Vorig onderwerp | Volgend onderwerp
Toevoegen aan eigen berichten Pagina 1 van de 1 [ 2 berichten ]
Plaats een nieuw onderwerp

[AG]Korps Rijdende Artillerie

 
Profiel   

*Bokt.nl / Korps Rijdende Artillerie
Achtergrond
Door Amanda

[ img ]
Foto door Amanda

Het Korps Rijdende Artillerie (KRA), in de volksmond vaak beter bekend als de 'Gele Rijders', heeft sinds haar oprichting in 1793 altijd een opvallende plaats ingenomen binnen de Nederlandse krijgsmacht. Het korps is een onderdeel van de Nederlandse Koninklijke Landmacht.

De Rijdende Artillerie werd in 1793 opgericht door de Staten-Generaal, op initiatief van stadhouder Willem V. Dit om de artillerie in staat te stellen om op het slagveld de paarden van de veel snellere cavalerie te kunnen volgen. Prins Willem II schonk bij zijn inhuldiging tot koning in 1842 de Rijdende Artillerie een met gele tressen afgezet huzarenuniform, waardoor de naam Gele Rijders ontstond.

In 1849 bestond het Regiment Rijdende Artillerie uit nog slechts vier compagnieën. Omdat iedere compagnie één batterij in het veld kon brengen, viel het onderscheid tussen een compagnie (een eenheid militairen) en een batterij (een operationele eenheid vuurmonden (kanonnen) te velde) steeds meer weg. Het werd in deze periode dan ook gemeengoed om een compagnie simpelweg batterij te noemen. Uiteindelijk werd in 1867 officieel geregeld dat een compagnie bij de artillerie voortaan batterij heette.

In de tweede helft van de 19e eeuw laaide de discussie over het nut van een Rijdende Artillerie een aantal malen op. De Veldartillerie had zich inmiddels 'ontdaan' van het zwaardere geschut door het af te splitsen naar de Vestingartillerie en tevens raakte de Veldartillerie steeds meer bereden. De Veldartillerie werd hierdoor steeds mobieler, maar omdat nimmer de mobiliteit van de Rijdende Artillerie werd bereikt, behield de Rijdende Artillerie haar bestaansrecht.
[ img ]
Foto door Ricie

Na de capitulatie van Nederland in mei 1940 werd het leger feitelijk ontbonden. Direct na de Tweede Wereldoorlog werden er plannen gemaakt voor de opbouw van een nieuwe Nederlandse krijgsmacht. In deze plannen kwam de Rijdende Artillerie niet meer voor, omdat immers het oorspronkelijke tactisch concept hiervan geheel was achterhaald. In de navolgende jaren probeerden de oud-rijders zelf de tradities van de Rijdende Artillerie enigszins levend te houden. Regelmatig werden er bijeenkomsten van oud-rijders gehouden, waarin werd teruggeblikt op het roemrijke verleden en werd gefilosofeerd over de mogelijkheden van een terugkeer van de Rijdende Artillerie. De regelmatige bijeenkomsten en optredens van oud-rijders zorgden ervoor dat de discussie over een mogelijke terugkeer van de Rijdende Artillerie steeds weer nieuw leven werd ingeblazen. Uiteindelijk leidde dit er begin jaren '60 toe, dat er werd onderzocht hoe op zijn minst iets aan traditievoortzetting kon worden gedaan en hoe de Rijdende Artillerie misschien toch weer een plaats binnen de landmacht zou kunnen krijgen. Verschillende ideeën passeerden de revue, uiteindelijk resulterend in het voornemen om één van de bestaande afdelingen veldartillerie om te dopen naar een Afdeling Rijdende Artillerie en deze te belasten met de traditievoortzetting van de Rijdende Artillerie. Was vlak na de oorlog een meerderheid van de oud-rijders nog tegen een overdracht van de tradities van de vooroorlogse Rijdende Artillerie aan een 'willekeurig' onderdeel, begin jaren '60 voelde men dat niet meer zo sterk. Een meerderheid van oud-rijders was voor dit plan, zodat besloten werd het ten uitvoer te brengen. De keuze viel op de 11e Afdeling Veldartillerie, die was gelegerd in Schaarsbergen, gemeente Arnhem. Op 16 januari 1963 werd de 11e Afdeling Veldartillerie op ceremoniële wijze omgedoopt tot de 11e Afdeling Rijdende Artillerie.

