Vorig onderwerp | Volgend onderwerp
Toevoegen aan eigen berichten Pagina 1 van de 1 [ 1 bericht ]
Plaats een nieuw onderwerp

Werth over haar paarden, de wereldbeker en jurykritiek

 
Profiel   

* Bokt.nl
Sport

[ img ]
Isabell Werth met Bella Rose tijdens de Olympische Spelen in Tokio.
Foto: Christophe Taniére/ FEI/ Flickr


Isabell Werth is iemand die geen introductie nodig heeft. Al decennialang draait zij mee op het hoogste niveau in de dressuursport, ze nam deel aan meerdere Olympische Spelen met verschillende paarden en recentelijk liet ze nog van zich horen toen zij aangaf vraagtekens te hebben bij de beoordeling van de dressuurproeven. St-Georg had een interview met Isabelle.

Uiteraard ging het over het komende Wereldbekerseizoen. Hoe kijkt Isabell hier tegenaan? Enkele kwalificatiewedstrijden zijn immers al geannuleerd. “Dat is dé grote en spannende vraag,” zegt ze. Frankfurt en Lyon gaan hopelijk wel door, of daar ga ik vanuit. Over de wedstrijd in Madrid heb ik nog niets gehoord. Stuttgard en Salzburg gaan niet door, die kwalificatie wordt wellicht nog verplaatst naar Basel. Maar dat is pas voor volgend jaar. Voor dit jaar rest er nog een handjevol wedstrijden, maar het zijn er niet veel.”

Over welk paard Isabell meeneemt voor de wereldbeker, is ze nog niet zeker. Ze wil Emilo en Weihegold inzetten en voor de indoorwedstrijden ook Quantaz. Maar wie ze waar gaat rijden, dat is nog niet zeker. Bij de Nations Cup was Quantaz duidelijk nog wat nerveus. Ze wil hem eerst nog rustig inzetten en hem niet meteen in de Wereldbeker inzetten. Hij heeft nog niet veel ervaring in de indoorbaan. Voor nu heeft Emilio de beste papieren voor de Wereldbekerfinale.

Recentelijk verschenen er berichten op verschillende media dat Isabell voornemens haar sportcarrière te beëindigen. “Ik heb altijd gezegd dat de Olympische Spelen in Parijs natuurlijk mijn doel zijn. Weihegold gaat wel met pension. We zoeken nog een mooie gelegenheid uit om haar officieel terug te trekken. Voor mij nog geen einde van de sport, ik blijf voorlopig nog wel even”.

De merrie gaat weer terug naar haar eigenaar. In het verleden zijn er embryo’s bij haar gespoeld. Hier had zij weinig last van, ondanks de hormoonschommelingen. Het is tenslotte wel steeds drachtig worden en deze dracht weer ‘afbreken’. Isabell heeft het paard hiervoor een lange periode de tijd gegeven, het was echt niet ‘spoelen’ en weer op wedstrijd. Das was volgens Isabell vroeger zo, voordat Weihegold bij haar kwam. Maar zij heeft de merrie elke keer minstens drie maanden pauze gegund. Omdat haar lichaam toch moet omgaan met de hele procedure vond Werth dat toch wel nodig. Haar eigenaresse is een liefhebber van fokken, heeft vele merries en ook grote ervaringen met embryo-transplantatie. Bij haar mag ze hopelijk zelf een veulentje dragen, gaat Isabell vanuit. Maar ze heeft geen idee wat het plan met Weihegold is.

Het komt nogal eens voor dat de jury een paard ziet dat ouder wordt, en in hun ogen niet meer verbetert, consequent lager gaat beoordelen. St-Georg wil graag weten of dat met Weihegold ook zo was. Isabell herkent deze tendens: “Natuurlijk, waarbij ik moet zeggen, in Hagen begreep ik de scores niet helemaal en dat heb ik ook kenbaar gemaakt. Weihegold liep zeer goed in de Special en kreeg daar ook een mooie score. Meer dan een tweede plaats was daar niet te ‘bereiken’ tussen aanhalingstekens. In de kur lag het aan mij, ik raakte buiten adem. Maar ook daar mag ik niet klagen over de cijfers. Bij Weihegold kwam er nog bij dat ze hengstig was, en waarschijnlijk had ze wat last van haar buik door de eisprong. Normaal gesproken gebeurt het ons niet dat ze in de galoppirouette omspringt. In de losrijbaan was haar rijden nog verbazingwekkend goed, in de kür zelf was ze totaal niet meer geïnspireerd. Waarschijnlijk was dat het complete pakketje: ze was vermoeid en dan ook nog de hengstigheid erbij. Ze was totaal niet in de ‘flow’. De dag ervoor was ze nog totaal anders, speelser. In haar aard is zij een paard dat vanuit karakter leeft en vanuit de innerlijke instelling.”

