Algemeen
Galop. Foto: Andrew Moore/flickr.
Je gids naar een rustigere galop
Of je nu een strandrit plant, een ruitervakantie of net hebt ervaren dat je paard te sterk wordt als je het tempo opvoert, wil je misschien wel weten hoe je meer controle over de galop kan krijgen.
Hier zijn een paar tips om de galop minder onstuimig te krijgen, zonder de spanning van het losgaan te verliezen.
1. Maak een brug in je teugels
Vraag het elke jockey: een brug in je teugels is de eerste stap om een beetje meer controle over de galop te krijgen.
Je paard zal in principe tegen zichzelf strijden, als hij trekt, maar zal een vermindering van de druk voelen als hij toegeeft en stopt met vechten of aan jou trekken. En het maakt je handen stabieler en je teugels gelijker en veiliger.
Het is moeilijk uit te leggen hoe je een brug in je teugels maakt, dus het is het best als iemand je het kan laten zien. De basisstappen zijn als volgt:
Houd de teugels vast zoals je normaal doet.
Met je linkerhand, die nog steeds je "normale" teugel vasthoudt, pak je het deel van de rechterteugel dat zich tussen je rechterhand en de gesp bevindt (het "extra" deel van de teugel dat je niet gebruikt).
Je houdt dit extra deel van de teugel met je hele vuist vast, zodat het tussen je duim en wijsvinger door gaat en over je handpalm ligt. Het kan zijn dat je je handen iets meer in een "winkewagentje duwende" positie moet draaien dan normaal.
Doe hetzelfde aan de andere kant, waarbij je de overtollige linker teugel met de rechterhand opneemt.
Pas de teugels naar behoefte aan door uw handen omhoog of omlaag te schuiven, om het "brugdeel" van de teugel groter of kleiner te maken.
2. Zit rechtop
De meeste paarden, maar vooral ex-renpaarden, reageren op het verlichten van je zit door sneller te gaan. Helaas is het een natuurlijke reactie om in galop meer voorover te leunen, als we gespannen zijn. Dit maakt de dingen waarschijnlijk erger.
Breng in plaats daarvan je schouders naar achter, open je borst en houd je onderbeen recht onder je. Houd het paard stabiel met je bovenlichaam. Als je paard niet reageert, kan je je voeten in de stijgbeugels verankeren en wat achterover leunen, voor een sterke halve ophouding met je lichaam.
Dat brengt ons op het volgende punt...
3. Halve ophouding, niet trekken
Onthoud de gouden regel: maak er geen trekwedstrijdje van met je paard. Je kan een paard niet stoppen door de teugels strak te houden. Eigenlijk zullen ze zich eerder sterk maken en nog harder gaan trekken.
Als je wil dat je paard wat langzamer gaat, en je merkt dat je trekt, probeer dan een halve ophouding te maken, los te laten en weer een halve ophouding te maken. Het kan zijn dat je dit een aantal keer moet herhalen, vooral als je paard erg gespannen of opgewonden is, maar laat je niet verleiden om de teugels nog strakker aan te trekken, zonder los t laten.
4. Maak een cirkel
Je kan je paard kalmeren door ze van een rechte lijn af te halen, waarop ze natuurlijk meer snelheid kunnen maken. Maar wat je ook doet, maak niet een plotselinge kleine cirkel of bocht als je het kan vermijden. Het kan je helpen je paard langzamer te laten gaan, maar je riskeert ook dat je paard zijn evenwicht verliest en valt, of uitglijdt.
Maak in plaats daarvan een ruime bocht, geef het paard de tijd om zich te stabiliseren zonder plotseling op te trekken.
Pak de onderliggende oorzaak aan
Onthoudt dat alles hierboven een oplossing is, die je kan helpen als het uit de hand loopt. Echter, als een paard regelmatig vlucht, of er vandoor gaat met jou, dan zal een snelle oplossing je probleem op de lange termijn niet oplossen.
Zorg ervoor dat je begeleiding krijgt van iemand met ervaring, zodat je paard leert om betrouwbaar te reageren op je hulpen om af te remmen. Dan zullen al je galopjes rustig en ontspannen zijn.