Forums » Informatief » Algemeen » [RT] Rijtechnisch » [RT-D] Discussies |
Vorig onderwerp | Volgend onderwerp | |
Pagina 1 van de 1 [ 3 berichten ]
|
|
Plaats een nieuw onderwerp |
Informatie uit eerste topic Klassiek vs. Academisch |
---|
Apple | |
Laatste bericht |
Geplaatst: 06-06-11 10:15 |
Apple | |
Geplaatst: 06-06-11 10:16 |
Apple | |
quadripes schreef aanleuning is afhankelijk van het paard, sommige paarden zijn heel licht, andere voelen wat zwaarder aan. maar het paard moet altijd op eigen benen lopen, want anders heb je geen aanleuning dan gebruikt het paard gewoon het bit als steun. aanleuning is hetgeen dat het paard moet maken, contact onderhou je zelf. dus het is eigenlijk een heen en weer communicatie tussen mond (en dus eigenlijk het hele paard) en je hand. via de aanleuning kun je voelen of een paard goed doortreedt of niet. en dan kun je dat herstellen door een juiste hulp te geven. natuurlijk wordt dat in de loop van de africhting steeds 'fijner'. quadripes schreef aanleuning moet altijd uit het paard komen, dus vanuit de achterhand. je kunt een paard dmv losmakende oefeningen daarnaast uitnodigen om na te geven. je mag dus nooit lang druk uitoefenen op het bit, alleen het contact onderhouden. kantelen en schudden zijn tekenen dat er te lang druk gezet wordt en er niet van achteruit wordt gereden of dat er op 1 kant vastgepakt wordt door de ruiter. en hoger instellen: wat mij betreft doe je dat door een paard meer te gaan verzamelen van achteruit, waardoor het vanzelf opgericht wordt. niet door 'hoger in stellen' edit: er is een wezenlijk verschil tussen nageven en nageeflijkheid. murphy102 schreef Wat ik bedoel, Professor, is dat het paard in ieder geval door de nek is en dus nageeft in nek en kaak. De voorwaartse drang, opgewekt en gecontroleerd door de ruiter (door aktief van achteren naar voren te drijven en deze op te vangen) is voor mij gelijk aan impuls. Dus we bedoelen hetzelfde. Met nageeflijk duidde ik aan: door de nek, nageeflijk in nek- en kaakgewricht (anders praat ik over totale nageeflijkheid). Vanuit dit proces ontstaat de aanleuning. Gevolg: paard gaat over de rug; er is totale nageeflijkheid, Dürchlässigkeit: het paard is ontvankelijk voor alle hulpen. Ik was misschien onduidelijk in de laatste zin, doordat ik een 2e opmerking van Marlies meenam daarin. Dat stuk over lichte of geen contact had tussen haakjes moeten staan. Want op dat moment is het paard uit elkaar gevallen; loopt evt. achter de teugel en dan komen de hulpen dus juist niet meer door. Sorry voor de onduidelijkheid. Ik hoop, Xmarlies, dat je begrijpt wat ik bedoel. Het gaat dus om een veerkrachtige, elastische verbinding, wat je moet voelen. quadripes schreef lopen is wat het paard doet als er geen ruiter op zit (of een ruiter die geen of een slechte invloed op het paard uitoefent) gaan is de term voor het paard dat op de juiste manier gereden wordt (of gelongeerd of op een andere manier gewerkt). het beweegt zich dan in een rijkunstig evenwicht en is gehoorzaam aan de hulpen en alert. murphy102 schreef Ik doe nog een laatste poging, hoewel ik het eigenlijk al opgegeven had. Een paard LOOPT van nature in een in natuurlijk evenwicht, Nombrado, maar wij willen een rijkunstig evenwicht bereiken, omdat wij de keuze hebben gemaakt als mens om op die rug van dat paard te gaan zitten en als er dan niet op een correcte manier wordt rechtgericht, is dat schadelijk voor de gezondheid van een paard met alle blessures van dien. Alle oefeningen die we terug zien in de K.R. tot aan de Hoge Schoolsprongen toe, kan een paard uitvoeren vanuit zijn natuurlijk evenwicht. Dat weet iedereen, anders zou dat niet gedaan worden. De KUNST is om het in rijkunstig evenwicht uitgevoerd te krijgen en daardoor dus met alle medewerking van het paard. Dan hebben we een Happy Athlete...! quadripes schreef om nog eens in te gaan op de moeilijkheid van het paard in wendingen of zijgangen recht te houden: een rechtsgebogen paard zal in een linkerwending proberen om zijn rechterachterbeen (dat liever niet stuwt) te ontlasten en deze dus buiten de massa neer te zetten. in de schouderbinnenwaarts links komt dit ook voor enz. het is erg moeilijk om dat te controleren als je op de grond staat. het paard zal daarom in deze buigingen dan ook star en moeilijk aanvoelen. het zal op het linkervoorbeen willen vallen en proberen in zijn rechtsgebogenheid de volte of oefening te blijven volharden. trekt men dan aan de linkerteugel om dit probleem 'op te lossen', zoals men vaak doet, snapt men niet dat dit in feite het buitenachterbeen is wat het probleem veroorzaakt. daarom is dit aan de hand niet of nauwelijks te corrigeren, behalve in samenwerking met een duidelijke begrenzing van de schouder en met de zweep of bakrand. maar dan nog is het erg lastig en daarom is het werk aan de hand wel geschikt om oefeningen aan te leren, maar moet het rijden het paard werkelijk gymnastiseren. men kan een paard niet rechtrichten vanaf de grond. Professor schreef De echte slangevolte, zoals ik die noem en niet dat veredelde afwenden. Daaruit kan men ook steeds volte halvebaan rijden dus meerdere achterelkaar beginnend op de middenlijn. Cavaletti arbeid nooit meer als 4 cavaletti achter elkaar, en het liefst op de gebogenlijn. Ook cavaletti arbeid in galop, vooral niet vergeten. En de cavaletto mag in stap en draf niet hoger zijn als 20cm. Professor schreef Also het is dus niet ongebruikelijk met die volte´s drin. Wat ook kan een slangevolte aan de lange zijde, die gaat dan tot aan de middenlijn, men zet een volte in van 8 meter en halverwegen de middenlijn maakt men een volte naar rechts, dan komt men weer naar de langezijde haverwegen middelijn en langezijde en rijdt een halve volte van 8 meter naar links dan raakt men de langezijde en raakt daarna weer de middenlijk. Dit is en ook met de volte op de slangelinie prachtig voor het buigen van het paard (lengtebuiging) Die aan de langezijde heeft nog meer voordeel aangezien het sneller op elkaar volgt en het paard steeds weer omgesteld moet worden vanwegen de nieuwe richting. Kan wel niet tekenen maar probeer het: quadripes schreef ik denk dat je niet altijd de focus op dat nageven moet leggen, maar dat het nageven door oefeningen (losmakende oefeningen) bespoedigd kan worden. zodra het paard contact zoekt met de hand kun je dat wel steeds sneller beantwoorden en zo bevestigen. echter, mensen beginnen altijd met nageven. en dat is van voren naar achteren werken. daarom wil ik daar altijd een beetje minder de nadruk op leggen. quadripes schreef nageven is in feite een laatste stap als het paard correct gereden is vanuit het vwnw naar aanleuning, zal het ook bijna vanzelf nageven als de aanleuning correct is en het paard op de juiste manier gereden wordt. in feite hoef je dan alleen maar het contact te onderhouden en te zorgen dat het paard zich soepel houdt in nek en kaak. een paard dat goed gereden wordt heeft ook geen aanleiding om zich daar stijf te maken en zal graag op het bit kauwen en daarom ook nageven. quadripes schreef dus: zoals ik al zei als het paard correct in de aanleuning gereden wordt, zal het nageven geen probleem zijn en zul je de oefeningen ook kunnen rijden. de oefeningen worden dan ook aangewend voor het juiste: het trainen van de achterhand waardoor het paard wendzamer wordt en daarom weer makkelijker in de aanleuning blijft en daardoor vanzelf steeds meer verzameld wordt en dus ook vanzelf steeds meer in de oprichting terecht komt. Citaat murphy102 schreef Galop is een asymetrische beweging. Daarom is het belangrijk als voorbereiding eerst wat stelling naar rechts (voor de rechter galop), evt. schoudervoor en het paard goed gebogen om het binnenbeen te houden. Dan de halve ophouding. Het binnenbeen onderhoudt de lengtebuiging en de impuls. Buitenbeen een halve tot hele handbreedte achter de singel, stil. Het gewicht op de binnen zitbeenknobbel. murphy102 schreef Voor we aan een galopchangement toe zijn, dienen we wel aan een aantal voorwaarden te voldoen: * het paard moet op de kleinste galophulp reageren; dus de galop moet bevestigd zijn en een goede 3- takt-galop zijn. * het paard moet de overgangen stap-galop goed kunnen maken. * het is wenselijk als het paard de contragalop beheerst. * het paard moet nageeflijk en dus