Sport
Rob van Puijenbroek reed Quinten Begijnhoeve met zijn hoofd voor de loodlijn tijdens
Indoor Brabant/The Dutch Masters 2024. Foto: Marlies Trap Fotografie
In de nasleep van een aantal recente gevallen van mishandeling door topruiters groeit de bezorgdheid over het dierenwelzijn in de dressuur. De FEI blijft bevestigen dat zij toegewijd zijn aan het welzijn van de paarden, maar een recent onderzoek en groeiende trends in de dressuursport laten verontrustende patronen zien, die het tegendeel bewijzen.
Tijdens deze studie, uitgevoerd in 2024, werden beelden geanalyseerd van de combinaties van paarden en ruiters die in 2018 en 2019 deelnamen aan de Grand Prix Special CDIO 5* tijdens het CHIO in het Duitse Aken. Bij alle 49 combinaties werd gelet op de positie van hoofd en hals van het paard, bewegingen van de paardenmond, staartzwiepen en ander conflictgedrag. Op het moment dat de paarden achter de loodlijn werden gereden, vertoonden de dieren opvallend meer conflictgedrag en mondbewegingen. Ze werden tijdens het losrijden ook consequent dieper achter de loodlijn gereden dan tijdens de proef zelf. De meeste paarden liepen tijdens de proef ook achter de loodlijn en lieten ook meer conflictgedrag zien. Toch wees de studie ook uit dat die paarden die constant achter de loodlijn werden gereden, hoger scoorden dan de paarden die werden gereden vóór de loodlijn.
In 2019 werd al een soortgelijke studie opgezet met ruiters die in Groot-Brittannië op Preliminary-, Novice- en Elementary-niveau reden. Dit onderzoek had als doel om uit te zoeken of er een eventuele samenhang was tussen conflictgedrag en beoordelingspatronen. Per proef werden er vijf tot zeven oefeningen geanalyseerd. Paarden die achter de loodlijn werden gereden, kregen consequent hogere scores dan paarden die die vóór de loodlijn gereden werden. Net als bij het onderzoek in Aken, was ook hier een duidelijke trend te zien: juryleden geven hogere punten aan ruiters die met hyperflexie rijden, ongeacht het feit dat deze paarden meer conflictgedrag lieten zien. In de samenvatting van dat onderzoek staat ook vermeld: “conflictsignalen van het paard zijn een indicatie voor verminderd welzijn bij bereden paarden. De resultaten van deze studie suggereren dat er meer aandacht voor dergelijk gedrag moet worden opgenomen in dressuurjurytraining en prestatie-evaluatie.” Ook bij het onderzoek in Duitsland wordt deze conclusie getrokken: “Deze resultaten ondermijnen de bezorgdheid over dierenwelzijn tijdens dressuurwedstrijden op wereldniveau.”
Helaas is dit een trend die zich al tientallen jaren ontwikkelt. In een onderzoek uit 2014 werd al vergeleken of de hoofdhouding van top-dressuurpaarden is veranderd in de afgelopen 25 jaar, en of hoofdhouding overeenkomt met de toegekende score tijdens de wedstrijd. Deze studie keek naar videobeelden van de Grand Prix-proef tijdens de Olympische Spelen van 1992 en die van de finale van de Wereldbeker in 2008 en beoordeelde van deze proeven de verzamelde galop, verzamelde draf, passage en piaffe. Hoewel de paarden zowel in 1992 als in 2008 achter de loodlijn werden gereden in verzamelde draf en verzamelde galop, was het aantal paarden dat in piaffe of passage achter de loodlijn werd gereden in 2008 significant hoger dan in 1992. Er werd ook een verband gevonden waarbij hogere scores werden gegeven aan paarden die met hun hoofd verder achter de loodlijn liepen tijdens de piaffe in 2008. In 2008 liepen paarden in alle gangen achter de loodlijn, in 1992 was dit alleen nog het geval bij verzamelde draf en verzamelde galop. Net als in recente onderzoeken, werden paarden met het hoofd achter de loodlijn ook hier niet afgestraft door de FEI-jury.