Tegenwoordig bestaat het Korps uit:
- Twee batterijen van het VuursteunCommando (VustCo), gelegerd in de Tonnetkazerne in 't Harde
- Manege KRA, eveneens gevestigd in de Tonnetkazerne.
- Museum KRA, dat zich - evenals het Nederlands Artillerie Museum - bevindt op de 'Legerplaats bij Oldebroek', gelegen naast de Tonnetkazerne in 't Harde.

Het reilen en zeilen van de 11e Afdeling Rijdende Artillerie na de oprichting komt logischerwijs grotendeels overeen met dat van de afdelingen Veldartillerie binnen de Koninklijke Landmacht. De materiële veranderingen en de diverse reorganisaties bij de artillerie werden ook bij de 11e Afdeling Rijdende Artillerie voltrokken. Vanaf 1997 werden de Rijders regelmatig uitgezonden op vredesmissies naar diverse landen. Meestal op individuele basis, maar soms ook middels uitzending van een complete batterij of zelfs de gehele afdeling. Het Korps bestaat uit ondersteunende eenheden, denk aan (pantser)infanterie, geneeskundige ondersteuning, herstelcapaciteit en genie.

Naast haar operationele taken vervult het Korps Rijdende Artillerie sinds jaar en dag een belangrijke ceremoniële taak. Vaak gaat het hier om het afgeven van ereschoten met 25-ponders (tot april 1964 operationeel in gebruik bij de Afdeling) bij plechtigheden met een ceremonieel karakter, zoals staatsbezoeken. Ook is het vaste prik dat de Rijders minuutschoten afgeven op Prinsjesdag.

Naast de militaire taken van het korps, heeft de manege ook zijn eigen rol. De manege is in 1966 opgericht en zorgt voor de uitvoering van ceremonies en optredens, maar heeft ook een educatieve rol. Zo zorgt de manege voor het behalen van het militaire ruiterbewijs, dat bijvoorbeeld een eis is voor het meerijden tijdens de escorte op Prinsjesdag. Daarnaast biedt de manege ook de mogelijkheid tot teambuilding, reïntegratie en coachingssessies voor militairen met problemen (bijvoorbeeld PTTS).

Om deel uit te maken van het Korps Rijdende Artillerie moet je een militaire opleiding volgen. Je bent immers in actieve dienst. Voor de ceremonie dragen de militairen een speciaal uniform. Kenmerkend voor het uniform is het sabel, waarmee de officier commando's geeft.
Naast de militaire eis voor de ruiters, zijn er ook eisen aan de paarden. Zo werkt het korps alleen met vossen, voornamelijk Gelderse paarden. Incidenteel lopen er wel ander gekleurde paarden mee in bijvoorbeeld optochten, maar dit zijn dan paarden in eigendom van de militairen zelf. Naast vos moeten de paarden ook geruind zijn. Merries en hengsten zijn niet welkom. De stokmaat is minimaal 1.70 en de paarden moeten uiteraard braaf zijn. Na deze specifieke selectie volgt de opleiding. Alle paarden komen eerst op proef en wanneer blijkt dat ze geschikt zijn, worden ze aangekocht. Naast het gebruik tijdens de ceremonies, worden deze paarden ook ingezet voor de lessen op de manege, waar zo'n 20 boxen beschikbaar zijn.

Het wordt steeds lastiger om geschikte paarden te vinden. De huidige fokkerij richt zich toch voornamelijk op de sport, waardoor paarden vaak wat drukker en minder braaf van karakter zijn. Om de paarden goed in conditie te houden, brengt het personeel van de manege ze veelzijdig in de sport uit. Op woensdag is er de specifieke schriktraining met kanonnen. De uitrusting voor de paarden is uniek. Voor ieder kanon staan vier paarden. De strengen bestaan uit kettingen en 2 van de paarden worden bereden. Hiervoor dragen zij speciaal aangepaste zadels. De andere 2 paarden worden aan de hand begeleid. De overige dagen worden ze getraind in dressuur, springen of eventing.
Laatste bericht

Link naar dit berichtGeplaatst: 19-09-17 12:18 



 
Profiel   

Zo dat is interessant om te lezen. Ons Belgisch leger heeft geen paarden meer in hun rangen. Ere-escortes te paard worden door de Bereden politie gedaan (de vroegere Rijkswacht zeg maar).
Omhoog

Link naar dit berichtGeplaatst: 20-09-17 08:56 

Plaats een nieuw onderwerp  Plaats een reactie
Pagina 1 van de 1 [ 2 berichten ]
Vorig onderwerp | Volgend onderwerp




Zoek naar
Inloggen