Durchlässig zijn. * de ruiter dient de galopbeweging door en door te kennen en dus te kunnen voelen wanneer het zweefmoment komt. * het paard dient goed naar voren gereden te zijn in galop, dus liever niet te verzameld. Verzameling is GEEN voorwaarde voor het changement. Vergeet ook vooral niet dat een paard van nature heel gemakkelijk kan changeren. Bijvoorbeeld, we willen van de linker galop naar de rechter galop changeren: Belangrijk is te begrijpen dat we changeren TIJDENS het zweefmoment! In de linkergalop zitten we op de linker zitbeenknobbel en hebben dus onze linkerheup iets naar voren. Op de diagonaal (bijv.) gaan we iets zwaarder op de linker zitbeenknobbel zitten, voor het changeren: dit wordt immers onze nieuwe buitenzitbeenknobbel! Het linker achterbeen wordt dus zodoende zwaarder belast. De rechterzijde (zijde van de nieuwe galop) krijgt zodoende meer vrijheid en dus bewegingsruimte. Op het moment dat het linker voorbeen weer op de grond komt, verplaatst de ruiter zijn gewicht naar de nieuwe binnenzijde en gaat dus weer op de rechter zitbeenknobbel zitten, waarbij de rechterheup iets voor komt. Op dat moment verandert ook de plaats van de benen van de ruiter: het linkerbeen een handbreedte achter de singel, het rechterbeen eraan, zonder af te steken. De stelling moet natuurlijk mee veranderen met de nieuwe galop. De ruiter moet daarbij uitkijken dat hij/zij niet per ongeluk een ophouding geeft, waardoor het paard afremt. Het paard moet goed naar voren blijven springen, zonder te gaan rennen. Het probleem dat vaak ontstaat bij het wisselen van de stelling, is dat de ruiter vaak TEVEEL stelling gaat vragen, waardoor het paard overkruis gaat, het kan buitenachter dan niet meenemen. Vaak gaat het al als vanzelf de stelling meenemen, dus liever geen over-concentratie hier op. Als het paard goed reageert op de hulpen en de ruiter dus precies in het zweefmoment changeert, kan men op den duur steeds kleinere, fijnere hulpen geven. Professor schreef murphy102 schreef Ik begrijp wat u zegt. Ik denk ook niet dat het een must is dat een paard de contragalop beheerst, maar dat als een paard dat eenmaal beheerst dat het het aanleren wat gemakkelijker kan maken. Daarom vind ik ook dat het verzamelen geen voorwaarde is, maar dat, nadat men "dit kunstje" heeft aangeleerd, het van het grootste belang is dat het "sausje" van het Scala erover heen komt en het paard dit dus ook vanuit de verzameling moet gaan leren uitvoeren. Vele paarden heb ik het bij moeten brengen, velen waren geprogrammeerd in de contragalop, daarom om het zachtjes te zeggen haat ik de contragalop om die voor het aanleren van het changement te bevestigen. Een changement spring ik met jonge paarden al heel vroeg, net zo als de springruiters. (ben zelf ook springruiter geweest) Daarna leert men ze het beschaafder, en wisseld dat af met contragalop, een paard wat een changement kan springen heeft geen moeilijkheden in de contragalop te blijven. Professor schreef Tot de hogeschool van het rijden (haute école, equeitation savante, artistique, haute édquitation, Hoheschule) behoort elke gang, elke figuur, elke beweging die in verzameling wordt gereden. m.a.w.: met het verzamelde, in verzameling gaande paard. De lichtheid (légèreté) is niet anders dan de nageeflijkheid in alle gewrichten en spieren, d.w.z. gewrichten en spieren van de achterhand, lendenen, rug , hals, nek en kaakgewricht. De nageeflijkheid (Anlehnung Duits) (légèreté Frans) verkrijgt men door oefeningen die steeds meer met meer inpulsiviteit gereden worden. De nageeflijkheid is dus in het gehele paard, waarvan de hand de manometer is, die voelt door het nageven van het kaakgewricht en nek hoe de lichtheid is. Generaal L´Hotte citaat: De na te streven lichtheid wordt gekenmerkt door het in actie brengen door de ruiter en het gebruik, dat het paard maakt van die krachten die nodig zijn voor de gevraagde beweging. Voor de kundige ruiter komt het eropaan, welke oefeningen hij benutten moet om bepaalde weerstanden op te heffen. Professor schreef Nu plaats ik iets om eens duidelijk te maken waarom men over de zit het over balans heeft maar niet bij het paard. Citaat Evenwicht Evenwicht is een term die in de rijkunst een eigen betekenis heeft. Daar paardrijden dynamisch is, zal een omschrijving van deze term gericht moeten zijn op het evenwicht van een zich bewegende massa, inclusief de massa paard-ruiter. Men kan in dit verband dan ook niet onder evenwicht verstaan: het gelijkmatig over de vier benen verdelen van het gewicht van paard en ruiter, hetwelk immers alleen mogelijk zou zijn bij een stilstaand paard. Bij een zich bewegend paard is de gewichtsverdeling voortdurend aan verandering onder hevig, zodat hier alleen gesproken kan worden van een dynamisch evenwicht, hetwelk het resultaat is van de samenwerking van alle op het paard inwerkende krachten, zoals voortstuwende kracht en zwaartekracht. Verlopen alle bewegingen beheerst, d.w.z. vloeiend, regelmatig, soepel — dus zonder krampachtige spierspanningen, dan kan men zeggen dat de beweging evenwichtig verloopt, dat er evenwicht is in de beweging, ofwel: dat het paard in evenwicht is. Een paard kan dus „in evenwicht zijn“ in alle gangen en in alle tempi — en zulks niet alleen op vlakke bodem; ook in ongelijk terrein en over hindernissen kan een paard in evenwicht zijn. Het is duidelijk dat b.v. bij het gaan door ongelijk terrein nimmer sprake kan zijn van een enkele „evenwichtshouding“ of van een voortdurende gelijkmatige belasting van voor- en achterhand, want al naar gelang de situatie van het terrein waarin het paard zich op dat moment bevindt zal dc voor- of de achterhand meer of minder belast worden. Van nature zal het paard steeds die houding aannemen die het hem moge lijk maakt zich veilig en op de meest ekonomische wijze door het terrein te bewegen, daarbij zijn gewicht over voor- en achterhand ver delend naar mate dc omstandigheden zulks vereisen. Dit is het natuurlijk evenwicht. De gewichtsverdeling bij dit natuurlijk evenwicht is dus niet konstant maar, aangepast aan de eisen die bodem, gang en tempo stellen, voortdurend aan verandering onderhevig. Het is uitermate belangrijk voor het campagnepaard en het dient dan ook als eerste eis gesteld te worden dat het bekwaam is zijn even wicht te bewaren bij een voortdurend wisselende gewichtsverdeling, waarbij het dus steeds zijn houding zal veranderen. Het paard doet dit dus zelf en de ruiter zal het beslist niet een houding (en gewichts verdeling) mogen opleggen, daar hij het dan zou hinderen in zijn vrije bewegingen, dus het paard zou beletten zijn evenwicht te bewaren of te herstellen. In de manege kan de ruiter zijn paard wel een houding opleggen en bij voortgezette dressuur is dit zelfs een vereiste. Bij een paard dat zich in een weinig veranderende houding voortbeweegt op vlakke bodem zal er een nagenoeg konstante gewichtsverdeling zijn over voor- en achterhand. In dit verband past dan b.v. voor een schoolpaard dat gaat met een konstante meerbelasting op de achterhand een term als: „evenwicht op de achterhand“. Om te bereiken dat een paard onder de ruiter in evenwicht gaat zal het aan twee eisen moeten voldoen: gehoorzaamheid en lichamelijke geoefendheid. Door gehoorzaamheid is het paard erop ingesteld de aanwijzingen van de ruiter te ontvangen en uit te voeren; de lichamelijke geoefendheid maakt de uitvoering mogelijk. Is de inwerking van de ruiter niet storend voor het paard, maar in overeenstemming met diens aard en graad van africhting, dan wordt bij hem de harmonie der bewegingen — dus het evenwicht — niet verbroken, terwijl het toch, om aan de inwerking van de ruiter te gehoorzamen, een andere houding zal aannemen of de wijze van voortbewegen zal veranderen. Als b.v. een paard op aanwijzing van de ruiter van stap in draf, of van draf in galop overgaat, dan worden wel zijn houding en bewegingen anders; maar als de verandering van gang vloeiend verloopt en de gang regelmatig is, d.w.z. ritmisch en beheerst, dan blijft het paard in evenwicht. Geschiedt dit alles op lichte hulpen van de ruiter dan kan men spreken van rjkunstig evenwicht. Professor schreef Een gang is stap draf en galop. Overgangen het woord zegt het al, men gaat over de gangen. Dus verschillende gangen rijden achterelkaar door elkaar