Het belang van de hoek van het hoofd
In 2023 verscheen er een interessant onderzoek van Paula Tilley en andere onderzoekers. Zij onderzochten de fysieke en mentale effecten van een kleinere hoek van de poll (de achterkant van het paardenhoofd, net achter de oren-red). In deze studie werden het gedrag en de fysieke reacties bekeken bij paarden, met slechts 15° verschil in de hoek hoofd/bodem: namelijk 85° versus 100°. Die laatste betekent slechts een geringe afstand van 10° achter de loodlijn. Zelfs bij die 10° vonden ze al een significante toename van dynamische verstoringen van de bovenste luchtwegen, waardoor het vermogen van het paard om te slikken of ademen werd aangetast. Daarnaast kwamen de conflictsignalen overeen met die uit eerdere onderzoeken en met significant vaker voorkomende lichamelijke problemen.
Bij 5° voor de loodlijn, en dus een hoofd/bodemhoek van 85°, werden daarentegen veel meer ontspanningssignalen gezien. De resultaten van het vergelijken van rijden in deze zeer dicht bij elkaar liggende hoofd-/halsposities tonen echt aan hoe significant een klein verschil in hoek het ademhalingssysteem, het gedrag en het welzijn van het paard kan beïnvloeden. De auteurs van dit onderzoek trokken dan ook de conclusie “dat de relevantie van het tot een absoluut minimum beperken van de tijd die wordt doorgebracht met een grondhoek van meer dan 85° voor de flexie van de nek verder onderzocht moet worden ten behoeve van de prestaties van paarden en de kwaliteit van leven van het paard in de sport.”
Dezelfde bevindingen kwamen ook uit een Australisch onderzoek uit 2010 van McGreevy en anderen. Zij concludeerden dat een paard van nature een open hoofd-/halshouding heeft en dat het rijden van een paard achter de loodlijn in strijd is met de natuurlijke houding. Volgens deze onderzoekers resulteert een correcte training in een buiging van de poll van maximaal 6° voor de loodlijn en 12° in stap.
Desondanks worden steeds meer paarden tijdens wedstrijden achter de loodlijn gereden. Bij een studie uit 2014 werd vastgesteld dat paarden die achter de loodlijn werden gereden, twee keer zoveel conflictreacties toonden per geteste parameter, vergeleken met paarden die voor de loodlijn werden gereden. Dit effect werd waargenomen op alle niveaus. Daarom suggereren de onderzoekers dat de gebogen houding zelf de grootste probleemfactor is, en niet de vaardigheden van de ruiter of het trainingsniveau van het paard. Bovendien vertoonden paarden op een hoger niveau significant vaker conflictgedrag, vergeleken met paarden van lager niveau. Dit wijst op zorgen rondom de trainingspraktijken die gebruikt worden om de paarden op een hoger niveau te krijgen. Hierbij moet opgemerkt worden dat het rijden achter de loodlijn op lagere niveaus werd bestraft met lagere cijfers, maar dit gebeurde niet op de hogere niveaus.
Het paard mag kiezen
In 2015 voerden onderzoekers onder leiding van Von Borstel een studie uit naar wat paarden zouden kiezen. Hiervoor gebruikten ze 15 paarden en een Y-vormig doolhof met twee takken, R en N. De paarden werden in de R-tak consequent gereden in rollkur, in de N-tak met een neutrale hoofdhouding, op of voor de loodlijn. Bij het rijden door de R-tak waren de paarden significant langzamer en met meer conflictgedrag, inclusief pogingen tot bokken, vergeleken met de N-tak. Bij acht van de paarden werd ook een schrikelement toegevoegd. Bij de paarden in rollkur werden verhoogde angstreacties gevonden, waardoor het gevaarlijker werd voor de ruiter. Ook deden ze er langer over om bij het enge element in de buurt te komen. In de volgende fase van de test mochten de paarden zelf kiezen door welke tak van het doolhof ze wilden rijden. Veertien van de vijftien paarden kozen consequent voor de N-tak, met een neutrale hoofd-/halshouding. Dit onderzoek concludeerde, net als vele andere, dat de onder dwang verkregen rollkur een sterke negatieve invloed heeft op het paardenwelzijn en de veiligheid van de ruiter, en het suggereert dat deze trainingsmethode niet toegepast dient te worden.
