kyrkelover schreef:Hier alles op een dubbel gebroken D trens.
Volbloeden zijn sowieso gewend om of een losse teugel te hebben en tijdens het galopperen echt de teugels/het bit als een 5e been als in steun te kunnen gebruiken.
Immers als je hard gaat komen ze op de voorhand en helemaal plat te liggen en moeten wij ze dus steun geven aan de voorkant.
Daarnaast spelen volbloeden sowieso erg graag. De meeste die ik ken slaan met het hoofd of knarsen op het bit of trekken de lip op, kantelen hun hoofd of een combinatie er van of you name it. Hun manier om hun enthousiasme of juist spanning etc te uiten. Ze zijn daarin ook veel meer uutgesproken dan het gemiddelde rijpaard, maar goed die vind ik vaak dood en tegen het slaafs aan. Ik wil zoiets dan ook niet fiksen ik laat ze daarin in hun waarde. Beetje hetzelfde als je een herder af wilt leren om te piepen en blaffen voor ze hun wedstrijd parcour in gaan..
Op de renstallen zelf wordt over het algemeen gebruik gemaakt van simpele enkele of dubbel gebroken bitjes. De trekkers krijgen een wat scherper bit in. Op de stallen waar ik gewerkt beb was dat een 4 stuks op de 100 paarden.
Bovendien moet je ze er ook niet teveel “aan” willen rijden. In mijn ervaring zijn ze over het algemeen heel makkelijk nageeflijk te rijden, mits je daar niet teveel mee bezig bent. Een stille, heel zachte hand met héél licht contact en niet elke pas bijdrijven. Als ze echt de hele tijd lopen te rommelen, en niet als ze wat energie moeten laten afvloeien, zit je er teveel aan in mijn ervaring. Ze zijn idd gewend om vooral op eigen benen te lopen en de gemiddelde “rijpaardruiter” wil vaak toch wat teveel controle hebben wat zich uit in teveel been, teveel teugel, teveel hulpen.