Vorig onderwerp | Volgend onderwerp
Toevoegen aan eigen berichten Pagina 1 van de 1 [ 2 berichten ]
Plaats een nieuw onderwerp

[AG]“Welkom in het circus!” deel VI – Knie junior zet tradities voort

 
Profiel   

Eurodressage.com
Algemeen

[ img ]
Fredy Knie junior op 22 december 1986 in Theater Carre in Amsterdam.
Hij kreeg hier de Oscar Carre Trofee uit handen van Toon Hermans.
Foto: Roland Gerrits/Anefo/Wikimedia Commons


Dit artikel is geschreven door Silke Rotterman. Haar interesse ligt bij de klassieke dressuur. Zij is bekend van haar gedetailleerde geschiedenisartikelen over de gouwe oudjes in de dressuursport en haar artikel over klassieke dressuurtraining, die vaak diep op de materie in gaan. Zelf rijdt ze al sinds haar jeugd. Ze heeft enige tijd doorgebracht bij voormalig olympisch kampioene Christine Stückelberger en haar trainer Georg Wahl. Hun klassieke benadering heeft een beslissende invloed gehad op hoe Silke de sport nu ziet. Sinds 2010 werkte ze samen met kolonel Christian Carde, met wie ze ook enkele boeken heeft geschreven over de klassieke dressuur. Silke fotografeert ook en schrijft regelmatig artikelen voor internationale paardentijdschriften en -websites, zoals Eurodressage.com. Dit artikel is een vervolg op [VN] [AG]“Welkom in het circus!” Over klassieke dressuur in het circus, [VN] [AG]“Welkom in het circus!” deel II – Dressuur moet liefdevol zijn, [VN] [AG]“Welkom in het circus!” deel III – Wahl: van Wenen naar circus, [VN] [AG]“Welkom in het circus!” deel IV – Lehmann: olympiër in het circus, en [VN] [AG]“Welkom in het circus!” deel V – Joannou: van circus naar CDI die eerder al op VN zijn verschenen. Het interview van Silke Rotterman met Fredy Knie junior vond plaats op 10 augustus 2022.

Fredy Knie junior – De traditie voortzetten
In de vroege ochtend van 10 augustus 2022 wachtte ik in mijn auto bij de voormalige cavalerieschool in Zwitserland, nu het National Horse Center, tot Christine Sctückelberger zou aankomen op het station van Bern. Christine, een dressuurgrootheid uit de jaren ’70, wilde mij wel vergezellen naar Circus Knie, waar ik een interview zou hebben met Fredy Knie junior.

We gingen samen naar de nabijgelegen “Allmend”, een grote open vlakte tegenover het Wankdorf stadion en parkeerden de auto voor het circus.

Open deuren
Op deze doordeweekse dag was de was de dagelijkse drukte van het circus totaal afwezig. We liepen door de voortent, waar de bezoekers normaal gesproken hun kaartje moeten laten zien, en kwamen zo in de grote tent. De eerste show van de dag zou ’s middags gegeven worden en de zogeheten ochtendtraining van de dieren was in volle gang. Iedereen die geïnteresseerd was, kon deze gratis bijwonen. Fredy Knie senior, de vader van Fredy Knie junior, introduceerde dit al in 1938 om het publiek te laten zien op welke manier de dieren getraind worden.

“Ik hou niet van verboden, ik wil de mensen overtuigen van mijn werkwijze”, zo zou zijn zoon mij later tijdens het interview vertellen, als antwoord op de vraag of het is toegestaan dat mensen foto’s maken van de training en de show. Fredy junior was in de piste bezig met een prachtige bruine PRE-hengst, die aan de lange teugel een piaffe en passage uitvoerde.

Voor paard en trainer mag dit dan een alledaagse situatie zijn, maar Christine en ik werden er stil van en zaten geboeid op onze plastic stoelen. Als een olympisch kampioen stilvalt, betekent dat wel wat. De werksfeer was rustig en geconsenteerd. Fredy’s gelauwerde kleinzoon Ivan (21), die al een Gouden Clown won tijdens het bekende circusfestival in Monte Carlo, had de lange teugels in handen. Zijn grootvader werkte zeer precies met de zweep om de hengst te vragen om wat meer expressie in de voorbenen. Ik geef toe dat er een rilling over mijn rug ging. Het paard toonde zoveel kracht en gratie, maar tegelijkertijd bleef hij zo kalm en gefocussed. Er was geen greintje spanning zichtbaar. Dressuur op de manier waar ik zo verslingerd aan ben, maar die tegenwoordig zo moeilijk te vinden is.

