Community
Voor de mensen die mijn blogs nog niet eerder gelezen hebben komt deze wellicht enigszins "random" over op een paardenforum. Voor meer context zou je eerst de volgende links kunnen lezen:
[VN] [Blog] Troubles in paradise: paardenmeisje met beperkingen.
[VN] [BLOG] Troubles in paradise II: Rijden met hersenletsel
Het is een beetje een gok, deze blog maar in één van mijn topics over Sam kreeg ik een paar vragen. Eentje daarvan was hoe mijn omgeving reageerde op de aankoop van Sam. Voor degene die het niet weten: Sam heb ik over genomen toen ik nog in het ziekenhuis lag na mijn infarct. Maar ik neem jullie een klein stukje verder terug. Ik wil jullie een beetje een beeld geven van hoe die situatie verlopen is voor mij en mijn omgeving. In tegenstelling tot wat de films en serie's doen geloven is het niet zo dat je na een coma van meer dan een week gewoon op staat en weg wandelt en je normale leven op pakt.
Na mijn eerste operatie die nodig was omdat ik in een diepe natuurlijke coma gegaan was door dat mijn hersenen waren gaan zwellen hebben ze me vervolgens in een kunstmatige gehouden. Niemand kon op dat punt zeggen of ik wakker ging worden en hoe. De bedoeling was om me na twee weken wakker te maken maar de eerste twee pogingen mislukte. Gebaseerd op het dagboek dat voor me bij gehouden is van die periode was de 3e poging de laatste die ze gingen doen maar ik weet niet of dat door emotie zo geïnterpreteerd is of dat ze dat effectief zo gezegd hebben. Uiteindelijk maakte het niets uit want bij de 3e poging lukte het wel. Waar het voor mijn omgeving natuurlijk een enorme opluchting was, was dat voor mij toch even wat anders.
Eerste ontmoeting met Sam
Zoals ik al eerder schreef kon ik niet praten of bewegen toen ik wakker werd. Ik herinner me nog mijn vader die zei “Rustig maar schat, Je kan nu nog niet bewegen maar dat is omdat je spieren verzwakt zijn, dat komt goed als je nu eerst rust zodat je straks weer kan trainen.”
Toen we het er recent over hadden zei papa dat hij toen natuurlijk heus wel wist dat dat niet het echte probleem was, maar dat hij me gewoon niet ongerust wilde maken.
Ik denk dat op dat punt, mijn omgeving de wereld had doen vergaan als dat betekend had dat ze mij konden helpen.
Tijd is een erg moeilijk gegeven voor iemand die uit coma komt. Ik werkte niet meer met “uren” of “dagen”. Ik werk nog steeds met “toen ik weer mocht eten” en “toen ik kon fluisteren” en “toen ik op zes lag.” (afdeling neurologie) Maar hoeveel dagen of uren daar tussen zitten zou ik je met de beste wil van de wereld niet meer kunnen zeggen. Tegen de tijd dat ik weer wat kon fluisteren leerde ik mijn chirurg kennen. Of iig, opnieuw kennen. Ik weet nog dat hij de kamer binnen kwam en op zijn typische botte manier die ik enorm zou gaan waarderen zei “Dag Kathleen, wij hebben elkaar al ontmoet maar dat weet jij waarschijnlijk niet meer. Ik ben * *, ik heb jou geopereerd. Zou ik een paar testen mogen doen?”
Die testen bestonden uit na gaan hoe het met mijn geheugen zat. Ik herinner me nog dat hij mijn achternaam vroeg en toen ik die met moeite er uit geperst had zei hij: “Da's ook een moeilijke naam als je in deze situatie zit.”
Hij overliep nog een paar dingen en stuurde vervolgens zijn stagiair de kamer uit en kwam bij me zitten. Hij vroeg of ik me nog iets herinnerde van voor ik wakker werd. Later zouden we het daar nog eens over hebben maar op dat moment gaf ik het antwoord dat ik tot op de dag van vandaag nog steeds standaard geef als iemand me er naar vraagt. “Meer dan ik zou willen, niks waar ik het over wil hebben.” hij knikte daarop gewoon alsof dat antwoord heel normaal was en vroeg of ik nog vragen had voor hem. Inmiddels heb ik geleerd dat veel mensen het niet gedetailleerd willen hebben over hun coma-ervaring/bijna-dood ervaring. Als neurochirurg zal hij dus vast al een boel varianten op dat antwoord gehoord hebben. Na een paar maanden hebben we wél een gesprek gehad er over, mijn chirurg is een erg spiritueel ingesteld persoon en ondanks zijn botte manier van communiceren een fantastisch lief mens. We hebben nog steeds contact en momenteel is hij de enige met wie ik er over gesproken heb.