Volgend jaar is het Wereldkampioenschap in Herning. Isabell twijfelt niet, ze plant met Quantaz daar mee te doen. Want voor haar toekomstige hoop, de negenjarige Superb, is dat nog veel te vroeg. In Aken kon je al zien dat Quantaz een buitengewoon paard is met een zeer goede piaffe-passage-tour. Hij heeft zich zeer sterk verbeterd in stap. Een ongelooflijk krachtig paard waar die de zware oefeningen al goed op zitten, ook wanneer hij nog niet genoeg los is. Voor de toekomst na het WK is zij ook dingen met “Super B” aan het plannen. Die is volgend jaar tien, maar Isabell vindt het niet goed om hem al gelijk in een kampioenschap te starten. Ze zoekt sowieso naar een kleinere grand prix om Superb voor het eerst te starten. Dit zodra ze weer wat meer rust heeft en zich meer op de jonge paarden kan concentreren. Op stal staan ook nog twee 7-jarigen, ze zijn zeer goed, maar hebben nog geen jurylid gezien. Beide dieren staan klaar voor de start, daar wil ze nu eerst op concentreren. Dat kon ze vroeger niet.

In Hagen uitte Isabell duidelijk kritiek richting het jurykorps, dit werd ook snel opgepakt door de media. St-Georg vroeg haar of dit een emotionele uitval was of eenvoudigweg een vaststelling dat je als ruiter ook wel eens een ander standpunt kunt hebben. “Als ik aangeef dat ik bepaalde cijfers niet kan begrijpen, wordt dat natuurlijk heel anders waargenomen dan wanneer je er met elkaar in de stallen over klaagt,” zegt ze. Van alle kanten hoorde zij in Hagen kritiek richting de jury, zelden heeft ze dat zoveel gehoord. Zelf heeft ze het gevoel dat de juiste richting kwijtgeraakt is. In Aken zag ze daar nog niet veel van, maar ook daar waren hele duidelijke verschillen. Bijvoorbeeld Fabienne Müller-Lütkemeier die in de Grand Prix 4* reed. De verschillende juryleden afzonderlijk plaatsen haar tussen de 1e en de 10e plek. Dat zijn volgens Isabell toch echt behoorlijk grote verschillen. Dan ga je je wel afvragen waarom de ene haar anders beoordeeld dan de ander. Hierin zie je duidelijk dat de eenduidige richting ontbreekt. Vermoedelijk heeft het feit dat de coronatijd ervoor gezorgd heeft dat ze weinig onderweg waren en ze zelden samen gejureerd hebben. Dat heeft er dan weer toe geleid dat alles een beetje zoekende is. Ze ‘zwemmen’ wat heen en weer. Als voorbeeld neemt ze de vliegende galopwissel. Want wat krijg je voor een fout in die oefening? Een vijf of een zes? Een zeven of een vier? Het komt wel aan op de fout en wat er fout ging, aldus Isabell. Maar dat moet dan wel duidelijk de definiëren zijn. Het moet niet kunnen dat de ene persoon met een fout in de wissels een vijf krijg, de andere een vier en nummer drie een zes. Het moet gewoon duidelijk zijn: een fout in die vliegende wissel is een vijf. Als tweede voorbeeld noemt ze het springen op twee benen in de pirouette. Het ene jurylid ziet dat wel, de andere ontgaat het. Als derde noemt ze de stap: nergens anders liggen de scores zover uit elkaar. Isabell verwacht van de jury dat zij zoiets toch echt eensgezind kan beoordelen.