Na een paar expressieve stappen passage hield de hengst halt en rekte zich uit. Fredy junior beloonde het dier met een zacht klopje op de hals. Dit was één van die momenten waarop je weet dat het rijden van honderden kilometers en het vroege opstaan tijdens de zomervakantie echt de moeite waard waren.

Koffie en dressuur
Fredy zag Christine, die hij natuurlijk erg goed kent, in tegenstelling tot de schrijfster van dit artikel, en hij zwaaide. We kwamen van de tribune af en verlieten de tent via de hoofdingang. In de mediawagen stonden comfortabele stoelen van groen leer en Fredy junior serveerde koffie. Daarna kwamen we tot een gesprek.

Fredy Knie junior werd geboren op 30 september 1946. Slechts vier jaar later had hij al zijn eerste optreden als ruiter. Hoewel hij voorbestemd was voor een carrière in de piste, ging hij eerst enkele jaren naar de kostschool in Belp, nabij Bern. Het circus had in die tijd namelijk nog geen rijdende school.

Wilde dieren
Na school trad hij echter in zijn vaders voetsporen en begon naam te maken als circusruiter en dierentrainer. Hoewel het publiek hem voornamelijk linkt aan paarden, heeft Fredy junior allerlei wilde en gedomesticeerde dieren getraind en gehuisvest. De bijzonderste hiervan zijn een neushoorn, Bengaalse tijgers, giraffen, zebra’s, kamelen en zelfs een grote groep varkens.

Het nummer waarin hij een Bengaalse tijger laat rijden op een neushoorn blijft uniek. Zijn manier van trainen van deze wilde dieren is alom erkend door wetenschappers die hem begeleidden.

Fredy en Parzi
Paardenliefhebbers kennen Knie wellicht het beste van zijn fantastische optreden met zijn PRE-schimmelhengst Parzi, die in 1961 bij het circus kwam. In 1963 kreeg Fredy junior hem van zijn vader als verjaardagscadeau. Deze prachtige vertegenwoordiger van zijn ras, afkomstig van stoeterij Domeq, ontwikkelde een nauwe band met Fredy junior. Hij liet de monden van het publiek openvallen als hij zijn hogeschooloefeningen toonde, zonder hoofdstel of zadel. Hiermee creëerde hij de illusie dat er een centaur in de piste liep.

In 1969 toonden Fredy junior en zijn lievelingspaard hun klasse tijdens de show “Artists, Animals, Attractions” in het stadhuis in Wenen. Daar toonde Parzi 24 wissels om de pas. Alois Podhajsky, voormalig hoofdruiter van de Spaanse Rijschool, was hier diep van onder de indruk. Later schreef hij hierover: “afgezien van enkele oefeningen die verbonden zijn aan de circustraditie, is de klassieke rijkunst hier nog steeds levendig aanwezig. Vooral wat betreft de psychologische aspecten.”

Fredy Knie junior legt de lat hoog. Niet alleen bij het trainen van paarden, maar ook hun manier van het houden van paarden is verder ontwikkeld en meegegaan met de normen van de tijd. Ongeveer veertig jaar geleden veranderden de stallen van stands naar boxen en tegenwoordig hebben de paarden hele grote boxen met paddocks ervoor. Als de locatie waar ze staan het toelaat, komen ze ook buiten in een weiland. Grote paarden krijgen zelfs dubbele boxen en paddocks, een luxe die heel veel paarden op stal tegenwoordig nog niet eens hebben.

Opvolging
Fredy Knie junior heeft de teugels overgedragen aan zijn dochter Geraldine Knie. Zij is verantwoordelijk voor het artistiek management van het circus en zelf ook een zeer bekwaam ruiter en trainer. Haar kinderen Ivan, Chanel en Maycol junior zijn nu de paradepaardjes in de piste met hun shownummers te paard. De achtste generatie die dit doet!

