Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Bloedsomloop

Uit Bokt

De bloedsomloop bestaat uit het hart en de bloedvaten (slagaders, aders en haarvaten).

De bloedvaten

Bloedvaten die van het hart afkomen heten slagaders, bloedvaten die naar het hart toe gaan heten aders. Slagaders bevatten zuurstofrijk bloed, aders zuurstofarm bloed, behalve bij de longslagader en de longader, hier is het precies andersom. Het bloed wordt door het hart in de slagaders gepompt en stroomt naar alle delen van het lichaam. De slagaders vertakken zich steeds verder tot het uiteindelijk hele kleine vaatjes zijn geworden met een hele dunne vaatwand, deze vaatjes heten haarvaten of capillairen. In deze vaatjes wordt het getransporteerde zuurstof afgegeven aan de weefsels en wordt koolstofdioxide mee terug genomen, dit is weer precies andersom bij de haarvaatjes in de longen, daar wordt koolstofdioxide afgegeven en zuurstof opgenomen. De vaatjes komen daarna weer samen tot steeds grotere aders die uiteindelijk uitkomen in de holle ader en de longader en zo weer terug naar het hart om rondgepompt te worden.

Het hart

Het hart van het renpaard Phar Lap dat meer dan 6 kilo woog

Het hart is een holle spier die feitelijk als een grote pomp werkt. Het hart zorgt ervoor dat het bloed door het lichaam wordt gepompt. Er zijn twee bloedsomlopen.

  • De kleine bloedsomloop: tussen het hart en de longen
  • De grote bloedsomloop: tussen het hart en alle andere weefsels

Het paardenhart ligt op de bodem van de borstholte, net achter het linkervoorbeen. En bestaat uit 2 kamers en 2 boezems. Vanuit beide bloedsomlopen komt het bloed eerst terecht in de boezems, van daaruit stroomt het naar de kamers. De rechterkamer pompt zuurstofarm bloed via de longslagader naar de longen. De linkerkamer pompt zuurstofrijk bloed via de aorta (grote lichaamsslagader) naar het lichaam. De boezems en kamers zijn van elkaar gescheiden door middel van kleppen die voorkomen dat het bloed vanuit de kamers terugstroomt naar de boezems. Ook de kamers zijn afgesloten met kleppen om te voorkomen dat het bloed vanuit de slagaders terugstroomt. Een normaal hart heeft geen directe verbinding tussen de linker en rechter harthelft.

De volledige bloedsomloop, te beginnen bij de longen, gaat als volgt: longen --> longader --> linkerboezem --> linkerkamer --> aorta --> lichaam --> holle ader --> rechterboezem --> rechterkamer --> longslagader --> longen, etc.

Het rondpompen van het bloed gebeurt normaal gesproken met zo’n 30 tot 50 hartslagen per minuut (normaalwaarde). Hiermee pompt het hart 45 liter bloed per minuut rond. Als het paard zich echter veel inspant kan het aantal slagen per minuut oplopen tot 210 tot 280 slagen per minuut, de maximale hartfrequentie. Daarmee pompt het hart dan zo’n 240 liter bloed per minuut rond, dit terwijl een paard ‘slechts’ 40 liter bloed bezit. Het hartritme staat onder invloed van het autonome zenuwstelsel en kan daarnaast beïnvloed worden door hormonen, bijvoorbeeld adrenaline. Ieder paard heeft een eigen maximale hartfrequentie, deze is erfelijk bepaald. Bij paarden met een zeer goede conditie kan er sprake zijn van een sporthart.

In vergelijking met de omvang van het lichaam is het paardenhart groot. Het voordeel daarvan is dat paarden hard kunnen lopen. Hoe groter het hart, hoe sneller het paard kan lopen. Een hart van een normaal paard weegt zo’n 4 kilogram. Maar er zijn renpaarden geweest met een hart van wel 6,5 kg.

Bronnen, referenties en/of voetnoten