heen noemt men overgangen. Voorbeeld: stap-draf-galop. galop-draf-stap. En dit in verschillende variaties. Tempi zijn de verschillende onderverdelingen in de verschillende gangen. zoals in draf: Verzameldedraf, arbeidsdraf, middendraf en uitgestrektedraf, wanneer men die achterelkaar of door elkaar rijdt noemt men dat Tempirijden of Tempiwisselingen rijden. quadripes schreef de aanleuning komt van achteruit en een paard kan alleen op de juiste manier nageven als het op de juiste manier van achteren naar voren wordt gereden. een paard dat op die manier wordt gereden, zal ook vrij snel leren om na te geven. echter, mensen beginnen met nageven zonder dat hun paard in de aanleuning gaat. dan komen de problemen in het lijf. nageven is geen begin, het is een logisch vervolg. en ik vind trouwens dat dat niet met een weerstandbiedende hand voor elkaar komt, die maakt de verbinding dood en star. het paard moet in mijn ogen niet wijken voor druk, maar een antwoord geven, een dialoog aan willen gaan. quadripes schreef lichtheid is niet hetzelfde als losgooien aan de voorkant. lichtheid ontstaat aan de achterzijde, doordat het paard goed ondertreedt, wordt het licht aan de voorkant. het gaat dan in oprichting en Gleichgewicht met een licht contact met de hand van de ruiter. Lichtheid = Legerete = nageeflijkheid = Durchlaessigkeit , dat staat niet gelijk aan een losse teugel. quadripes schreef alleen een ruiter die goed kan zitten, kan een goed gebruik maken van zijn handen, benen en gewicht (zit). alleen dan kun je heel fijne, afgestemde hulpen geven en voelen wat er onder je gebeurt. in feite moet je niet meer bezig zijn met 'erop blijven zitten'. ik denk dat het niet alleen aan de longe te leren is, maar de weg die men tegenwoordig volgt, door meteen te gaan rijden zonder te weten hoe men moet zitten, is een veel langere met onnodige hobbels waardoor er onnodige spierspanning wordt aangeleerd die weer heel moeilijk is af te leren. juist aan de longe kan men zich helemaal richten op de zit zonder zelf op het paard te hoeven letten, zodra men gaat rijden moet men weer het paard kunnen begeleiden en leiding geven. waardoor de aandacht voor de zit vaak weer verslapt. dat kan ook soms niet anders. aan de longe kan men dan regelmatig weer correcties doorvoeren, zodat de houding en zit steeds sneller gecorrigeerd raken en waardoor je dan tijdens het rijden steeds beter een goede zit kunt handhaven. tegenwoordig lukt dat niet meer, waardoor grote fouten ontstaan die weer moeilijk te corrigeren zijn. en door die fouten in de zit krijgen ook de paarden spanningsfouten die anders te vermijden waren geweest. het is een beetje een sneeuwbaleffect, zou je kunnen zeggen. slechte ruiters brengen slechte paarden voort. Professor schreef Dan mag ik ouderwets zijn, maar het bevreemdelijke is dat ik wel examen gedaan heb in de bewegingsleer van de mens. En dat vele artsen en fysiotherapeuten met mij samen werken en mensen met rug- en andere problemen gewoon aan mij overlaten en dat zij naar "goed" leren zitten weer functioneren. Dat naast het paard conditie opbouwen is ok, maar wist u dat topatleten zoals schaatsers het enorm moeilijk hebben op een paard. Kracht moet men hebben in zijn benen en rug, en dit kan men leren op paard. Wanneer men dat leert naast het paard dan traint men verkeerde spieren die men op het paard juist niet wenselijk zijn. Men moet en dient als instructeur juist wel te weten wat het menselijk lichaam aan kan en wat niet, dat werd geleerd en daar leert men nog steeds in door. Omdat paard en mens niet te scheiden zijn bij het paardrijden, men dient er een éénheid van te maken als instructeur. Het is belachelijk dat men denkt dat beid onafhankelijk van elkaar kunnen trainen aan de houding en spieren. Het in balans blijven, en onafhankelijke te zitten zeer complex, dat men nooit en te nimmer van de grond af kan leren. Heb zoveel voorbij zien komen in al de jaren sta er nog steeds "open" tegenover, maar heb nog steeds gewonnen van hen die denken dat zij een ruiter "sneller" tot een goede zit kunnen brengen als dat men het doet in Wenen of wat ik geleerd heb. Gewoon een ruiter zonder teugel zonder beugel een week lang 2 uur per dag aan de longe. William Steinkraus heeft zich laten corrigeren in zijn zit 3 maanden lang in Münster voor de Olypische Spelen die hij gewonnen heeft 4 uur op een dag. De zit leert men alleen op het paard, de spieren versterken ook, mits men weet wat voor oefeningen ervoor nodig zijn. En dat de instructeur dit niet zou weten is een deficit in de opleiding van de instructeur maar dat had ik al eens geschreven in dit topic, heb er ook een plan opgezet hoe het werkelijk zou moeten zijn. Dit geld trouwens voor een paar ook. murphy102 schreef Tja, ...de onafhankelijke zit! Heb zojuist de dvd van het hengstentation van Paul Schockemöhle zitten bekijken. Het was heerlijk weer eens paarden gereden te zien worden zoals het hoort: voorwaarts van achteren uit zonder voor op de handrem gezet te worden, zonder valse knik! Oh, er was genoeg op de zit van een aantal mensen aan te merken, hoor, maar ze zaten hun paard niet in de weg, sterker nog: er zat slechts 1 (misschien 2) routinier tussen. Een verademing. Doordat de paarden anders gereden worden, klassiek dus, en doordat mensen anders op hun paard zitten, konden paarden laten zien wat ze in huis hadden. Dit in tegenstelling tot wat onze Nederlandse top- en subtopruiters laten zien. Dan heb ik het niet over ruiters als Sander Marijnissen e.d. Ga eens kijken bij de PAVO-cup of waar dan ook. Uiteraard werd ook Totilas getoond, eerst onder Gal, daarna onder Alexander Matthias Rath. Dacht toch echt dat er een ander paard binnen kwam, in die zin, dat Totilas 2x langer is geworden onder Rath!! Deze ruiter doet zijn uiterste best om dit "modern" gereden paard (ja, verrreden is wel het woord) om te turnen naar een klassiek te scholen paard. Het valt niet mee om die geprogrammeerde kunstjes er uit te rijden. Met name dat voorbeen-gewapper en een achterbeen wat er niet IS, zal veel tijd in beslag gaan nemen en zal zeker ten koste gaan van het spektakel, maar er zal een ander paard onder vandaan komen. Om weer terug te komen op het onderwerp van de onafhakelijke zit: Edward Gal hangt achterover in een stoelzit met een BOLLE onderrug. Zijn voorbenen komen al VOOR de singel uit bij de elleboog van het paard. Gelukkig houden die mega-wrongen op zijn zadel hem IN het zadel en voorkomen deze dat de benen van Gal op de schouders van het paard belanden...! Algehele stijfheid in het lichaam van Gal! Dan naar A.M. Rath: deze jongeman heeft een keurige correcte zit, getuige de licht-HOLLE onderrug die ontspannen is!. Als gevolg daarvan een correcte beenligging! Een zeer plezierig ogende Rath in een correcte, onafhankelijke zit, die zijn paard volgt in de beweging en hem geen moment in de weg zit, terwijl hij zijn handen vol heeft aan de omscholing van dit paard. Sportscholen dienen een commercieel belang voor diegene die lekker achter S.J. aanhobbelen. Ik heb niets tegen sportscholen ansich, maar een onafhankelijke zit leer je alleen te ontwikkelen OP een paard! De bewegingen van dit levende materiaal zijn NIET te verkrijgen in een sportschool! Diegenen die dat hier wel verkondigen hebben dan zelf zeer waarschijnlijk ook geen onafh. zit en begrijpen ook niet wat het IS! Op een sportschool werk je alleen aan conditie. Getuige de houding van de Nederlandse topruiters. Zij werken zich suf in de sportschool en hangen (op een enkeling na; reeds genoemd) in een stoelzit of REMzit op/in hun paard. Zoals Professor ook al benoemde, Anky zat vroeger, net als Adelinde overigens, prachtig op haar paard. Daar is niets meer van over! Inderdaad, zelf ben ik ook van de ouwe stempel. Zitten en dus ook een onafh. zit verkrijg je en verbeter je je leven lang op heel veel verschillende paardenruggen. Hoe? * Zitles aan de longe met alle mogelijke oefeningen, tot en met het buitenbeen over de hals van het paard in ALLE gangen met de armen zijwaarts, enz. enz. * Verlichte Zitles met alle mogelijke oefeningen die daarbij horen,... ja, voor de dressuurruiter! * Springles, cavalettiwerk met de armen op de rug en zelfs zonder beugels over laag werk. "Zit" daarbij op je knieën en bovenbeen; rechte rug, maar liever een holle dan