u niets van evenwicht, men geeft de richting aan bij een wending door zijn gewicht naar binnen te plaatsen, daardoor kruipt het paard onder uw zwaartepunt zodat zijn zwaartepunt weer gelijk komt met de uwe. Daardoor wend een paard af, alleen wil ik daarbij buiging hebben en daarom houd ik het paard tegen met mijn binnenbeen daardoor onstaat die buiging.
Dus men gaat niet altijd mee.
Evenwicht is iets anders dan rijtechnisch evenwicht, en dat word steeds door elkaar gehaald.
Een voorbeeld, wanneer ik een heuveltje afloop en begin te rennen dan word ik steeds sneller, omdat mijn bovenlichaam voor mijn zwaartepunt komt te liggen, nu proberen mijn benen automatisch gestuurd door mijn evenwichts orgaan sneller te gaan om onder mijn zwaartepunt te komen.
Wanneer ik mijn bovenlichaam dan zou terugnemen zou ik automatisch weer langzamer gaan, maar dat moet men leren en gaat niet automatisch.


Professor schreef
vur schreef
Professor, u vraagt naar de bekende weg als u vraagt waar het stanggebruik voor is. Dus Moll, bespaar me uw uitleg.
De inwerking van de stang wordt mede bepaalt door hoe strak de kinketting zit. Dat bij de Nederlanders de stang doorstaalt, komt vooral doordat de kinketting heel los is. Trouwens, lichtheid is er weldegelijk, dus ik weet werkelijk niet waar u uw ogen heeft. Het zware inwerken in de mond van bijvoorbeeld mvr. Balkenhol en mvr. Bechtolsheimer (vergeef me spelfouten) is echt heel rot om naar te kijken. Dat die mensen zo hoog scoren is een schandaal. Lichtheid... ik zie dan een lichtvoetig ijverig paard voor me, of zo u wil weinig inwerking in de mond. Het gaat wat mij betreft allebei op voor de term lichtheid.


Nee besparen doe ik dit zeker niet, een lossere kinketting bij een Stang is niet een zwakkere werking nee met tongvrijheid juist een hardere werking bovedien staat hij constant aan.
Wanneer men de Stang bekijkt kan ieder logisch denkend mens zien hoe een Stang werkt wanneer juist de kinketting langer is. Zonder kinketting is hij niet hard.
Een goed aangebrachte Stank heeft een hefboom werking van 45 graden, tegenwoordig werkt de ketting pas bij 90 graden dat heeft het effect dat de tong geen mogelijkheid heeft om de druk op de lagen te milderen, aangezien de ronding (tong vrijheid) maximaal "open" staat, dus volle druk op de lagen.
Een te korte kinketting werkt te snel en te kort.
Wij hebben het niet over personen en paarden het is het algemeen beeld dat zo is.
Een stillehand zoals vG is net zo hard de druk op de lagen is constant, nageven kunnen de paarden niet aangezien de neusriem te strak zit ondanks de zg controlle wat een farce is.
Denkt u er maar eens over na, misschien kunt u de opnames van de mond met bit eens nakijken bij Prof. dr. Hilary Clinton. (niet de buitenlandse minister van USA)


Onderwerp: Klassieke vs Academische Rijkunst


Teugelwerking

Moll schreef
1e teugelwerking: de hand wordt naar rechts en naar voren gebracht met een licht vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De rechterschouder van het paard wordt meer belast. Rechterbeen geeft druk en paard gaat de wending in naar rechts.

2e teugelwerking: de hand wordt naar rechts en naar achteren gebracht met een vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De rechterschouder van het paard wordt meer belast. Rechterbeen geeft druk. Het paard zal naar rechts wenden, schouder gaat naar rechtsachter, achterhand naar links voor. zie pijlen in plaatje.

3e teugelwerking: de hand wordt naar links en naar voren gebracht met een licht vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De linkerschouder van het paard wordt meer belast. Het linkerbeen geeft druk. Het paard zal naar links voren gaan.