De veranderende regels
In de FEI Dressage Rules 2024 (editie 26) artikel 400, staat: “De FEI heeft in 1929 een internationaal dressuurevenement opgericht om de hippische kunst te behoeden voor het misbruik waaraan deze kan worden blootgesteld en om de zuiverheid van haar principes te bewaren, zodat deze principes van de discipline intact kunnen worden doorgegeven aan toekomstige generaties atleten.” Er wordt echter nergens meer vermeld wat die principes zijn en welke elementen van de ruiterkunst behouden moeten blijven. In de 25e editie, uit 2020, worden het “Object and General Principles of Dressage” tot in detail beschreven op 16 pagina’s. Maar in de nieuwste revisie is daar niets over opgenomen.
In artikel 401, sub 1, 4 en 5 van editie 25 van de FEI Dressage Rules staat het volgende omschreven:
“1. Het doel van dressuur is de ontwikkeling van het paard naar een happy athlete, door een harmonieuze opleiding. Het resultaat hiervan is dat een paard kalm blijft en soepel, los en flexibel wordt, maar ook vol zelfvertrouwen, oplettend en gretig, om zo tot een perfecte verstandhouding met de ruiter te komen. Deze kwaliteiten worden gedemonstreerd door
- de vrijheid en regelmaat van de gangen
- de harmonie, lichtheid en het gemak van oefeningen
- de lichtheid van voorhand en inzet van de achterhand, voortkomend uit een levendige impuls
- de acceptatie van het bit, met onderdanigheid/doortastendheid (Durchlässigkeit), zonder spanning of weerstand
4. Dankzij een levendige impuls en de soepelheid van de gewrichten, zonder de verlammende werking van weerstand, gehoorzaamt het paard gewillig en zonder aarzeling. Het reageert kalm en met precisie op de verschillende hulpen, waarbij het zowel lichamelijk als geestelijk een harmonieuze balans laat zien.
5. Het hoofd moet in een stabiele positie blijven, met als regel net voor de loodlijn. Een soepele poll moet het hoogste punt van de nek zijn en er moet geen weerstand geboden worden aan de ruiter.”
Deze passages, waaraan wordt gerefereerd in sectie E van de regels van Equestrian Canada, zijn in het bijzonder van belang om meerdere redenen die te maken hebben met dierenwelzijn. Niet in het minst vanwege woorden met de betekenis los, vol zelfvertrouwen en gretig, die het gevoel van het paard erkennen en gewillige deelname aanmoedigen.
Nu zijn deze definities van de ruiterkunst uit de regels verwijderd, terwijl trends die rechtstreeks in tegenstelling zijn met deze geschrapte gevoelens, zich verspreiden.
Gestructureerde regels noodzakelijk
Door de subjectieve aard van jureren is het niet altijd duidelijk welke scores waarom gegeven zijn. In een studie van Dr. Wolframm uit 2023 werden 510 scores verzameld uit zeven dressuurwedstrijden op het hoogste niveau, die werden verreden tussen mei 2022 en april 2023. Hieruit bleek dat factoren als of ruiters in hun thuisland reden, dezelfde nationaliteit hadden als de juryleden, hun plaats op de startlijst van de wedstrijd en hoe zij werden beoordeeld ten opzichte van hun vorige prestaties, invloed hadden op de uiteindelijke uitslagen.