een bolle rug; enkelgewrichten naar binnen gekanteld. Hier uithoudingsvermogen in krijgen. Wordt veel te weinig gedaan! Dressuurmatig springen of springtechnisch dressuren! * Voltigewerk!! * Regelmatig tijdens het dressuurwerk zonder beugels rijden, ja, juist ook die Z-ruiter! Tel daar je stalwerkzaamheden en het lesgeven (ik maak zelf vele kilometers tijdens mijn lessen) bij op en je hebt geen dure sportschool nodig! Ik wil nog wel eens zien of SJ op een leeftijd van bijv. Paul Stecken (91 jaar) en zo zijn er nog meerderen, nog in zo'n conditie is als deze oudgedienden nu nog steeds zijn...!!!! Professor schreef piepenfiets schreef Veel ideeen over teugelcontact, Herr von Neindorffs beroemde uitspraak verschillend opgevat.Dus ook nog een stukje gelezen.Opvallend vaak tegengekomen dat e.e.a. vooral gaat over de balans tussen drijvende en begrenzende hulpen,nergens iets duidelijks over hoeveel weerstand genomen,danwel ruimte gegeven dient te worden,het lijkt eigenlijk een kwestie van gevoel.Een stukje wat me erg aanspreekt:Der zügel soll fein,gummibandartig, einwirken so dass er jederzeit in die lage ist,in der bewegung des Pferdes geringfügig nachzugeben oder anzunehmen Dat wordt de kinderen in Duitsland algemeen geleerd. Wat van Neindorff, Stecken of wie dan ook zegt of schrijft komt op het zelfde neer. De werking van een Durchhaltende teugelwerking weet iedere ruiter omdat dit geleerd word, dit is om het paard na te laten geven in de nek. Dit is niets als een onbeweegelijke hand, die werkt als een bijzetteugel, en wanneer het paard nageeft in de nek ontspant deze teugel automatisch en heeft men een gummibandartige verbindung. Dan komt de nagevendehand. En de aannemende hand. Dit zijn gewoon teugelhulpen. Dan heeeft men nog de opende en de sluitende hand. Dat laatste is niets anders dan de 1e en 3e teugelwerking. Het is alleen op zijn Duits, en in het Nederlands is het eigenlijk hetzelfde. En men dient nooit te vergeten dat de teugelhulpen altijd in samenwerking zijn met de zit- en beenhulpen. En wat men bedoeld met een stillehand is iets anders dan een durchhaltende zügelhilfe. Dieze laatste is wel onbeweeglijk stil en beweegt geen milimeter. De grote fout die de meeste ruiters hebben in hun zit is dat wanneer zij de drijvende hulpen inzetten zij automatisch de teugel aanspannen. De tweede fout is het omgekeerde de ruiter gaat met de hand naar voren bij de drijvende hulpen, dit doet men alleen wanneer men het frame verlengen wil. De verbinding zijn net twee stokjes, dat hebben velen gehoord maar weten daar eigenlijk niets mee te beginnen, en dat is ook maar een deel van de teugelvoering. Dat met die twee stokjes: Een goed gereden paard volgt de hand, zowel naar voren als naar achteren met zijn hele beweging en hoofd en hals houding. Wanneer de hand naar voren gebracht worden ziet het er uit of het paard door twee stokjes de neus naar voren geschoven word, dito omgekeerd. Deze uitdruk met die twee stokjes komt uit het militair, het Nederlandse militair, en zegt eigenlijk het zelfde als die met de gummiband. En dan hangt er nog vanaf hoe dik is die gummiband. murphy102 schreef In de Klassieke Dressuur zijn de kwalitatieve eigenschappen: * Lichtheid * Ongedwongenheid * Harmonie Longeren quadripes schreef dit is al eerder heel even genoemd. met bijzet longeren dient er voor om het paard van achteren naar voren in de teugel te longeren. dus de teugel moet lang genoeg gegespt worden om het paard niet er tegen in te laten drukken, vervolgens is het gewicht van de teugel genoeg om het paard vwnw uit te nodigen. het voortdrijven van de achterhand is hier van belang, zodat het paard in de aanleuning terecht komt. afhankelijk van de africhtingsgraad van het paard, kan de bijzet dan ook korter worden gemaakt. hij mag echter nooit een paard in elkaar trekken of in een knik vast zetten. (dat is van voor naar achteren werken en gebeurt ook zo bij mensen die hun hand vastzetten of niet van achteren naar voren rijden) de achterhand moet telkens zo geactiveerd worden dat het paard vanzelf tegen de teugel aanloopt. (dit is dus hetzelfde als bij het van achteren naar voren rijden) Professor schreef quadripes schreef het gebruik van bijzetteugels is juist uiterst klassiek. daarbij hebben we eerder in dit topic vastgesteld dat de academische 'rijkunst' zichzelf zo niet mag noemen en zich ook niet klassiek mag noemen. je kunt een paard niet zonder bijzetteugels aanleuning leren, omdat er dan geen opvang aan de voorkant is. zie mijn uitleg eventjes hierboven. alternatief zou dan de dubbele longe moeten bieden. dit geldt ook voor onder het zadel: een paard kan nooit in de aanleuning gaan op een correcte manier als er zonder teugelcontact wordt gereden. ook ophoudingen en dergelijke worden dan neit mogelijk, alsmede een correcte verzameling en oprichting. Professor schreef Het afstoten weet u nog allemaal? Dat effect heeft men wanneer met bijzelteugels longeert, de weerstandbiedende hand,en het paard wat daarop reageerd door na te geven in nek en kaak, daardoor ontspant de bijzetteugel. Men drijft hem tegen de teugel, en automatisch het effect wat hierboven staat. quadripes schreef juist doordat je van achteruit het paard in de bijzet drijft, ontstaat er aanleuning, dus het paard kan dan niet achter de teugel kruipen dan is er niet genoeg gedreven. en natuurlijk moet je maar kort longeren en gedurende de sessie niet voortdurend dezelfde lengte gebruiken. nog een aanvulling: de bijzet moet lang genoeg zijn. NOOIT kort gespen! het paard moet er niet tegen aan kunnen drukken. en de bijzet mag een paard ook niet als een zeepaardje krom trekken, zoals ik wel eens heb gezien... oh dat zei professor al (mbt verschil in lengte tijdens de sessies) quadripes schreef ehm: een bijzet mag nooit dwingen, dat heb ik duidelijk geschreven. jammer dat dat niet wordt opgepikt en door mensen dan toch als zodanig wordt neergezet. dat de meeste mensen niet weten hoe ze er mee moeten longeren en daarom denken dat de achterhand erbij drijven hetzelfde is als hoog tempo en de bijzet op de verkeerde lengte vastmaken... daar kan ik hier de verantwoordelijkheid niet voor gaan nemen. er zijn zoveel dingen uit de klassieke leer verkeerd geinterpreteerd en verkeerd opgevat. en door onkunde wordt dan de schuld gegeven aan de klassieke rijkunst en gaat men 'work-arounds' of 'quick fixes' verzinnen. als je niet kunt longeren met bijzet (en daar moet je je paard natuurlijk wel in stapjes aan wennen, nooit de bijzet korter gespen dan het paard in africhtingsgraad kan hebben - heb ik ook al eerder geschreven...) kun je beter longeren aan een kaptoom zonder verder iets eraan, is mijn mening. murphy102 schreef sanne83 schreef Ik heb begrenzing nodig met rijden, maar met longeren heb je toch de begrenzing van je lijf? Je zegt zelf: aanleuning heb je nodig voor het rijden, waarom heeft het paard aanleuning nodig met longeren? Hoe kan je de teugelwerking van je eigen handen nu vervangen door een bijzetteugel, zeker in het aanleerstadium, dat begrijp ik inderdaad niet. Ik bedoel meer dat hier in dit topic heel pietjes precies wordt vertelt: dit is wel klassiek en dit is niet klassiek. Hoe kan je dan iemand onder klassiek scharen (Philippe Karl) die naar mijn idee niet voldoet aan al die criteria die hier gesteld worden. Kijk Sanne83, ook aan de longe begin je met contact, hetzij via de kaptoom, hetzij via de bitringen. Belangrijk hierbij is dat je dus GEEN bocht in je longe laat vallen, maar contact houdt! Met de chambrière werk je je paard voorwaarts, je zult merken dat de verbinding steviger wordt. Door het gebruik van de halve ophouding houdt je de energie "binnen". Je zult merken dat het paard krachtigere passen gaat maken achter, zonder dat hij gaat rennen, dankzij die halve ophouding. Op den duur ontstaat er aanleuning. Je paard zal dan altijd over de rug gaan. Ik moet erbij zeggen dat je wel "handig" moet zijn" in het longeren. Misschien is het een idee dat iemand die deskundig is, jou eerst de basisprincipes van het longeren bij probeert te brengen. Als je onder de man weet wat aanleuning is, hoe het voelt, hoe je het bereikt hebt, kun je het ook aan de longe gaan leren herkennen. Gewoon veel oefenen, succes! quadripes schreef je mag een paard nooit korter bijzetten dan het in lijf aan