Maandagziekte kwam vroeger vrijwel altijd op maandag voor, vandaar de naam. De boeren voerden hun paarden op de rustdag zondag evenveel als andere dagen. Hierdoor kregen ze opeens te veel eiwitten binnen die ze niet konden verwerken omdat ze niet hoefden te werken.
Nu komt het nog steeds voor wanneer paarden op een rustdag waarbij ze de hele dag op stal blijven dezelfde hoeveelheid voer krijgen of opeens hoger in het voer worden gezet. Ze krijgen een kruisverlamming omdat de spieren in de achterhand door het teveel aan eiwitten wordt afgebroken. Ook krijgen ze roodgekleurde urine.