Ik heb inmiddels al van een paar mensen gehoord en gelezen, dat ook zij eigenlijk niet echt veel delen over die ervaring. Vage opmerkingen of korte zinnetjes maar nooit uitgebreid. Ze stoten daarin vaak op veel onbegrip helaas. Mijn omgeving accepteert dit (gelukkig) wel. Dat mijn chirurg en neuroloog mijn ouders en broer duidelijk maakten dat veel patiënten weigeren om er over te praten helpt waarschijnlijk. Mijn man heb ik leren kennen nadat ik Sam al had. Wanneer ik al eens iets vertel over die periode, dan luistert hij natuurlijk maar hij zal eigenlijk nooit door vragen. En wanneer er tranen rollen wanneer ik iemand op TV zie revalideren (programma's zoals "Over Winnaars met Koen Wauters zijn nog steeds een crime voor mij.) dan laat hij me rustig doen. En dat is een zeldzame vorm van begrip en steun die goud waard is.
Ik weet nog dat de enige vraag die ik mijn chirurg toen gesteld heb was "wanneer mag ik weer paardrijden?” (dat geeft prachtig weer dat het feit dat je wakker bent niet betekent dat je verstand ook al is komen opdagen op het feestje.) en hij antwoordde heel rustig “Eerst maar eens proberen te leren lopen.”
Ná dat ik weer leerde lopen zou hij me vertellen dat hij me op dat moment niet durfde zeggen dat hij ernstig betwijfelde dat ik ooit weer zou lopen. Dat had hij overigens wel tegen mijn ouders gezegd.
Zo komt het dat, toen ik voor mijn gevoel éindelijk mocht gaan revalideren mijn omgeving eigenlijk alles aan nam wat mij deed door gaan. Ik had een ziekenhuisbacterie op gedaan tijdens mijn coma dus ik heb even moeten wachten alvorens ik naar de revalidatie afdeling mocht. Hoewel dat frustrerend was omdat ik het gevoel had dat ik kostbare tijd aan het verliezen was, maakten we er al bij al het beste van. Mijn vijf jaar oudere broer besloot me zijn eigen vorm van ergo therapie te geven. We hebben zo'n 3 uur gedaan over het pellen van een mandarijntje. Hij hield dat ding vast en trok kleine stukjes los die ik dan met mijn slechte kant verder los moest maken. Het is nog steeds één van de leukere momenten van die periode.
Zodra ik mijn tanden zette in terug leren functioneren. Werd alles dat me hoop en moed gaf eigenlijk aardig aangemoedigd. Dus toen ik nog voor ik zelfstandig kon stappen begon te praten over Sam, kreeg ik weinig tegenwind. Ik dénk dat vooral mijn moeder ook vrij overtuig was dat ik hem niet zou laten overkomen. Mijn broer had al veel eerder gehoord hoe de vork in de steel zat. Ik regelde met de vorige eigenaren dat hij zou komen als ik net ontslagen was uit het ziekenhuis en ik regelde voor de zekerheid ook een back up voor het geval ik toch zonder taxi zou komen te zitten. Maar ik maakte mijn moeder wijs dat Sam “een gevoelig maar braaf paard was.” en kon dus zelf mijn kleine neuroot gaan opvangen.
Onze aller eerste rit samen.
Zodra Sam in één sprong uit de vrachtwagen was en zijn vervoerder daarin mee sleurde keek mijn moeder naar me met een blik die ik alleen maar als “wanhopig” kon omschrijven. Ik kwam voor mijn infarct al verschillende jaren op die stal. Een aantal stalgenoten en de eigenaresse kwamen me redden door me te verwelkomen en al snel te grappen dat dit “typisch iets voor mij was”. En zo had mijn moeder al snel eigenlijk weinig ruimte om te protesteren en werd Sam zonder al te veel gedoe geaccepteerd. Sam zelf maakte dat ook iets makkelijker door die eerste periode nerveus maar braaf te zijn. Alsof hij ergens wel voelde dat hij voorzichtig moest zijn met dit specifieke mens. Pas toen hij voelde dat ik steviger zat en zelfverzekerder reed, begon hij zijn charmes ten toon te spreiden die hem een enkeltje het land uit bezorgd hadden.