kan. dus zo'n paard zou ik met lange bijzetteugels gaan werken. (alle paarden die nog nooit aan de bijzet hebben gelopen) een paard mag nooit het gevoel hebben door de bijzet gedwongen te worden. het gewicht van de bijzet zal vanzelf zorgen dat het paard de ruimte naar beneden op zal zoeken. daarbij is het dus van belang dat je het achterbeen eronder drijft, omdat het anders gewoon (lomp gezegd) 'kop naar beneden' is zonder dat dat van achteruit komt. naarmate het paard beter kan verzamelen, kun je de bijzet dan vanzelf korter gaan gespen, maar dat is echt een kwestie van jaren en wordt door het paard zelf aangegeven. (net zoals met rijden) murphy102 schreef Voor alle goedwillenden, w.o. Sanne83: Waarom longeren? Als arbeid, als aanvulling op het rijden, als onderdeel van de training cq opleiding v.h. paard; herstel blessure, ter afwisseling. Dus rondjes lopen aan een halster valt daar niet onder, dat is een paard gecontroleerd de benen laten strekken. Voor deze arbeid aan de longe hebben wij "hulpjes" nodig, aangezien het ons hier ontbreekt aan elke inwerking van zit, benen en de fijgevoelige hand. Welke hulpmiddelen? Longeerlijn, chambrière, liefst een kaptoom (er zijn 2 soorten: een die je over het hoofdstel heen plaatst en een van leer dat min of meer een hoofdstel is -deze is het fijnst-. Op beide "neusriemen" zitten 3 ringen waaraan de longe wordt bevestigd) en een hulpteugel. Afhankelijk van het DOEL van de longeerarbeid kunnen we kiezen uit verschillende hulpteugels, die een verschillende funktie hebben. 1. Voor het verkrijgen van gymnastisering en ontspanning van de bovenlijn v.h. paard dmv een voorwaarts-neerwaarts-effect, bijv. de gymnastiekteugel (Horst B.), de gogue of de chambon. 2. Voor het verkrijgen van lengtebuiging en verzameling kunnen we een bijzetteugel nemen of met de dubbele longes werken. Echter, de dubbele longes pas gebruiken als je de arbeid aan de enkele longe goed beheerst, zoals Professor ook al eerder opmerkte. Voor wat betreft de arbeid aan de dubbele longes; dit kan op 3 manieren: * buitenste lijn over de rug v.h. paard * buitenste lijn achter langs de achterhand * of door achter het paard te gaan lopen, paard gaat dus voor jou uit. Wordt veel gebruikt om paarden te leren aangespannen te gaan, maar ook de Spaanse Rijschool werkt met deze methode en eigenlijk is het voor elk rijpaard goed, je krijgt hier een hele fijne aanleuning uit. VOORWAARDE om te kunnen longeren is dat een paard "gehoorzaam" gaat aan de longe, dat dus goed reageert op de stemhulp, maar dat ook kan HALThouden op de cirkel. Of de commando's in het Nederlands, Duits of wat voor taal dan ook gegeven worden is niet van belang. Wel de tonatie is heel belangrijk! Het gebruik van de bijzetteugels: Deze zijn even lang, dus niet binnenkant korter. Alvorens je begint met het inwerking stellen van welke hulpteugel dan ook, altijd zorgen dat je paard eerst 10 tot 15 min. los gestapt is, op beide handen, zowel linksom als rechtsom dus. Dan bijzetteugel aan bitringen klikken, echter... deze dient eerst wat langer ingesteld te zijn: je bent immers met je warming-up bezig (dit kost nauwelijks moeite of tijd). Daarna paard Halt laten houden op de cirkel: bijzetteugel op gewenste lengte maken en paard op beide handen aan de arbeid zetten. Dan op de rechterhand bijzetteugel weer wat langer maken vanuit Halthouden voor de Cooling down. Daarna bijzetteugel losmaken en paard uitstappen gedurende 10 tot 15 minuten. De werking van de bijzetteugel: Door het paard voorwaarts te drijven van achteren uit (stimuleer met chambriere), wordt de opgewekte energie (uiteindelijke impuls) voor begrensd door de begrenzende, afstotende, oftewel weerstandbiedende werking van de bijzetteugel. Het gevolg is dat het paard nageeft in nek en kaakgewricht. Gevolg hiervan is een ontspannende, slap hangende bijzetteugel. Professor heeft hierover eerder ook al geschreven. Vervolgens gaat het paard nu kauwen op het bit (ongeacht longe vastzit aan een kaptoom of mbv een tussenstukje aan de bitringen. Paard krijgt agv de werking van de speekselklieren (door afkauwen) een lekker "schuim-mondje". Soms nog maar aan een zijde, maar vervolgens toch snel ook aan de andere zijde (zeker als je naar de rechterhand gaat). Het paard staat nu "open" voor de hulpen (is ontvankelijk). Daarbij gaat het paard dus over de rug. Het een is een gevolg van het ander. DAN kun je via de longe ook inwerken dmv halve ophoudingen via neusbeen of lagen. Er ontstaat een soort "aanleuning". Uiteraard KAN dit nooit de aanleuning zijn die je onder de man hebt met een fijngevoelige hand! Dat is natuurlijk ook logica! Ook worden de halve ophoudingen die via de longe gegeven worden uiteraard anders gedoseerd als onder de man, laten we daar wel even duidelijk in zijn. We zitten er immers niet op en missen dus de inwerking van hand, zit en benen. Dus Sanne83, die aanleuning moet je uiteraard in een ander perspectief zien als de aanleuning die via de fijngevoelige hand loopt. Dit geldt dus ook voor de dosering van de hulpen aan de longe. Het gaat er echter om dat jouw "boodschappen" via longeerlijn doorkomen bij het paard. We zijn immers afhankelijk van hulpmiddelen en van de stem bij deze vorm van arbeid. Ik hoop e.e.a. duidelijker gemaakt te hebben. murphy102 schreef garny95 schreef Klassiek vs AR Stel je heb een paard waar nog veel aan te doen is, hij is stijf, stug en kent remmen en gas, wat is de trainingsopbouw volgens de klassieke rijkunst, hoe start je en wat ga je dat paard trainen ? Ik ga geen boek lezen en hoop op een leuke discussie hier Eerst voor een periode aan de longe nemen. Als hulpteugel zou ik een teugel nemen die het paard aanmoedigt om voorwaarts en daaruit neerwaarts te laten komen. Je kan kiezen uit de gymnastiekteugel (van Horst Becker), de gogue, de chambon of de Duitse 3-punts-teugel. Al deze teugels hebben min of meer hetzelfde effect: brengt het paard zijn hoofd te ver omhoog, dan krijgt deze een druk in de nek agv de hulpteugel. Op het moment dat het paard zijn hoofd laat zakken, is de druk onmiddelijk weg. Dit heeft een paard snel door. Zodoende wordt het aangemoedigd neerwaarts tekomen. Daardoor zal de rug zich kunnen gaan ontspannen. Bevestig dit eerst. Dit is de eerste stap. Gaat dat goed, kun je overgaan (indien je dat beheerst) op de dubbele lijnen. Onder de man werken met cavaletti-arbeid. Veel variatie in aanbrengen en evt. eindigen met een klein sprongetje. Check of het plezier bij je paard terugkomt. Wissel dit af met simpel werk onder de man en houdt het kort. Als je al een uur rijdt, geef dan zeker 2x lange teugel. De boog moet niet te lang gespannen zijn. Werk met figuren, slangevoltes bijv.; dan wel de ouderwetse met de peervormige bogen (niet de moderne met de rechte lijnen: geen meerwaarde). Vraag daarbij stelling en laat dit op den duur overgaan in schoudervoor. Ga de andere dag eens een buitenrit maken indien je in die gelegenheid bent. En zo ga je stap voor stap verder. Controleer jezelf of je je hulpen duidelijk geeft. Rijd eens zonder sporen, drijf in de takt van de gang. Pas een stapje verder als e.e.a. bevestigd is. Kijk steeds naar het paard of "hij het bij kan houden". Overnemen is zo gebeurd; paarden zijn immers zo loyaal, willen graag de ruiter plezieren. Dus niet te snel en veel variatie! andafries schreef De halve ophouding Professor schreef Men kan een paard doelloos laten strekken, maar men kan ook een paard goed in de handstellen en dan gaat het paard vanzelf wanneer de ruiterhand dit toestaat voorwaarts neerwaarts, dus niets anders dan het gevoel geven aan het paard dat het zijn/haar hals mag laten strekken. Dit is wat ik al meerdere malen geschreven heb de nagevendehand. Een ophouding eindigd altijd met nageven, wanneer men de ophoudingen beheerst dan kan men rijden. Zonder ophoudingen is de Klassieke Rijkunst en het rijden over het algemeen niet mogelijk. Men zou eerst eens moeten leren wat doet, waarom en wat is de reactie van het paard op een halve ophouding?? En natuurlijk hoe kan ik hem geven??????? Wanneer deze vraag beantwoord is dan begint men eerst daarover na te denken over het juiste rijden. Professor schreef quadripes schreef terwijl je normaal gesproken je buitenteugel gebruikt om te begrenzen, je buitenbeen om de achterhand te begrenzen. de binnenteugel onderhoudt stelling en het binnenbeen onderhoudt de buiging. Je paard geeft dan na in de richting van de beweging op de binnenteugel en met je binnenbeen kun je dan het binnenachterbeen 'bewerken'. Zo komt je paard steeds op beide teugels in aanleuning terecht, ongeveer gelijk, maar niet altijd (da's wel het streven natuurlijk). Even kort gezegd. Het binnenbeen geeft de stelling de binneteugel is om de stelling te verfijneren. De buitenteugel regelt het tempo (takt) de hoofdhouding ( houd het paard in de houding) door halve ophoudingen. Leuk dat halve ophoudingen maar wie weet wat er werkelijk gebeurd door deze halve ophoudingen en hoe die gegeven worden???? Professor schreef Ophoudingen: We kennen twee soorten van ophoudingen: de halve en de hele. De halveophouding: Deze heeft het doel: Een andere gang aan te nemen, of het tempo te veranderen (het tempo te controleren) Om de hoofd houding te controleren (de houding) Om een nieuwe oefening in te leiden. Om de verzameling te verbeteren en te berijken.