Algemeen
Als een paard bokt bij het aanspringen in galop, probeert hij je iets duidelijk te maken.
Foto: Louis/ Flickr
Dit artikel is geschreven door Sophie Baker voor de FEI. Sophie is een enthousiaste dressuuramazone, springt af en toe en schrijft over allerhande onderwerpen die met paarden en paardrijden te maken hebben.
Bokken in de overgang van draf naar galop is een probleem dat vrij vaak voorkomt, maar het kan nog best lastig zijn om het probleem op te lossen.
Als een paard bokt tijdens de overgang naar de galop, doet hij dit meestal omdat hij pijn heeft. Echter, het kan ook zijn dat hij in de war is of problemen heeft met kracht en/ of balans. Daarom komt het vaker voor bij jonge, groene paarden dan bij de volwassen, ervaren dieren. Een uitzondering daarop is de “woohoo!” bok als uiting van vrolijkheid of overtollige energie.
Als je paard tijdens de overgang naar galop elke keer gaat bokken, kan dit ook leiden tot spanning. Je wordt nerveus als het tijd is voor de overgang naar de galop. Dat helpt uiteraard ook niet mee om het probleem op te lossen.
Als je twijfelt waarom je paard bokt tijdens het aangalopperen, dan worden hier de drie meest voorkomende redenen uitgelegd:
1. Het paard kan pijn hebben
Als er problemen optreden in het gedrag van je paard is de eerste stap altijd controleren of je paard pijn heeft. Gewoonlijk treden deze problemen op als je als je paard wil aangeven dat hij pijn heeft of omdat ze niet begrijpen wat je vraagt – of ze kunnen niet doen wat je vraagt, zelfs als ze geen pijn hebben.
Natuurlijk begin je, helemaal als het gedrag nieuw is, met een basiscontrole. Je checkt het zadel, de rug van je paard en zijn gebit. Het is ook een goed idee om de veearts te laten komen. Zij kunnen je paard observeren en je helpen om te vinden waar de pijn zit. Het kan heel eenvoudig zijn, zoals een zadel dat knelt of een verrekking van een spier of pees.
Hoe dan ook: als je paard bij het aangalopperen pijn heeft, kun je nog zo goed rijden, maar dat helpt hem dan echt niet. Er zijn zeer veel redenen mogelijk voor de lichamelijke pijn. De meest voorkomende problemen die zich kunnen uiten als bokken in de galop, zijn:
- Pijn in een van de voorbenen of hoeven
- Problemen in het bekken
- Rugpijn, problemen met zadel of singel, kissing spines
- Problemen in de spronggewrichten
Als er niets uit de onderzoeken komt en je er echt zeker van bent dat je paard geen pijn heeft, kun je kijken naar een van de andere twee oorzaken. Dan kan het namelijk zijn dat je paard niet begrijpt wat je van hem wilt, of het paard kan (nog) niet doen wat je vraagt.
2. Je hulpen zijn niet duidelijk
Paarden kunnen bokken tijdens de overgang naar de galop als je hulpen daarvoor niet duidelijk zijn. Het is hun manier om te vertellen dat ze je niet begrijpen of om hun frustratie naar jou toe te uiten! Als je zelf op je werk of op school erg onduidelijke of tegenstrijdige aanwijzingen krijgt, dan zul je dat zelf ook erg irritant vinden en mogelijk ook fouten maken in waar je mee bezig bent!
Dus als je paard moeite heeft met die overgang is het belangrijk dat je het voor hem zo gemakkelijk mogelijk maakt om het juiste antwoord te geven op jouw hulpen.
Neem bijvoorbeeld Carl Hester. Hij beveelt aan je zit een beetje te verlichten tijdens het rijden van een voorwaartse overgang op een onervaren paard, door iets naar voren te gaan zitten. Dit doe je door simpelweg je sleutelbeenderen iets naar voren te bewegen. Hij raadt dit aan omdat dit het voor het paard makkelijk maakt om aan te springen in galop en tijdens die overgang de rug wat op te tillen. Als je zwaar in het zadel blijft zitten, moet je paard zijn rug behoorlijk laten zakken voor hij de overgang kan maken.