ED: “Circus rijden” wordt vaak als scheldwoord gebruikt. Wat denkt u dat de reden is voor het slechte imago van het circus rijden?
FKj: De reden is heel simpel, er zijn genoeg mensen die dat zo slecht doen. Natuurlijk is er ook het trickriding, maar dat is niet het klassieke rijden. We tonen zelf oefeningen als de Spaanse pas, maar het is ook ontzettend belangrijk hoe je het doet. De oefening is goed als het paard soepel en ontspannen is, maar als het meer lijkt op een soort van trappen, is het vreselijk. Hier in Zwitserland hebben we niet te lijden onder een slecht imago. We hebben ook veel leken in het publiek. Zij zijn erg enthousiast over onze paarden, ze zeggen dat zij elegant en prachtig gepresenteerd worden. Ze weten de details erachter niet, maar als het prachtig is, en paarden zijn prachtige dieren, worden ze erdoor aangetrokken.

De manier waarop ze visueel worden gepresenteerd, is ook veranderd. In de tijd van mijn vader droegen de paarden gekleurde veren tussen hun oren, tegenwoordig vinden we dat overbodig.

ED: Sorry dat ik u hier onderbreek, maar u en uw vader waren ook de eerste die de hogeschooloefeningen lieten zien zonder harnachement. Iets dat Alizée Froment en anderen tegenwoordig voor aanbeden worden.
FKj: Ja, dat klopt.

Het circus verbinden met de sport
ED: Circus en dressuurwedstrijden sloten voor de oorlog weinig op elkaar aan, maar uw vader was de enige die er vanaf de jaren ’60 regelmatig bij betrokken raakte.
FKj: Ja, dat klopt. Zelfs de Duitsers hebben mijn vader ooit eens gevraagd om te komen en hen te helpen, vooral met het trainen van piaffe en passage. Mijn vader waardeerde dit verzoek, maar sloeg het wel af. Hij zei dat hij bij zijn Zwitsers bleef (Fredy Knie junior lacht).

ED: Wat motiveerde uw vader om betrokken te raken bij het trainen van bekende wedstrijdruiters?
FKj: Wel, uiteraard reisden we nogal veel. Dus in de ene plaats had hij deze student, in de andere plaats had hij weer een andere, enzovoorts. Als we in Bern waren, kwam Henri Chammartin. Hij raakte geïnteresseerd, reed op één van onze Friezen en daar begon het eigenlijk. Georg Wahl heeft natuurlijk ook voor ons gewerkt. De meeste van de wedstrijdruiters waren hoofdzakelijk bezig met de vraag hoe je het paard een piaffe of een passage leert. Het belangrijkste is dat de paarden kalm en ontspannen blijven, ze moeten niet gespannen raken. Je zag het paard vanmorgen. Hij was totaal niet gespannen, maar toen hij net uit Spanje kwam, was hij eerst wel enorm onrustig.

Fascineerde de dressuurcompetitie uw vader, in de decennia die volgden?
FKj: Ja, het fascineerde hem, en mij ook. Ik vind het ook leuk om wedstrijdruiters te helpen, wat ik tegenwoordig ook regelmatig doe, maar over algemeen houd ik er gewoon van om met paarden te werken. Zij zijn echt niet dom, zoals sommige mensen zeggen. Het maakt me boos als ik mensen hoor zeggen dat paarden niet slim zijn, dat is absoluut niet waar. Paarden zijn extreem gevoelig en dat is ook het moeilijke. Zelfs het kleinste foutje kan een paard afschrikken, als hij niet begrijpt wat er van hem gevraagd wordt.

Wat is uiteindelijk het belangrijkste als je met paarden werkt, voor welk doel dan ook?
FKj: We mogen niet denken als een mens, wanneer we met paarden werken. We moeten nadenken over hoe je aan een paard iets kunt uitleggen op manier dat hij het snapt. Er is niet maar één manier. Het ene paard begrijpt het op de ene manier, het andere paard juist weer een beetje anders. We moeten de moeite nemen om te leren denken als een paard en er rekening mee houden dat elk dier anders is. Een ander ding: ik zeg altijd “trekken zorgt voor terugtrekken” en paarden zijn veel sterker dan wij. Wij moeten dus slimmer zijn.