(actief maken van het achterbeen) Hoe geef ik een halve ophouding: Drijvende zit- en beenhulpen. Aanemende teugel hulpen.(bij een verder afgericht paard is meestal een het stilhouden van de hand genoeg) Nagevende teugelhulpen. Wat doet een halve ophouding: 1. Door de drijvende hulpen zou het paard de energie die ik opwek, alleen in voorwaartse energie omzetten (sneller gaan) 2. Door aannemen van de teugels(weerstand biedende hand kan ook) stop ik deze energie, en door na te geven laat ik deze energie weer terugvloeien naar de achterbenen. En omdat de energie ergens weer ophoud te bestaan dien ik te drijven, om de energie op te wekken die ik voor bepaalde oefeningen benodig. Doordat ik in de hand drijf, druk ik met het bit op de onderkaak hierdoor gaat de onderkaak open nu geeft het paard na,(afstoten van het paard op de hand) hierna open ik mijn hand (geef na) en de mond sluit zich (dit moet zo snel mogelijk gebeuren), en de energie vloeit weer terug naar de achterhand, door dat ik drijf en aanneem grijpt het achterbeen meer onder de massa (verzamel ik ietsje) . De hele ophouding: Door de hele ophouding kan ik mijn paard halthouden vanuit alle gangen. Dit zijn meerdere halveophoudingen snel achter elkaar gegeven. Resumee: Wanneer ik als ruiter niet nageef na een ophouding dan is het geen ophouding maar ordinair trekken. Halve ophouding = Halbe Parade (Duits) Halve-Arrêt = een opwaarts gerichte halve ophouding die zeer kort gegeven word. Dan werd er geschreven impuls(Schwung) helaas heeft die dit geschreven heeft geen notie tussen het verschil van beide. Impuls heeft een paard ook in stap en in het halthouden heeft het altijd, maar Schwung alleen in draf en Galop dus in gang en heeft te maken met de zweefmoment die men meer tot uitdrukking brengt. Bovendien vraag ik u, dit niet te gebruiken op andere fora, niet te copygaaien, dit vraag ik uw beleefd aangezien dit wel eens vaker gebeurd is lees vaak op fora wat ik geschreven heb terug vind ik niet Ruiterlijk. Professor schreef murphy102 schreef Professor, als u mij bedoelt voor wat betreft de impuls en de Schwung die tussen haakjes staat, het volgende: misschien had ik mij duidelijker moeten verwoorden, maar door Schwung tussen haakjes te zetten, bedoelde ik te zeggen dat de Schwung inherent is aan de impuls; het gevolg van de impuls wat zich vervolgens uitdrukt in expressie tijdens het zweefmoment. Dat dit dus alleen kan in draf en galop is voor mij een vanzelfsprekendheid. Excuses dat ik mij niet duidelijker heb verwoord. Dan is inherent denk ik een niet een duidelijke betekenis, aangezien impuls en Schwung zowie zo niet aan elkaar gekoppeld kunnen worden dat is Frans en Duits en nu nog een Engelstalige betekenis erbij maakt het niet allemaal duidelijk. Impuls dient men altijd te kunnen aanspreken in elke oefening een goede ruiter kan dit zeer goed afgestemd op de oefeningen. Daarom wilde ik eigenlijk schrijven het is gewoon nonzins om dat impuls erachter te schrijven aangezien men dat bij elke en iedere uitleg kan gebruiken. Er is geen enkele oefening die zonder impuls mag zijn. Impuls is altijd aanwezig. Professor schreef Houding van het paard en verdere uitleg die effect hebben op de houding van het paard quadripes schreef @Moll: ik denk dat de juiste hoofd/hals houding uit het paard zelf moet ontstaan. Door oefeningen te rijden, overgangen te rijden en het paard altijd vwnw te laten strekken, gaat er vanzelf een 'juiste houding' ontstaan. Zodra je dit 'gaat vragen' ben je in mijn ogen althans, spanning in het lijf aan het creeeren en belemmer je de voorbenen en achterbenen in hun voorwaartsgrijpende beweging. Op een gegeven moment zal een paard vanzelf toe zijn aan een bepaalde halshouding en zal deze dan ook vanzelf geven. Of je moet varieren hiermee, maar telkens het paard toestaan vwnw te strekken zover als het wil, zodra het aangeeft problemen te hebben. de hoofd/hals houding moet altijd het resultaat zijn van wat de achterhand en de rest van het lijf doet, nooit het uitgangspunt. (in mijn beleving) dit is een lastig onderwerp om even zo tussendoor te bespreken. quadripes schreef als een paard met de neus in de lucht loopt kun je helemaal geen weerstand bieden, dan ben je gewoon aan het trekken. Een paard moet vanaf het begin getraind worden, jullie vallen allemaal halverwege de training in (sorry, niet allemaal, onhandige manier van uitdrukken). Als je paard met zn neus in de lucht loopt, moet je helemaal niet bezig zijn om dat hoofd naar beneden te krijgen. Het komt allemaal vanachteren uit en dat train je niet eventjes. Je begint met je paard op te leiden aan de longe, dan moet een paard al vwnw gericht zijn. Vervolgens doe je hetzelfde onder het zadel. Pas als een paard in eenzelfde takt loopt kan het ontspannen en dan gaat het vanzelf vwnw zoeken. Dat moet telkens weer het punt zijn waarnaar je naar toe werkt. Je rijdt voortdurend vwnw ook in de piaffe of weet ik wat. Daarom zeg ik: je moet een paard niet aan de teugel willen rijden. Ik denk dat Professor het al heel mooi heeft verwoord, trouwens. Je moet van achteruit naar voren rijden en dan komt de rest vanzelf. En dat kost maanden van training voordat een paard dat in alle overgangen, zijgangen enz blijft doen. Weerstand bieden is een heel complex verhaal... ik denk dat de Nederlandse term trouwens ook voor veel verwarring zorgt. Ik noem hetzelf eigenlijk gewoon contact onderhouden. Heel lichtjes voelen en zorgen dat het contact blijft. De aanleuning moet uit het paard komen, het contact komt van de ruiter. En bij elke graad van verzameling hoort een andere hoofdhouding, maar dat moet ook vanuit het achterbeen ontstaan en niet vanuit de hand. Natuurlijk moet je wel iets met je handen doen, maar die staan in feite stil en toch bewegen ze. Ik heb ook al aangegeven: de hoofdhouding is iets van relatieve oprichting en dat kan alleen van achteruit komen. Professor schreef Denk dat Totilas voor deze Piaffe die hij hier toont een 6 moet krijgen. Waarom, het voorbeen is onderstandig, het achterbeen is niet richting massa van het paard. De foto van de schimmel is ook geen mooie Piaffe zoals de Klassiek Rijkunst hem voorschrijft. Dit is onderstandig dito bij Totilas. Al is hier het totaal beeld al beter qua achterbenen onder de massa. Dit is een perfekte Piaffe. Dit vergelijk is eerlijk, men kan een Barok paard en een Warmbloed niet vergelijken in de Piaffe en Passage dat loopt altijd mank qua uitstaling. Professor schreef Citaat nee , het was een vraag waardoor ik meer uitleg van u zou krijgen met betrekking op de stelling , de achterhand los kan veel omvatten echter ook weinig , het is onvoldoende info om op te kunnen reageren vandaar mijn gedachten op de stelling. dus uw verwijt dat ik te makkelijk denk vind hier geen plaats vind ik om deze reden. Geef niemand een verwijt, maar hier gaat het om Klassiek denken, men denkt hier vaak dat "oude" instructeurs vastgeroest zijn, dat doet pijn zeer, omdat wij constant bezig zijn met onderzoekingen en "vernieuwingen" zijn er helaas niet, alles wat wij nu weten over het functioneren van een paard en de reactie op de hulpen zijn zover ontwikkeld dat er niets nieuws is, alleen mensen die kleine componenten eruit halen en dat vernieuwen noemen zijn mensen die zand in de ogen