St-Georg vraagt zich af of er op dit niveau veel nieuwe juryleden bij gekomen zijn, volgens Isabell is dat niet het geval. “Veel juryleden zijn niet nieuw. Maar ik geloof wel dat er verhoudingsgewijs weinig gejureerd is. Ook geloof ik dat er weinig directe communicatie is tussen de juryleden, trainers en ruiters, ook om dingen uit te spreken en heldere lijnen te hebben. Vroeger was dat er veel meer. In die twee jaar van corona is dat ook weggevallen”. Als oplossing geeft zij aan dat er gediscussieerd moet worden, zoals zij haar kritiek ook spuide. Volgens haar was het geen emotionele opwelling en heeft zij ook niet gescholden. Ze wilde het respectvol brengen, zonder dat er gezeur van kwam. “Als ik mijn proef rijd, stel ik mij ook open voor kritiek, ook ik krijg wel eens een vier of een vijf. Maar ook de juryleden moeten openstaan voor kritiek en een kans krijgen te corrigeren”. Volgens Werth bestaat er ook een ‘Code of Points’, samengesteld door de FEI Dressuurcommissie, waarin elke oefening beschreven is plus de punten die voor de uitvoering gegeven kunnen worden. Volgens haar kan het zeer hulpvaardig zijn om er een videohandboek bij te maken. Dan kan men zien wanneer een oefening een tien waard is en wanneer niet. Zoals bijvoorbeeld bij de piaffe. Gaat het paard hierbij voorwaarts, dan zou er dat of dat cijfer gegeven kunnen worden. Als ander voorbeeld noemt ze het halthouden en groeten. Doet het paard daarbij een stap achteruit: een vijf. Maar dan komt het ook nog op andere fouten aan. Want als het paard dan ook nog scheef staat, de tong buiten de mond laat hangen en het hoofd te diep heeft, wat dan? Is het dan ook nog een vijf? Of wordt het een vier, zelfs een drie of toch een zes? Om al die variabelen van het paard te beoordelen is echt lastig. Of om terug komen op het voorbeeld van de fout in de galopwissel. Isabell stelt voor het erover eens te laten zijn dat een fout in de wissel altijd een vijf oplevert, ongeacht de kwaliteit van de wissel zelf en de galop ervoor. Maar dan stelt St-Georg de vraag, moet je dat wel willen? Je rijdt een perfecte diagonaal, dan krijg je een klein foutje en hoppa, een vijf. Een andere ruiter strompelt over die diagonaal, maakt een fout en krijgt dezelfde score. Daar is Isabell het wel mee eens. De kwaliteit van het paard moet meer tot uitdrukking komen. Als dat betekent dat een oefening hooguit een vijf oplevert en een andere ruiter bij twijfel een vier krijgt, kan ze daarmee leven. Volgens Werth moet er een soort firewall komen, om te kunnen zeggen: dat is hoogstens een vijf. En niet zeggen: bij de ene is het toch nog een zes, bij andere een vijf-en-een-half. In mijn ogen is het dan altijd een zes. Maar we moeten gewoon een rechte lijn daarin trekken. Isabell vindt het zeer jammer dat de onderscheiden er zijn. Ook geeft ze aan dat ze zich verwonderd over tienen, die gedeeltelijk inflatoir zijn. Hoe nauwkeurig zijn de gradaties tussen die tien en een negen? Dat staat natuurlijk allemaal in de ‘Code of points’, maar het is ook een kwestie van die toepassen. Daarover moet weer een heldere communicatie zijn.

Dan komt het gesprek nog op Bella Rose. Want hoe gaat het met haar, nadat zij koliek kreeg? “Godzijdank gaat het weer zeer goed met haar,” zegt Isabell. “De artsen moesten eenmalig haar buik openmaken. De dunne darm was tussen de lever en de alvleesklier in een tussenruimte terecht komen. Dat is anatomisch gezien een situatie die zich niet vanzelf oplost. De enige optie is openmaken, de darm daar weer uit plukken en hopen dat er niets beschadigd is, dat men goed gehandeld heeft. Als de boel té erg beschadigd is, of als het paard bijvoorbeeld in de ochtend gevonden wordt, nadat het ’s nachts koliek kreeg, is het te laat. Dat is dan een doodvonnis. Bella had geluk dat haar koliek ’s middags optrad. De artsen hoefde niets weg te snijden, echt alleen maar de darm uit die spleet te halen.” Isabell vertelt dat Bella intussen weer naar buiten mag, ze mag grazen, en kan wat beweging krijgen. De operatiewond is maar klein, slechts zo’n 20 cm. Als ze nou jonger dan tien geweest was, had het haar carrière zeker niet hoeven beëindigen.

Het huidige plan met Bella Rose is duidelijk: volgend jaar neemt de merrie in Aken afscheid van de sport. Daarna mag ze gedekt worden en haar eigen veulen dragen. Isabell heeft zelfs al een hengst uitgezocht: Valdiviani, van Valdano-Fidertanz. Hij wordt momenteel gereden door Isabell haar stalruiter. Werth vindt het V-bloed zeer goed en volgens haar heeft de hengst al hele mooie veulens gegeven.

Link naar dit berichtGeplaatst: 17-10-21 00:04 

Plaats een nieuw onderwerp  Plaats een reactie
Pagina 1 van de 1 [ 1 bericht ]
Vorig onderwerp | Volgend onderwerp




Zoek naar
Inloggen