Met betrekking tot het welzijn werd in een studie van Dr. Hawson uit 2009 de stabiliteit van het jureren onderzocht. Hiervoor werden de uitslagen van de olympische dressuur in 2008 gebruikt. Dit onderzoek gebeurde in vier categorieën: gangen, impuls, de mate waarin het paard zich overgeeft aan de ruiter, en de houding van de ruiter. De regels voor de mate waarin het paard zich overgeeft aan de ruiter waren het meest instabiel, er werd gesproken over “aanzienlijke variabiliteit in de jurering. De resultaten suggereren dat, ondanks de relevantie van deze overgave voor paardenwelzijn, juryleden aanzienlijke moeite hebben met het uitdelen van scores in dit domein en het afstemmen van hun scores op de algehele prestatie.”
Er zijn gedetailleerde regels nodig om het beoordelingsbeleid beter te definiëren, voor verbeterde samenhang, in het bijzonder in relatie tot de zorgen rondom welzijn. “Om juryleden te helpen om objectieve, transparante scores te geven, moeten er duidelijke richtlijnen voor de beoordeling worden ontwikkeld. Deze moeten juryleden beschermen, zodat zij niet hun toevlucht hoeven nemen tot kortzichtige oplossingen. Op dit manier wordt het jureren minder complex, maakt de scores objectiever, transparanter en eerlijker”, aldus Dr. Wolframm in 2023.
Terwijl de FEI zich inspant op het gebied van Public Relations (PR), gericht op het wegnemen van de spanningen door paardenwelzijn als topprioriteit te beschouwen, beoordelen de huidige juryleden op tegenstrijdige wijze praktijken die worden gezien als geestelijke mishandeling en het lichamelijk beschadigen van de paarden. Hun ademhaling wordt belemmerd, ze maken verhoogde cortisolwaarden aan (een stresshormoon-red.) als reactie op stress, veroorzaken schade aan de inwendige structuren van het paard en uiteindelijk gaan ze in tegen de belangen van paardenwelzijn.
Omdat hyperflexie beloond wordt, en wellicht verward met overgave, terwijl de stress van het paard genegeerd wordt en patronen van misbruik die worden toegepast om dit te bereiken, worden voortgezet. Tot aan de release van ‘Operation X’ in 2023 werden klachten tegen trainers vanwege het gebruik van deze stressvolle trainingsmethodes als niet voldoende beschouwd om actie tegen te ondernemen.
Hoe gaan we verder?
In een tijd waarin de sport meer dan ooit behoefte heeft aan transparantie, heeft de FEI een oproer veroorzaakt door nieuwe richtlijnen aan te kondigen voor het plaatsen van videobeelden van het Field of Play, inclusief de losrijbaan en wedstrijdbanen, op geselecteerde FEI-evenementen, gemaakt door toeschouwers, ruiters, grooms, eigenaren en zelfs pers met een accreditatie. Deze stap werd door velen gezien als een poging om controle te krijgen over hoe de sport in beeld komt, later werd het standpunt duidelijker gemaakt. Het was bedoeld om de uitzendrechten van de rechthebbenden te beschermen, en het publiek aan te moedigen om beelden in te sturen van gevallen van paardenmishandeling, mochten ze dat zien.
Ongeacht de redenen zijn de regels voor het gebruik van sociale media niet de enige richtlijnen van de FEI die onder de loep worden genomen. De ‘Dressage rules’ moeten de parameters verduidelijken van de rijkunst, zoals in de eerdere edities, en in duidelijk zaken als hoofd-/halshouding, overgave en hun relatie tot paardenwelzijn tot in detail beschrijven. De juryleden moeten in overeenkomst met deze parameters handelen. Als welzijnsproblemen als hyperflexie bestraft worden in plaats van beloond, kunnen we misschien de toenemende populariteit van het gebruik hiervan omdraaien.
Zonder het invoeren en naleven van een transparant jurybeleid dat paardenwelzijn proactief ondersteunt en handhaaft, is het voorgesteld idee dat de dressuursport staat voor harmonie tussen ruiter en paard een farce.
Het complete onderzoek van dit jaar is terug te lezen op https://www.sciencedirect.com/science/a ... 9124000509, dit is wel in het Engels geschreven.
Gebruikte bronnen: