Hoe wijken

Wijken

In dit artikel wordt uitgelegd hoe je de oefening Wijken uitvoert.

De hulpen

Wanneer een paard voldoende balans heeft om aan de buitenteugel over de binnenhoefslag te lopen, kan begonnen worden met het vragen van enkele passen wijken vanaf de binnenhoefslag.

De hulpen hiervoor zijn:

• Lichte binnenstelling vragen met de binnenteugel zodat de wimpers van het binnenoog net te zien zijn.
• Buitenhand iets van de hals zodat het paard het “gat” in kan stappen dat door de buitenteugel gecreëerd wordt.
• Buitenhand staat binnenstelling toe, maar voorkomt over de schouder vallen door te begrenzen aan buitenkant.
• Zijwaarts drijvend binnenbeen dat in het ritme van de beweging zijwaartse druk uitvoert.
• Voorwaarts drijvend buitenbeen dat de drang naar voren onderhoudt en voorkomt dat er alleen zijwaarts gegaan wordt.

Na verloop van tijd kan de oefening verzwaard worden door de binnenhoefslag steeds meer naar de AC-lijn te verleggen. Ook kan op de hoefslag begonnen worden met wijken richting de middenlijn.

De uitvoering

Het paard moet recht blijven in het lichaam met slechts een lichte binnenstelling en werkelijk overkruisen, dat wil zeggen het binnenbeen moet voorbij de afdruk van het buitenbeen neergezet worden. Ook op een volte kan het wijken voor het been geoefend worden, voordeel van deze oefening is het ontwikkelen van kracht in het binnenachterbeen waardoor de oefening een licht verzamelend effect krijgt.

Problemen

Het paard loopt weg over de schouder

• Controleer of de binnenhand niet te veel stelling vraagt.
• Begrens de hals door het sluiten van de buitenhand.
• Maak het paard weer recht in het lichaam met het buitenbeen en rij, indien nodig, enkele paardlengtes vooruit en zet daarna het wijken weer in.

Het paard gaat te weinig zijwaarts

• Controleer of het paard op de zijwaartse druk opzij wil gaan, indien nodig kan de hulp van het binnenbeen ondersteund worden door een tikje met de dressuurzweep.
• Maak de te wijken afstand kleiner om zo de zijwaartse hulp weer te bevestigen, ga daarna pas weer grotere afstanden wijken.

Het paard treedt niet taktmatig over of verliest impuls

• Controleer het taktmatig aandrijven aan de zijde van de op dat moment afzettende binnenachtervoet.
• Controleer of de binnenhand niet teveel terugwerkt en zo het binnenachterbeen blokkeert.
• Maak de te wijken afstand kleiner om zo voorwaartse hulp te behouden en te bevestigen, probeer met kleine stukjes de te wijken afstand te vergroten.

Bronnen, referenties en/of voetnoten

• Handboek voor de ruiter, Holzel & Plewa