Over bitten, sporen en zwepen
ED: Ik heb het gevoel dat we tegenwoordig dieren soms overmatig vermenselijken. Het publiek dat niets met paarden heeft, lijkt heel erg gevoelig voor het gebruik van bewezen hulpmiddelen, bijvoorbeeld zweep, sporen en bitten.
FKj: Als we het paard buiten in de wei observeren, of dat nou is tijdens het vechten of tijdens het spelen, dat gaat er bepaald niet zachtzinnig aan toe. Dus een paard professioneel aanraken met de zweep om hem iets aan te geven op een manier die hij begrijpt, kan niet fout zijn. Natuurlijk moet dat niet op zo’n manier dat het paard wondjes krijgt of gaat bloeden, dat keur ik volledig af. Echter, elk hulpmiddel dat ik heb, of dat nou bitten, zwepen of sporen zijn, het moet een hulpmiddel blijven. Het is absoluut niet toegestaan om deze te gebruiken als martelwerktuig.

Het gebruik van de zweep tijdens het werk aan de hand vraagt gevoeligheid en ervaring. Daarom denk ik dat het zo belangrijk is om deze kennis over te dragen. Wie dat wil, is altijd welkom om de ochtendtraining bij te wonen. Recentelijk trainde ik nog met Ramona Schmid, één van Zwitserlands aanstormende talenten. Een trainer kwam en vroeg mij of hij naast mij mocht staan tijdens het werk, om dit te observeren. Het bleek dat hij mijn vader ook veel observeerde tijdens zijn werk en ook had gewerkt met Georg Wahl. Ik ben heel blij als deze mensen naar mij toekomen. Ik keek hoe hij met de zweep omging. Hij raakte het paard niet, maar je herkende wel meteen dat hij wist waar hij moest aanraken, op welk moment en op welke plaats.

De druk om te presteren
ED: Kunnen we circus rijden vergelijken met dressuurwedstrijden?
FKj: Ik denk dat ons circus, waar de paarden zó geconcentreerd werken, kan concurreren met dressuurwedstrijden. Wij hebben alleen de extra opgave om de optredens zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor leken. We hebben de verlichting, de muziek en de kostuums. Het grote voordeel dat wij hebben, is dat we niet de druk hebben om te presteren. Natuurlijk moet de show goed zijn, maar als we een foutje maken, heeft dat niet meteen gevolgen. Ik krijg dan niet meteen een slecht cijfer en de volgende dag zal het vast weer beter gaan. Een wedstrijdruiter moet omgaan met de druk om in een bepaald weekend goed te zijn. Dat is het verschil, de uitdaging om het paard te motiveren om op het juiste moment in topvorm te zijn. Natuurlijk zijn paarden niet altijd in vorm, dat is de kunst: om een paard te motiveren om op een bepaalde dag wel in vorm te zijn. Dat is echt een dingetje, dat de goede ruiters kenmerkt, maar ook dat zij in staat zijn om een gemotiveerd paard voor te stellen dat ook nog met plezier werkt.

ED: Mag ik vragen welke Zwitserse ruiters, die onze lezers wellicht kennen, je nu helpt?
FKj: Af en toe werk ik met Ramona Schmid, nabij Biel. Ik help haar voornamelijk met piaffe en passage. Als we in de buurt zijn, zoals nu, dan rijd ik naar haar toe. Maar als we wat verder weg zijn, komt ze ook wel met haar paard naar ons toe.

Ik help ook Antonella Joannou met haar merrie, als ik in het Franstalige deel van Zwitserland ben.

Ik heb plezier in het werken met jongere ruiters. Het voelt goed dat zij luisteren en niet denken dat we oude mensen zijn die niets nuttigs te vertellen hebben. Ik zal niet zeggen dat wij oudjes de enige zijn, maar het voelt wel goed als we kunnen helpen. Uiteindelijk willen we allemaal dat wat goed is voor de paarden.

[ img ]
Laatste bericht

Link naar dit berichtGeplaatst: 21-03-23 14:54 



 
Profiel   

Dank je. Mooi zeg.
Omhoog

Link naar dit berichtGeplaatst: 22-03-23 21:30 

Plaats een nieuw onderwerp  Plaats een reactie
Pagina 1 van de 1 [ 2 berichten ]
Vorig onderwerp | Volgend onderwerp




Zoek naar
Inloggen