Een paard hoeft geen bit in de mond te hebben om te schuimen. Duidelijk is dat de oorspeekselklier actief is. Als er veel speeksel uit de mond komt, in de vorm slierten of kwijlen, dan heeft dat niets met een ontspannen kaak te maken. De oorspeekselklier wordt waarschijnlijk gemasseerd en de ene klier produceert meer speeksel dan de andere. De kaak van een paard kan alleen los zijn als de onderkaak de maalbeweging maakt in het kaakgewricht, daarbij maakt ook de tong een maalbeweging. Op die manier zet het speeksel in de mond zich om tot schuim, dat zich afzet op de lippen. Normaal gesproken likt een ontspannen paard een enkele keer met de tong de lippen, om de witte lippenstift te verwijderen. Speekselvloed, slierten kwijl of slijm zijn niet een exclusief teken van ontspanning. Als de onderkaak delen vlak tegen de hals komen en er weinig ruimte is tussen de onderkaak en de halswervels, dan kan de ruimte waarin de oorspeekselklier ligt, zeer beperkt zijn. Als daar niet 1-2 vingers of meer tussen kunnen (2 cm of meer) dan kan de oorspeekselklier in de weg zitten. Als een paard dan inbuigt, het hoofd en hals omlaag doet zonder de neus voor de loodlijn of zelfs met hals schuin omhoog en hoofd ver voor de loodlijn, kan tot gevolg hebben dat door de bewegingen van het paard, de oorspeekselklier door de bewegingen "gemasseerd" wordt. Je moet je paard kennen om in te schatten wat de speeksel, schuim afzetting betekent. Het kan stress, beklemming maar ook ontspanning zijn. Ontspanning zie je aan veel meer kenmerken als: oren, ogen, winden laten, afmesten, staartdracht, schuim op lippen, alert, aan de hulpen, etc.