Geplaatst Overige
Door Marjoow
Een van de Kladrubers bij de politie. Foto: Marjoow
De bereden politie is al vele jaren een begrip in Nederland. We zien ze vooral tijdens voetbalwedstrijden, horecanachtdiensten en reguliere surveillance op straat. Voor dit werk is een specifiek paard nodig wat niet gemakkelijk te vinden is. Hoewel er de afgelopen tijd weer is geadverteerd voor paarden is de bereden politie permanent op zoek naar nieuwe paarden om het paardenbestand op peil te houden. Hierbij kijken ze niet alleen naar de Nederlandse paarden, maar gaan ze ook de grenzen over naar Ierland en Tsjechië. Uit Tsjechië zijn de Kladrubers gekomen die een welkome aanvulling vormen in de stallen van de bereden politie. Om hier meer over te weten te komen mocht ik langskomen bij de stallen in Nunspeet en sprak ik met Willem, chef paarden van de politie.
Het Selectieproces
Hoe ziet het selectieproces van een goed dienstpaard er eigenlijk uit? Om te beginnen moeten we weten hoeveel paarden er nodig zijn. Het ministerie heeft bepaald dat er 120 inzetbare Mobiele Eenheid (ME) combinaties moeten zijn. Dus er moeten op elk moment 120 paarden en ruiters ingezet kunnen worden voor ME doeleinden. Gemiddeld gezien is een paard 6-8 jaar in dienst. Dit betekent dat er per jaar 20-30 paarden extra nodig zijn. Reken daarbij een aantal paarden dat kunnen invallen bij blessures of ziekte van andere paarden, en je komt op een totaal uit van 150-160 paarden die nodig zijn. Deze paarden staan gestald op 7 stallen verspreid door het hele land.
Wat zijn de eisen van een goed dienstpaard? Het paard moet goed gezond zijn, beschikken over 3 goede basisgangen en minimaal 1.65 hoog zijn. Maar, het belangrijkste aan een dienstpaard is zijn karakter: het paard moet dapper en koel in het hoofd zijn. Wanneer de paarden aangekocht worden moeten zij in ieder geval zadelmak zijn. Bij de bereden politie spreken ze dan van een paard dat been- en bitwijs is.
Wanneer er een overeenkomst is bereikt over de prijs, komt het paard eerst een proefperiode op stal. In deze 2-3 weken kijken ze of het paard het gedrag bevestigt dat hij thuis ook liet zien. In deze periode gaat het paard direct de straat op naast een steunpaard, maar wordt het nog niet getraind.
Dat het steeds lastiger wordt om in Nederland paarden te vinden, komt omdat de Nederlandse fokkerijen zich niet richten op een goed, werkbaar dienstpaard maar op het fokken van een Olympisch kampioen. Zij leggen de focus op het sportpaard dat hoger in het bloed staat en om goed te presteren in de ring wat heter moet zijn. Dit zijn geen eigenschappen die van pas komen bij een dienstpaard. Bijkomend nadeel, is het feit dat de paarden die de politie zoekt ook perfecte gezinspaarden zijn. Dit zijn de paarden waarmee je vader gaat mennen, je moeder een carrousel proef mee rijdt, je broertje het springparcours mee rondgaat en jij er zelf graag de dressuurwedstrijden mee rijdt.
Buitenland
De politie kijkt dus naar het buitenland om geschikte paarden te vinden. Ze hebben contacten in meerdere Europese landen en werken nauw samen met de Belgische politie. Zo worden onderling paarden en ruiters uitgeleend waar nodig en hebben ze afspraken om niet in elkaars vaarwater te onderhandelen over paarden. Ze kijken bijvoorbeeld wel naar Ierland, waar het Irish Draught Horse vandaan komt. Dit paard is een kruising tussen de Clydesdale en het Engelse Volbloed. De Britse politie werkt hier al jaren mee, en de stallen op Scotland Yard staan er mee vol.
Maar ook over de grens richting Tsjechië zijn geschikte paarden te vinden, namelijk de Kladruber.
De Kladruber
Vlag van de gemeente Kladruby. Foto: Wikimedia Commons
De zoektocht naar een geschikt paard belandde bij de Oost-Fries in Duitsland. Hier is de bereden politie van Nederland in contact gekomen met de Koninklijke stallen van Denemarken, die hen vertelden over de goede ervaringen met de Kladruber.
De Kladruber is een zeer oud ras. De Tsjechen claimen zelfs dat dit paard het oudste stamboek ter wereld is. In 1579 is het ras ontstaan als fokkerij voor koetspaarden en paarden voor het leger. Het grote voordeel voor de bereden politie is dat de Kladruber niet hoog in het bloed staat en als sinds 1579 in hetzelfde systeem wordt gefokt en gewerkt.
De Kladruber is heel trainbaar en goed opleidbaar. Ze zijn positief mensgericht vanwege de fijne opvoeding die ze krijgen in Tsjechië. Kladrubers zijn ook zeer sterke paarden. De zwaarte in het werk van dienstpaard zijn, zit hem in het lange stilstaan en dragen van de ruiter. Hierdoor is het belangrijk dat de paarden sterke ruggen hebben. De Kladruber heeft een grover skelet en de ruggenwervels staan wat verder uit elkaar. Dit maakt dat ze sterker zijn en dit werk beter aan kunnen dan bijvoorbeeld een Engels Volbloed. Ze blijven ook hengst in Tsjechië. In de opleidingsstal in Slatinany staan daar hele rijen hengsten naast elkaar in stands in volledige rust.
Ook is de Kladruber een heel hard paard. Het heeft een hoge pijngrens. Willem vertelt over een incident dat plaatsvond met een van de merries. Zij rook de indringende zwavellucht die bij de eierindustrie vrijkomt. Hierop wilde zij eigenlijk niet naar voren en kwam tegen het been in van Willem. Ze stapte op een paaltje en bloedde hevig uit de lies. Om te kijken of ze kreupel zou lopen, draafde Willem aan en wat bleek; ze liep geen pas kreupel. Op stal is de wond zonder enige verdoving gehecht.
De fokkerij in Kladruby en de Kladruber zelf staan ook op de lijst van UNESCO werelderfgoed.
Van veulen af aan, zodra ze oud genoeg zijn om van de moeder gescheiden te worden, gaan ze de groep in. In het dorp Kladruby werkt iedereen op de fokkerij. ’s Ochtends wordt de groep veulens door een dierverzorger op de fiets naar het weiland geleid, waarbij het verkeer stilgezet wordt. Aan het einde van de middag gaat de hele groep weer op de zelfde manier terug. Alles daar gaat op rust en dat geeft een heel fijn, trainbaar paard.
) 