Je wilt er voor zorgen dat je paard correct reageert op je beenhulpen. Als je moet drijven of zelfs schoppen om aan te galopperen, wordt het voor jezelf ook een stuk moeilijker om stil en op een gecontroleerde manier te blijven zitten als je de overgang vraagt. Als gevolg daarvan zal je paard mogelijk uit balans raken en uit frustratie gaan bokken, eenvoudigweg om op zijn hoeven te blijven staan.
Als dit bij jou het probleem is, is het nodig om te werken aan je hulpen en de reactie daarop. Zorg dat het in orde is in stap en draf, voordat je aan galop gaat denken. Je kunt ook een stemhulp gebruiken of een klein tikje met de zweep om je paard te helpen om te begrijpen wat je van hem vraagt.
En uiteraard, wees er zeker van dat je niet per ongeluk te veel druk op je teugels hebt als je galop vraagt. Sommige ruiters zoeken balans met hun handen of nemen wat meer druk op de teugels omdat zij gespannen zijn of willen anticiperen op het bokken. Voor een gevoelig paard kan dit genoeg zijn om het bokken juist uit te lokken, door de tegenstrijdige hulpen. Je vraagt het dier om te galopperen, maar je smeekt ze tegelijkertijd om te stoppen!
3. Je paard kan niet soepel aanspringen in galop
Het is niet ongewoon bij jonge paarden dat zij bokken bij het aanspringen in galop. Dit komt meestal omdat zij hun balans verliezen bij het maken van de overgang.
Zij voelen zich uit balans en onzeker en kunnen bokken omdat ze nerveus zijn of uit zelfbescherming – voor hen is bokken beter dan vallen. Als je zelf van een heuvel af rent en je balans begint te verliezen, zul je je armen wijd uitsteken, een klein huppeltje maken of een pasje missen om je balans weer te vinden. Bij het paard is dat zo ongeveer hetzelfde en dan met name bij de paarden die de neiging hebben om in galop op de voorhand te lopen.
Uiteraard zal een jong of groen paard uiteindelijk wel zonder problemen kunnen aanspringen in galop. Er zijn ook veel paarden die bokken omdat zij de lichamelijke kracht en coördinatie missen die nodig is voor de overgang. In sommige gevallen kun je dat vergelijken met een peuter die je vraagt om te gaan hordenlopen. Een paard kan bijvoorbeeld lang of juist groot zijn, niet sterk genoeg, onervaren onder het zadel, of te maken hebben met problemen in zijn bouw.
Als je paard fysiek moeite heeft met de overgang omdat hij nog niet genoeg ontwikkeld of getraind is, dan zijn geduld, tijd en opleiding de enige juiste oplossingen. Vele paarden zoals deze zullen het makkelijker vinden om deze overgang tijdens een buitenrit, op paden waar ze zich niet opgesloten voelen en geen bochten hoeven te galopperen. Dat is ook een prima omgeving om ze de overgang te leren zonder ze gelijk te overrompelen. Het is ook het beste om de galop kort te houden, zo groeit het zelfvertrouwen van je paard en krijgt hij de kans om de overgang wat vaker te oefenen.
Daarbij komt nog dat het werken aan het ritme, de soepelheid en de aanleuning in stap en draf kan helpen om op een natuurlijke manier de galop te verbeteren. Als je paard beide kanten op kan buigen, soepel is in de lengtebuiging en zichzelf goed kan dragen, kan dat ook helpen om de overgang naar de galop te maken. Dit door af te zetten vanuit de achterhand en de schouders wat op te tillen, dit in plaats van op de voorhand te vallen of naar binnen of buiten te vallen.
Bedenk wel dat het verbeteren van de soepelheid en de aanleuning een proces is dat veel tijd kost. Hierbij is de hulp van een ervaren instructeur zeker vereist.