4e teugelwerking: De hand wordt naar links en naar achteren gebracht, maar nooit over de hals/schoft heen met vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De linkerschouder van het paard wordt meer belast. Het linkerbeen geeft druk. Het paard zal wenden met de schouder naar links en achterhand naar rechts.

5e teugelwerking: de hand wordt naar links en naar achteren gebracht richting de linkerheup van het paard, niet over de hals met vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De linkerschouder van het paard wordt meer belast. Beide benen geven druk. Het paard zal naar links voren gaan

Moll schreef


Professor schreef
Nu iets over de teugelwerkingen, deze veranderen geheel niet in de africhting alleen worden zij heel heel klein gegeven.
De 1e en 3e teugelwerking gebruikt men bij het aanspringen in galop, SB,SV, Renvers, Travers en Appuyeren, alleen niet zo groot als getekend is.
Dit is mij geleerd door diegene die deze in de handleiding geplaatst heeft.
Daar heb ik nog direkt les van gehad tja oude knar nietwaar.
Men kan deze hulpen na believen combineren.
De 1e teugelwerking noemt men in Duitsland Öffnen, de 3e teugelwerking in het Duits Schließen.


Uitleg over loswerken en oefeningen

Onderwerp: Klassieke vs Academische Rijkunst

Professor schreef
Achterwaarts gaan:

Het paard staat aan de teugel Durchs Genick (in de houding)
Hulpen:
Men legt beide benen (vanuit de heupen) 1 tot 2 handbreedte terug.
Het paard wil nu eerst voorwaarts, mag dat eigenlijk niet omdat de voorwaarts drijvende kuit op de singel ligt. Dit moeten wij het paard leren.
Hoe: Men geeft een aannemende ophouding (hand indraaien) zodra het paard aanduidt dat het achterwaarts wil treden gelijk belonen, dit herhaald men een paar keer. (niet achter elkaar telkens weer na het belonen voorwaarts rijden)
Dan bemerkt u na een paar keer dat het paard wanneer ik de benen naar achteren leg en ietsje pietsje druk geef op beide teugels dat het paard achterwaarts gaat dan direct nageven (beide handen als de blits).
Bij elke stap eigenlijk halve stap herhaal ik dit het belangrijkste is het nageven het ontspannen van de hand op het moment dat het paard terug treedt.
Het controleren van het uitbreken is makkelijk, die hand waar het paard naar uitbreekt gaat van de hals af, men brengt daardoor het gewicht van het paard op de schouder van die zijde daardoor corrigeert het paard zin evenwicht door dat achterbeen aan die kant weer recht te zetten.(voorhand richten op de achterhand)
De zit is gelijk aan die van het voorwaartsrijden dus beidezijde belastend.
Wanneer ik wil stoppen dan leg ik gewoon mijn kuit (benen) op de singel en het paard stopt (halt houden) dit kent het paard als nu moet ik voorwaarts.
Hoe verder een paard in de africhting is hoe meer verzameling mag ik vragen.
Door direct uit de achterwaartse beweging aan te draven of te galoperen.

In het begin van het leren op deze hulpen is het paard in de houding hoeft niet opgericht te zijn aangezien het in begin een gehoorzaamheid´s oefening is, in een later stadium dient er een relatieve oprichting te zijn, die bij het aangaan vanuit het achterwaarts gaan in draf bv vanzelf meer word.
Op den duur hoeft men alleen de beenhulpen te geven en het paard reageerd op achterwaarts gaan en stopt met deze beweging wanneer u de kuit weer op de singel legt.

Waarom reageerd een paard op deze beenhulpen, dat weet de ruiter die al eens een paard in een zware verzameling gereden heeft eigenlijk vanzelfsprekend. Wanneer men de achterbenen tot meer aktiviteit opwekt bv van een verzamelde draf in een Passage of Piaffe rijdt, dan legt men de kuiten (been) ook meer naar achteren.


Professor schreef
Ilegra schreef
Als ik jou tekst goed lees dan maakt het dus niet uit of het paard wel of niet nageeft in de kaak alvorens je met hier besproken oefeningen (slangevoltes en volte werk) bezig gaat.