strooien. De achterhand geeft geen stelling aan, de achterhand gaat altijd recht gericht. De voorhand wordt gestuurd, de achterhand gereden met de zit. De achterhand is de motor, die stuwt, die men kan laten dragen (levade) en dragen en stuwen tegelijkertijd. De voorhand heeft stelling. Het lichaam de lengte buiging. Stellin nl is van nek tot en met inplant van de hals in de schoft. Waarbij eigenlijk ben het nekgewricht benut. Stelling is van nek tot en met het uiteinde van de staart. Professor schreef liberty22 schreef maar de buiging naar binnen toe hoef je daar dan niet zoveel aandacht aan te besteden? De buiging is relatief net zo als de oprichting, het paard dient van maantop tot en met staart op de gebogenlijn te gaan, op twee sporen. Dit is dito op de rechtelijn, dus links acher in linksvoor en rechtsachter in rechtsvoor. Eigenlijk anders om omdat men de voorhand instelt op de achterhand, de achterhand is een aandrijvende motor die in principe rechtuit gaat. De voorhand kan men sturen dit mag men nooit met de achterhand. Een voorbeeld achterwaarts gaan, men corrigeert wanneer het paard scheef gaat, niet de achterhand nee men brengt de voorhand naar die zijde waar de achterhand naar toe gaat. Dat doet men door de 1e teugelwerking te geven????? Dit is de hand zonder naar voor of achter te bewegen zijwaarts van de hals af. De buitenhand gaat tegen de hals aan (3e teugelwerking) natuurlijk drukt het been aan die kant waar de achterhand naar wijkt iets meer als het andere been. Professor schreef Tempi rijden is niets anders dan de verschillende Tempi die er in een gang zijn te wisselen. Overgangen rijden is van de ene gang in de andere gang overgaan. Een "normaal" rijpaard heeft 3 gangen, stap, draf en galop. Professor schreef Het frame in stap is het langst, wanneer ik in draf ga moet ik mijn teugels verkorten, ga ik in galop moet ik dat nogmaals. quadripes schreef @liberty: nee want oprichting is niet hetzelfde als een starre hoofdhouding, juist in de oprichting dient een paard altijd de hand te willen volgen, dus op elk moment vwnw te willen gaan. oprichting is toch relatief, dus veranderend. het paard moet altijd het gevoel hebben naar voren te mogen gaan, dan zal het dus ook naar voren gaan als het nodig is. anders krijg je paarden die hun hoofd op 1 plek houden, hoe je ze ook rijdt. of die afhankelijk van de ruiterhanden 'worden ingesteld', maar nooit vanuit het achterbeen. quadripes schreef @liberty: daarom schreef ik al: als je een paard verkeerd verzamelt, zal het in de verzameling al alleen opwaarts bewegen. als je vandaaruit dan wil 'verruimen' gaat het paard dus niet goed verruimen. en als je absolute oprichting gebruikt, waar ik het dus niet over heb, maar waar wel veel ruiters mee rijden, dan krijg je een paard dat niet anders kan dan de achterbenen achteruit te gebruiken (schubkraft die achteruit werkt) en dus ook de rug niet gebruiken. wat ik zei was dat je het paard zoveel ruimte moet geven als het nodig heeft, maar dat jij als ruiter niet bepaalt hoeveel ruimte het paard nodig heeft, maar het paard. quadripes schreef @liberty: mijn punt is dat de verlenging van het frame uit het paard moet komen en niet vanuit de ruiter. dus ik zeg niet dat je dezelfde oprichting moet houden (dat zou namelijk absolute oprichting zijn). als je het paard toestaat zoveel aanleuning te nemen als nodig, dan blijft het kloppen. En naar gelang het paard afgericht is, zal het een langer of korter periode kunnen verruimen of verkorten met bijbehorend 'frame'. Een goede ruiter dwingt dit dus niet af, maar laat het afhangen van het paard. quadripes schreef hoe vraag je een paard naar de hand te komen? dat wil ik dan eerst weten, voordat ik een heel verhaal ga afsteken. ik denk namelijk dat je achter de hand aan moet rijden en dat het paard de hand moet vertrouwen, dus aanleuning moet durven nemen. als je een paard in het begin zonder teugelcontact zult rijden, zul je merken dat het vanzelf de hand wil opzoeken. en dan is de eerste stap op weg naar aanleuning gezet. alle andere stappen leiden naar 'afknikken' van het paard. ik denk dat je een jong paard dus niet kunt blootstellen aan halve ophoudingen enz want die kan dat in zijn lijf nog helemaal niet verwerken. een jong paard moet op eigen benen, voorwaarts gereden worden (voorwaarts = niet hard). overgangen moeten voorwaarts gereden worden, op de zit. zo doe ik dat tenminste. je laat hem in progressieve overgangen terugkomen. zonder de teugels daarvoor te gebruiken, want het paard moet eerst de hand leren vertrouwen. Professor schreef De uitgestrekte gangen kan men eerst werkelijk rijden wanneer het paard sterk genoeg is. Jonge paarden hebben deze kracht niet om in evenwicht op de achterhand de gang te strekken zonder te versnellen, en versnellen is een teken van gewicht verandering van achter naar voren. Daardoor word de beweging sneller maar niet ruimer en word men niet als het ware in het zadel gezogen maar eruit gegooid, omdat de achterbenen de spronggewrichten te ver achter het lichaam komen en daardoor meer stuwen dan dragen. Professor schreef Moll schreef Aan deze beelden geeft hij aan dat het paard een dynamisch zwaartepunt heeft, alhoewel de eerste foto de amazone de fout maakt haar onderbeen te veranderen die dient normaal te blijven liggen. Daardoor is de eerste foto wat overdreven. Het paard doet het geweldig in elke situatie. Professor schreef Citaat Waarmee ik wil zeggen, dat de ruiterzit mee moet gaan met het evenwicht van het paard. Dan is een paard in "evenwicht", anders viel hij/zij doodeenvoudig om. Dus niet dan begrijpt u niets van evenwicht, men geeft de richting aan bij een wending door zijn gewicht naar binnen te plaatsen, daardoor kruipt het paard onder uw zwaartepunt zodat zijn zwaartepunt weer gelijk komt met de uwe. Daardoor wend een paard af, alleen wil ik daarbij buiging hebben en daarom houd ik het paard tegen met mijn binnenbeen daardoor onstaat die buiging. Dus men gaat niet altijd mee. Evenwicht is iets anders dan rijtechnisch evenwicht, en dat word steeds door elkaar gehaald. Een voorbeeld, wanneer ik een heuveltje afloop en begin te rennen dan word ik steeds sneller, omdat mijn bovenlichaam voor mijn zwaartepunt komt te liggen, nu proberen mijn benen automatisch gestuurd door mijn evenwichts orgaan sneller te gaan om onder mijn zwaartepunt te komen. Wanneer ik mijn bovenlichaam dan zou terugnemen zou ik automatisch weer langzamer gaan, maar dat moet men leren en gaat niet automatisch. Professor schreef vur schreef Professor, u vraagt naar de bekende weg als u vraagt waar het stanggebruik voor is. Dus Moll, bespaar me uw uitleg. De inwerking van de stang wordt mede bepaalt door hoe strak de kinketting zit. Dat bij de Nederlanders de stang doorstaalt, komt vooral doordat de kinketting heel los is. Trouwens, lichtheid is er weldegelijk, dus ik weet werkelijk niet waar u uw ogen heeft. Het zware inwerken in de mond van bijvoorbeeld mvr. Balkenhol en mvr. Bechtolsheimer (vergeef me spelfouten) is echt heel rot om naar te kijken. Dat die mensen zo hoog scoren is een schandaal. Lichtheid... ik zie dan een lichtvoetig ijverig paard voor me, of zo u wil weinig inwerking in de mond. Het gaat wat mij betreft allebei op voor de term lichtheid. Nee besparen doe ik dit zeker niet, een lossere kinketting bij een Stang is niet een zwakkere werking nee met tongvrijheid juist een hardere werking bovedien staat hij constant aan. Wanneer men de Stang bekijkt kan ieder logisch denkend mens zien hoe een Stang werkt wanneer juist de kinketting langer is. Zonder kinketting is hij niet hard. Een goed aangebrachte Stank heeft een hefboom werking van 45 graden, tegenwoordig werkt de ketting pas bij 90 graden dat heeft het effect dat de tong geen mogelijkheid heeft om de druk op de lagen te milderen, aangezien de ronding (tong vrijheid) maximaal "open" staat, dus volle druk op de lagen. Een te korte kinketting werkt te snel en te kort. Wij hebben het niet over personen en paarden het is het algemeen beeld dat zo is. Een stillehand zoals vG is net zo hard de druk op de lagen is constant, nageven kunnen de paarden niet aangezien de neusriem te strak zit ondanks de zg controlle wat een farce is. Denkt u er maar eens over na, misschien kunt u de opnames van de mond met bit eens nakijken bij Prof. dr. Hilary Clinton. (niet de buitenlandse minister van USA) Onderwerp: Klassieke vs Academische Rijkunst Teugelwerking Moll schreef 1e teugelwerking: de hand wordt naar rechts en naar voren gebracht met een licht vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De rechterschouder van het paard wordt meer belast. Rechterbeen geeft druk en paard gaat de wending in naar rechts. 