AshlynWriter schreef:Ik heb het even opgedeeld in een paar stukjes zodat gestructureerde tips iets meer mogelijk zijn:
1. Tips over hoe ik hem beter kan wenden / sturen, dit lukt ook vaak niet, meestal in draf en galop. Wil ik ergens heen en krijg ik hem niet die kant op, uiteindelijk lukt het pas een zijde later.
2. Zachter in de galop / controle over snelheid in galop.
3. Controle over snelheid in draf.
Alvast bedankt, groetjes Ash!
Oude tip uit de klassieke dressuur : wat niet goed gaat in galop, eerst verbeteren in draf.
Wat niet goed gaat in draf, eerst in stap doen.
Voor zowel de overgangen 'terug' als het wenden heb je de achterhand nodig.
En 'hard gaan' kan veel oorzaken hebben, een ervan is dat het dier al op de voorhand loopt, en het trekken aan de teugels het dier nog meer op de voorhand brengt.
(Speel maar na op de skippybal.)
Begin dus in stap met halthouden op je zit.
Onderstaande posting is zeer uitgebreid en uiterst zinnig.
Airnt @ [RT-D] De zithulpen voor halt
Met een beetje mazzel vindt ook dit manegepaard het prima om niet in zijn mond getrokken te worden.
Daarna dus uit draf terug naar stap en/of halt, of schijnovergangen.
Vul dit aan met vierkantjes stappen : de stelling is niet zo belangrijk (geen binnenteugel!) je concentreert je op je beugels, dijbenen, ellebogen, dan stel je je voor dat jullie op rails lopen en dan maken de rails opeens een bocht. Vlak voor de bocht even je navel extra naar binnen (naar je rug toe) brengen, en dan geeft jouw navel de richting aan. 'Je stuurt de schouders'. (Niet het hoofd en ook niet de hals.) Eventueel wat duwen met je buitendij, buitenteugel tegen de hals, gewicht op binnen: bil en beugel - en meedraaien.
Uiteraard iedere goede poging belonen.
Dan in draf proberen, vierkantjes van 15x15 zijn al een fikse uitdaging, en als jullie door elkaar heen rijden is het het handigst om gewoon af en toe af te wenden, heb je toch twee haakse hoeken te pakken.
Rijd af en toe in de verlichte zit en doe just for fun het volgende : twee teugels in 1 hand, de andere hand breng je 'langzaam' naar voor alsof je door stroop heen moet duwen en daarna langzaam 'terug trekken'.
Met andermaal wat mazzel voel je je 'core spieren' reageren : 'daarmee moet je paardrijden'.
(Kun je thuis prima 'droog' oefenen.)
Ad 3: er is het trucje met lichtrijden : heel enthousiast meespringen als je paard je opgooit ('gaan staan' is in wezen onzin, je wordt opgegooid en gaat er in mee) is drijven,
juist maar heel klein lichtrijden, nauwelijks uit het zadel is remmen.