Wanneer u in stap het paard nog niet in de houding heeft, dus de gebogen bovenlijn en dat kan alleen wanneer het paard nageeft in nek en kaak, dan hoeft u nog niet in draf deze oefeningen te rijden.
Het paard dient altijd in de houding gereden te worden, het verstijft wanneer men dit niet doet, aangezien hij/zij ons niet zonder pijn dragen kan.
Dat is zelfs bij het hals laten strekken dat het paard in de houding (Durchs Genick) blijft.


Professor schreef
garny95 schreef
ik schrik hier van, misschien wat naief, maar kan je dat echt zo stellen voor elk paard ?


Naief nee, maar een paard dient zijn nekgewricht van begin af aan na te geven, ook bij een langeteugel.
Dat met een langeteugel stappen in het begin wat men vaak ziet, verstijft een paard meer als dat het goed doet.
Ze drukken de rug weg zonder dat de ruiter het bemerkt.

Zo is een paard in de houding (Durchs Genick)
[ img ]
En zo dus niet.
[ img ]



Professor schreef
sanne83 schreef
Wat vind u dan een goede houding om in te stappen? en om (lange afstanden) buiten te rijden?


Stap aan de teugel in gebruikshouding (Durchs Genick).
Aan een langeteugel is dat de verbinding met de paarden mond er is, en dat nek en kaak nageeft.
De nek is ongeveer op schofthoogte, de neus voor de loodlijn ca 1 handbreedte.
In stappen?? Nee werken met de paarden in stat dat is losmaken, dus oefeningen rijden die het paard losmaakt. Alle oefeningen die het paard beheerst eerst in stap, dat duurt zo´n 20 minuten.
Dan een niet te lange warming-up, en dan aan het werk. Tussendoor hals laten strekken, zeker als een oefening goed gegaan is, steeds weer ontspannen, dit alles wel in de houding.
Denk dat velen niet weten wat in de houding is, dit is geen oprichting.
In de houding is een paard wanneer het met een gebogen bovenlijn van de hals gaat waarbij de neuslijn een halve tot 1 handbreedte voor de loodlijn is, in de nek nageeft wat bijna altijd inhoud dat de kaak los en ontspannen is.
Een paard wat aan de teugel is hoeft nog niet in de houding te zijn, aan de teugel bedoelt precies wat het woord zegt, men kan het paard besturen en reageerd op de hulpen.



quadripes schreef
als je een paard vanaf het begin af aan Durchs Genick rijdt, kun je meteen al voelen of het zich ergens stijfhoudt of het de achterhand goed gebruikt. Je kunt dan het paard meteen loswerken en als dat in de stap goed is, draaf je pas aan.

Als je met lange teugel dit doet (zo deed ik het in het begin ook), gaat je paard meteen weer in de eigen houding lopen en dus niet op vier benen in evenwicht, maar zoals het paard dat gelongeerd werd in dat filmpje (even overdreven gezegd). De kans op struikelen, ontaktmatig draven (en galopperen) wordt meteen vergroot. Je zadelt je paard dus eigenlijk met stijfheid en ongemak op vanaf het begin als je op die manier 'losrijdt'. En dat moet je daarna dan er weer uit zien te rijden tijdens de training.

Paarden die met een losse teugel worden gereden, willen trouwens niet graag vooruit en zullen dus altijd zelf voor een rustiger tempo kiezen omdat ze vaak bang zijn hun evenwicht te verliezen op die manier. Of ze gaan rennen, dan kan ook nog.

Een paard kan zich niet 'geven' bij een losse teugel waarbij het paard niet Durchs Genick hoeft.
Omhoog

Link naar dit berichtGeplaatst: 06-06-11 09:17 

Plaats een nieuw onderwerp  Plaats een reactie
Pagina 1 van de 1 [ 3 berichten ]
Vorig onderwerp | Volgend onderwerp




Zoek naar
Inloggen