2e teugelwerking: de hand wordt naar rechts en naar achteren gebracht met een vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De rechterschouder van het paard wordt meer belast. Rechterbeen geeft druk. Het paard zal naar rechts wenden, schouder gaat naar rechtsachter, achterhand naar links voor. zie pijlen in plaatje. 3e teugelwerking: de hand wordt naar links en naar voren gebracht met een licht vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De linkerschouder van het paard wordt meer belast. Het linkerbeen geeft druk. Het paard zal naar links voren gaan. 4e teugelwerking: De hand wordt naar links en naar achteren gebracht, maar nooit over de hals/schoft heen met vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De linkerschouder van het paard wordt meer belast. Het linkerbeen geeft druk. Het paard zal wenden met de schouder naar links en achterhand naar rechts. 5e teugelwerking: de hand wordt naar links en naar achteren gebracht richting de linkerheup van het paard, niet over de hals met vermeerderde spanning op de teugel. Paard komt in stelling naar rechts. De linkerschouder van het paard wordt meer belast. Beide benen geven druk. Het paard zal naar links voren gaan Moll schreef Professor schreef Nu iets over de teugelwerkingen, deze veranderen geheel niet in de africhting alleen worden zij heel heel klein gegeven. De 1e en 3e teugelwerking gebruikt men bij het aanspringen in galop, SB,SV, Renvers, Travers en Appuyeren, alleen niet zo groot als getekend is. Dit is mij geleerd door diegene die deze in de handleiding geplaatst heeft. Daar heb ik nog direkt les van gehad tja oude knar nietwaar. Men kan deze hulpen na believen combineren. De 1e teugelwerking noemt men in Duitsland Öffnen, de 3e teugelwerking in het Duits Schließen. Uitleg over loswerken en oefeningen Onderwerp: Klassieke vs Academische Rijkunst Professor schreef Achterwaarts gaan: Het paard staat aan de teugel Durchs Genick (in de houding) Hulpen: Men legt beide benen (vanuit de heupen) 1 tot 2 handbreedte terug. Het paard wil nu eerst voorwaarts, mag dat eigenlijk niet omdat de voorwaarts drijvende kuit op de singel ligt. Dit moeten wij het paard leren. Hoe: Men geeft een aannemende ophouding (hand indraaien) zodra het paard aanduidt dat het achterwaarts wil treden gelijk belonen, dit herhaald men een paar keer. (niet achter elkaar telkens weer na het belonen voorwaarts rijden) Dan bemerkt u na een paar keer dat het paard wanneer ik de benen naar achteren leg en ietsje pietsje druk geef op beide teugels dat het paard achterwaarts gaat dan direct nageven (beide handen als de blits). Bij elke stap eigenlijk halve stap herhaal ik dit het belangrijkste is het nageven het ontspannen van de hand op het moment dat het paard terug treedt. Het controleren van het uitbreken is makkelijk, die hand waar het paard naar uitbreekt gaat van de hals af, men brengt daardoor het gewicht van het paard op de schouder van die zijde daardoor corrigeert het paard zin evenwicht door dat achterbeen aan die kant weer recht te zetten.(voorhand richten op de achterhand) De zit is gelijk aan die van het voorwaartsrijden dus beidezijde belastend. Wanneer ik wil stoppen dan leg ik gewoon mijn kuit (benen) op de singel en het paard stopt (halt houden) dit kent het paard als nu moet ik voorwaarts. Hoe verder een paard in de africhting is hoe meer verzameling mag ik vragen. Door direct uit de achterwaartse beweging aan te draven of te galoperen. In het begin van het leren op deze hulpen is het paard in de houding hoeft niet opgericht te zijn aangezien het in begin een gehoorzaamheid´s oefening is, in een later stadium dient er een relatieve oprichting te zijn, die bij het aangaan vanuit het achterwaarts gaan in draf bv vanzelf meer word. Op den duur hoeft men alleen de beenhulpen te geven en het paard reageerd op achterwaarts gaan en stopt met deze beweging wanneer u de kuit weer op de singel legt. Waarom reageerd een paard op deze beenhulpen, dat weet de ruiter die al eens een paard in een zware verzameling gereden heeft eigenlijk vanzelfsprekend. Wanneer men de achterbenen tot meer aktiviteit opwekt bv van een verzamelde draf in een Passage of Piaffe rijdt, dan legt men de kuiten (been) ook meer naar achteren. Professor schreef Ilegra schreef Als ik jou tekst goed lees dan maakt het dus niet uit of het paard wel of niet nageeft in de kaak alvorens je met hier besproken oefeningen (slangevoltes en volte werk) bezig gaat. Wanneer u in stap het paard nog niet in de houding heeft, dus de gebogen bovenlijn en dat kan alleen wanneer het paard nageeft in nek en kaak, dan hoeft u nog niet in draf deze oefeningen te rijden. Het paard dient altijd in de houding gereden te worden, het verstijft wanneer men dit niet doet, aangezien hij/zij ons niet zonder pijn dragen kan. Dat is zelfs bij het hals laten strekken dat het paard in de houding (Durchs Genick) blijft. Professor schreef garny95 schreef ik schrik hier van, misschien wat naief, maar kan je dat echt zo stellen voor elk paard ? Naief nee, maar een paard dient zijn nekgewricht van begin af aan na te geven, ook bij een langeteugel. Dat met een langeteugel stappen in het begin wat men vaak ziet, verstijft een paard meer als dat het goed doet. Ze drukken de rug weg zonder dat de ruiter het bemerkt. Zo is een paard in de houding (Durchs Genick) En zo dus niet. Professor schreef sanne83 schreef Wat vind u dan een goede houding om in te stappen? en om (lange afstanden) buiten te rijden? Stap aan de teugel in gebruikshouding (Durchs Genick). Aan een langeteugel is dat de verbinding met de paarden mond er is, en dat nek en kaak nageeft. De nek is ongeveer op schofthoogte, de neus voor de loodlijn ca 1 handbreedte. In stappen?? Nee werken met de paarden in stat dat is losmaken, dus oefeningen rijden die het paard losmaakt. Alle oefeningen die het paard beheerst eerst in stap, dat duurt zo´n 20 minuten. Dan een niet te lange warming-up, en dan aan het werk. Tussendoor hals laten strekken, zeker als een oefening goed gegaan is, steeds weer ontspannen, dit alles wel in de houding. Denk dat velen niet weten wat in de houding is, dit is geen oprichting. In de houding is een paard wanneer het met een gebogen bovenlijn van de hals gaat waarbij de neuslijn een halve tot 1 handbreedte voor de loodlijn is, in de nek nageeft wat bijna altijd inhoud dat de kaak los en ontspannen is. Een paard wat aan de teugel is hoeft nog niet in de houding te zijn, aan de teugel bedoelt precies wat het woord zegt, men kan het paard besturen en reageerd op de hulpen. quadripes schreef als je een paard vanaf het begin af aan Durchs Genick rijdt, kun je meteen al voelen of het zich ergens stijfhoudt of het de achterhand goed gebruikt. Je kunt dan het paard meteen loswerken en als dat in de stap goed is, draaf je pas aan. Als je met lange teugel dit doet (zo deed ik het in het begin ook), gaat je paard meteen weer in de eigen houding lopen en dus niet op vier benen in evenwicht, maar zoals het paard dat gelongeerd werd in dat filmpje (even overdreven gezegd). De kans op struikelen, ontaktmatig draven (en galopperen) wordt meteen vergroot. Je zadelt je paard dus eigenlijk met stijfheid en ongemak op vanaf het begin als je op die manier 'losrijdt'. En dat moet je daarna dan er weer uit zien te rijden tijdens de training. Paarden die met een losse teugel worden gereden, willen trouwens niet graag vooruit en zullen dus altijd zelf voor een rustiger tempo kiezen omdat ze vaak bang zijn hun evenwicht te verliezen op die manier. Of ze gaan rennen, dan kan ook nog. Een paard kan zich niet 'geven' bij een losse teugel waarbij het paard niet Durchs Genick hoeft. |
Omhoog |
Geplaatst: 06-06-11 10:17 |
Plaats een nieuw onderwerp | Plaats een reactie |
Pagina 1 van de 1 [ 3 berichten ]
|
|
Vorig onderwerp | Volgend onderwerp |
Forums » Informatief » Algemeen » [RT] Rijtechnisch » [RT-D] Discussies |
Inloggen |