Geplaatst Algemeen
De paardenprocessie in Kester. Foto: Foto: Rudy Boon/Wikimedia Commons
Volgende week zondag, 4 juni, is het weer tijd voor de paardenprocessie van Kester, ook wel "Kesterweg" genoemd. De processie is een tocht in de gemeenten Kester, Oetingen en Herfelingen. Deze gemeenten maakten vroeger deel uit van het Kestergewoud, dat meer dan 500 jaar geleden gespaard bleef van de pest, terwijl de omliggende dorpen wel getroffen werden. Sinds die tijd wordt elk jaar de processie gereden.
Kleine en grote Processie
Deze eeuwenoude traditie wordt standaard op de eerste zondag na Pinksteren gehouden. De paardenprocessie wordt ook wel "Drievuldigheidsprocessie" genoemd. De grote processie vertrekt om 6.15 uur vanaf de Sint-Maartenskerk in Kester. De ruiters en koetsers worden gevolgd door een groep bedevaarders. Onderweg zal worden gestopt bij kerken en kapellen, en kort voor de middag wordt de groep verwacht bij de Sint-Jozefskapel op de kruising van de Kesterweg en de Edingensesteenweg. Hier zal een "kleine processie" worden gehouden, waarna de stoet verder stapt naar de Sint-Maartenskerk in Kester.
Dit jaar is deelname aan de processie gratis. “We willen voor de ruiters de drempel verlagen om deel te nemen. Vroeger vroegen we een bijdrage aan elke ruiter. Vanaf nu kan iedereen gratis deelnemen. Wie wil, kan wel voor 10 euro steunend lid worden van de Gilde van het Paardenvolk. Dit geld gaat helemaal naar de organisatie van de Paardenprocessie", aldus Mark van Hoegaerden van de Gilde van het Paardenvolk, dat de processie organiseert.
Immaterieel cultureel erfgoed
De geschiedenis van de traditie gaat 500 jaar terug, en de processie in zijn huidige vorm viert dit jaar zijn 150e verjaardag. Dit is voor Gilde van het Paardenvolk reden om erkenning als immaterieel cultureel erfgoed aan te vragen. Dit zal dan voor volgend jaar zijn. “Het erkenningsdossier gaat ondertussen zijn weg. Er werden meer dan 700 handtekeningen verzameld om de aanvraag te ondersteunen. Helaas komt de paardenprocessie van dit jaar net iets te vroeg maar we hopen in 2024 als erkend immaterieel cultureel erfgoed te kunnen uitgaan”, zegt Van Hoegaerden.
Gebruikte bronnen: