Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Leergedrag

Uit Bokt
Een leermoment

Als wij met onze paarden omgaan leren we ze bewust en onbewust allerlei dingen, het is daarom erg belangrijk dat wij ons bewust zijn van het leergedrag van onze paarden. Veel paarden schoppen tegen hun staldeur rond voertijd en even later ligt het eten al in de voerbak. Het paard wordt dan eigenlijk onbedoeld beloond voor het schoppen en zal dat steeds vaker gaan doen. De definitie van leren is dat er een gedragsverandering optreedt die enige tijd aanhoudt als gevolg van een ervaring of oefening. Als het gedrag uiteindelijk niet meer beloond wordt zal het weer uitsterven.

Instinct

Een deel van het gedrag van gedomesticeerde paarden wordt dus veroorzaakt doordat ze van mensen leren. Een ander deel van het gedrag wordt ingegeven door het instinct van het dier. Bijvoorbeeld het melk drinken van een veulen is instinctief gedrag. Alle veulens zullen na de geboorte op zoek gaan naar de uier om te kunnen drinken. Als er veel afleiding is kan het veulen soms de uier niet vinden, hij wordt dan niet beloond voor het zoeken en zal uiteindelijk stoppen. Hoe instinctief gedrag precies ontstaat is niet duidelijk.

Gevoelige perioden

Bepaalde dingen kunnen alleen maar geleerd worden op het juiste moment in het leven van het paard. Bijvoorbeeld de herkenning van de moeder moet enkele uren na de geboorte geleerd worden. Als het veulen de moeder pas de volgende dag te zien krijgt, of nog later dan is de kans dat het veulen zijn moeder zal herkennen als moeder steeds kleiner. Het is ook erg belangrijk dat het veulen met andere paarden opgroeit omdat hij anders de sociale interacties tussen paarden niet zal snappen. Hij kan dan in zijn verdere leven niet met andere paarden communiceren en zal dus nooit normaal in een groep passen. Merrieveulens leren van hun moeder hoe ze later zelf een veulen op moeten voeden. Merries die zelf zonder moeder opgegroeid zijn verstoten hun veulens later erg vaak of vertonen ander abnormaal gedrag als ze een veulen hebben.

Vormen van leren

In de omgang met onze paarden spelen drie belangrijke vormen van leren een grote rol:

Habituatie

Bij habituatie, of ook wel gewenning leert het paard dat een bepaalde prikkel geen betekenis heeft. Dat gebeurt bijvoorbeeld als je een veulen laat wennen aan een halster. Eerst zal hij het eng vinden en raar, later reageert hij er niet meer op. In het wild is habituatie belangrijk om onderscheid te maken tussen prikkels die geen betekenis hebben en prikkels die wel van belang zijn voor het paard. Als het dier voor alle prikkels zou moeten vluchten kost dat veel te veel energie.

Bij habituatie kan ook 'generalisering' optreden. Het paard is dan gewend aan bijvoorbeeld treinen die langs het weiland rijden en zal dan ook veel minder schrikken als er een keer een tractor voorbij komt.

Sommige mensen onderwerpen het veulen direct na de geboorte aan 'early habituation'. Ze laten het veulen dan zo jong mogelijk al wennen al allerlei prikkels. Veulens leren heel makkelijk en kunnen dus door early habituation in hun latere leven een grote voorsprong hebben. Het gevaar van early habituation is wel dat het de band tussen veulen en moeder kan verstoren als de mens daar teveel tussenkomt. Ook kan het veulen zich afsluiten en op geen enkele prikkel meer reageren als het teveel wordt. Met early habituation moet dus voorzichtig omgegaan worden.

Klassieke conditionering

Klassieke conditionering is het koppelen van een prikkel zonder enige betekenis (bijvoorbeeld het openen van de voerton) aan een prikkel met betekenis (zoals eten). Als de voerton nooit eerder gebruikt is in combinatie met eten zullen de paarden niet reageren op het geluid van het openen van de voerton. Als de paarden steeds het geluid horen en vlak daarna hun eten krijgen zullen ze na verloop van tijd al ongeduldig staan te wachten als ze het geluid van de voerton gehoord hebben.

Het principe van clickertraining berust op klassieke conditionering. Het paard leert de click te associëren met een (voedsel-)beloning.

Operante conditionering

Operante conditionering is het leggen van een verband tussen een bepaald gedrag en het gevolg van dat gedrag. Als het gedrag een positief gevolg heeft zal het toenemen, dat wordt bekrachtiging genoemd. Als het gedrag een negatief gevolg heeft zal het afnemen, dat wordt correctie genoemd.

Bekrachtiging en correctie kunnen allebei op een positieve of op een negatieve manier bereikt worden. Positieve bekrachting wil zeggen dat het gewenste gedrag beloond wordt. Bijvoorbeeld als je een voetje vraagt en het paard geeft zijn voet, dan krijgt hij een beloning. Hij zal dat gedrag dan steeds vaker gaan herhalen. Negatieve bekrachtiging wil zeggen dat er een negatieve prikkel is totdat het paard het gewenste gedrag uitvoert. Met rijden maken we daar erg veel gebruik van en het wordt dan wijken voor druk genoemd. We geven druk op het bit om het paard aan de teugel te laten lopen, zodra het paard in de juist houding loopt halen we de druk weg. Het paard zal de houding kiezen waarin er het minste druk op zijn mond komt. De druk op het paard kan lichamelijk zijn, maar dat hoeft niet. Ook het dreigend op een paard aflopen wordt door het paard gezien als druk waarvoor hij zal wijken door zich af te wenden of zelfs weg te lopen.

Positieve correctie wil zeggen dat het paard iets aangenaams niet meer krijgt als hij het ongewenste gedrag vertoont. Om het aangename terug te krijgen moet hij stoppen met het ongewenste gedrag. Een voorbeeld hiervan is het poetsen, of aandacht geven aan een paard als hij netjes stil staat. Zodra het paard beweegt wordt het poetsen en de aandacht gestopt.

Negatieve correctie is het straffen van het paard voor ongewenst gedrag. Bijvoorbeeld een paard dat bijt krijgt direct een klap. Hij zal daarna bij die persoon veel minder neiging tot bijten vertonen.

Toepassing van de leerprincipes

De bovengenoemde leerprincipes passen we in de omgang met onze paarden dagelijks toe. Het is dan ook erg nuttig om te begrijpen hoe paarden leren, want je kunt ze dan veel efficiënter allerlei gedrag aan- of afleren. Erg belangrijk is in elk geval dat je dingen vaak herhaalt. Het paard moet leren welk gedrag gewenst is en welk gedrag niet. Die associatie kan hij alleen maken als er op hetzelfde gedrag steeds dezelfde reactie komt van de trainer. Een paard is ook niet in staat om dingen aan elkaar te koppelen waar veel tijd tussen zit. Het paard straffen of belonen moet dus meteen na het getoonde gedrag gebeuren. Als je het paard dus wil belonen omdat hij een mooie piaffe liet zien en je zet het paard stil om het op je gemak te belonen, dan zal het paard het stilstaan en dus niet de piaffe associëren met de beloning. Grote oefeningen die het paard moet leren kunnen dus het beste in kleine stapjes verdeeld worden. Zo begrijpt het paard sneller welk gedrag er gewenst is.

Bronnen, referenties en/of voetnoten

  • Fenna Westerduin, "Hoe leren paarden" in Paardensport nummer 2 van 2009, bladzijde 16 tot en met 19



Bij dit artikel ontbreken afbeeldingen.

We zijn specifiek op zoek naar: Illustratieve foto's bij het artikel

Als je dit artikel aan wilt vullen kun je op bewerk klikken om je kennis aan dit artikel toe te voegen.