Vorig onderwerp | Volgend onderwerp
Toevoegen aan eigen berichten Pagina 1 van de 1 [ 1 bericht ]
Plaats een nieuw onderwerp

Galectines kunnen mogelijk problemen met placenta bij merrie ontdekken

 
Profiel   

Horsetalk.co.nz
Fokkerij

[ img ]
De nageboorte van een merrie. Het donkere deel is de placenta, het lichte deel is
de vliezen waar het veulen in zat. De navelstreng verbindt de twee delen.
Foto: Cheveyo/Bokt Wiki


Het galectineprofiel van drachtige merries zou volgens onderzoekers kunnen dienen als potentiële biomarkers voor ontstekingen en slecht functioneren van de placenta.

Galectines zijn een groep oplosbare eiwitten die zich zeer specifiek binden aan glycanen (essentiële suikers) in doelcellen. Deze eiwitten helpen bij cel-tot-celsignalering op een cytokine-achtige manier en kunnen celdeling, het afsterven van cellen en de regulering van zowel de aangeboren als de adaptieve reactie van het immuunsysteem stimuleren.

Bij vrouwen blijken galectines betrokken te zijn bij vele aspecten van de voortplanting. Men denkt dat zij betrokken zijn bij de succesvolle totstandkoming en instandhouding van een zwangerschap, en dat zij routinematig worden gebruikt als biomarkers om zwangerschapsgerelateerde complicaties bij mensen te voorspellen.

Onderzoekers van de afdeling diergeneeskunde van de Universiteit van Kentucky, merkten op dat er geen onderzoek is gepubliceerd over galectines bij merries met een afwijking aan de placenta. Dit ondanks dat wel het profiel van verschillende galectines is beoordeeld, tijdens een normale dracht.

Volgens Carleigh Fedorka, Hossam El-Sheikh Ali en Mats Troedsson is placentitis een belangrijke oorzaak van late abortus bij het paard. Dit is een ontsteking/infectie van de placenta. De verschillende vormen ervan kunnen leiden tot onder vroeggeboorte, abortus of de geboorte van een voldragen veulen met premature verschijnselen.

Momenteel wordt de diagnose van deze afwijking gesteld door premature uierontwikkeling, afscheiding uit de vulva en het maken van een echo om de dikte van de placenta te controleren. Ook wordt deze gebruikt om te kijken of er de buitenste membraan van de placenta loslaat van de baarmoederwand.

"Aangezien deze klinische veranderingen optreden tijdens zeer acute fasen van de ziekte, bieden deze veranderingen minimale mogelijkheden voor therapeutisch ingrijpen", zo leggen de onderzoekers uit.

Zij merkten op dat de focus van het onderzoek is verschoven naar het opsporen van biomarkers die gevonden zijn in non-invasieve monsters. Dit heeft geleid tot het gebruik van galectineniveaus bij andere diersoorten. "Er is nog bewijs nodig om de betrokkenheid van galectines bij placenta-aanodeningen bij het paard te beoordelen,"[i] vertellen ze.

De onderzoekers gingen op zoek naar veranderingen in galectine-expressie in de abnormale placenta's van drachtige volbloedmerries.

Er werden onderzoeken gedaan op de buitenste laag van de placenta van zeven merries met ascenderende placentitis en vier met focale mucoïde placentitis.

De buitenste placentamembranen van acht gezonde merries na de geboorte werden gebruikt als controlemateriaal.

Het onderzoeksteam ontdekte dat bij ascending placentitis verhogingen van zowel galectine-1 als galectine-3BP in verband werden gebracht met de ziekte, terwijl galectine-8 en galectine-12 afnamen in de zieke buitenste laag van de placenta, in vergelijking met de controles.

Bij merries met focale mucoïde placentitis namen talrijke galectines toe in de zieke buitenste laag van de placenta, waaronder galectine-1, galectine-3BP, galectine-9 en galectine-12. Bovendien was er een tendens tot toename van galectine-3 en galectine-13. Daarentegen nam de expressie van galectine-8 af in de zieke buitenste laag van de placenta, in vergelijking met de controles.

De auteurs merkten op dat, in tegenstelling tot de andere geëvalueerde galectines, de galectine-8-expressie afnam, bij beide soorten placentitis.

Volgens de auteurs is toekomstig onderzoek nodig om na te gaan of galectines waarvan de expressie in de buitenste laag van de placenta na ziekte veranderde, vergelijkbare verschuivingen in het eiwitprofiel in de ruimere circulatie ondergaan. Zo ja, dan zouden ze mogelijk gebruikt kunnen worden als niet-invasieve biomarkers voor deze twee ziekten: [i]"Deze cytokine-achtige eiwitten kunnen ons inzicht in de pathofysiologie van de placenta bevorderen en verdienen aandacht als potentiële markers van ontsteking en disfunctie van de placenta bij het paard."


Toekomstige studies moeten ook een beter inzicht verschaffen in de verstoorde fysiologische processen die voortijdige bevalling en abortus bij merries veroorzaken.

Dit artikel is een samenvatting. Het hele artikel is te lezen op Horsetalk.co.nz.

Link naar dit berichtGeplaatst: 25-03-23 15:49 

Plaats een nieuw onderwerp  Plaats een reactie
Pagina 1 van de 1 [ 1 bericht ]
Vorig onderwerp | Volgend onderwerp




Zoek naar
Inloggen