Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Hoe vlechten

Uit Bokt

Voor wedstrijden en keuringen is het gebruikelijk dat een paard goed wordt gepresenteerd. Het vlechten van manen en staart kan hier onderdeel van uitmaken, dit is wel afhankelijk van het ras en natuurlijk de persoonlijke voorkeur van de ruiter. Hieronder worden diverse manieren van vlechten beschreven.

Benodigdheden

Er zijn verschillende spullen die je kunt gebruiken tijdens het vlechten.

Naald en pektouw
Dit wordt gebruikt om de knotjes steviger te laten zitten. Dit heb je alleen nodig bij het vlechten met naald en draad.
Elastiekjes
Hiermee maak je de vlechten en mogelijk ook de knotjes vast.
(Manen)borstel
Deze wordt gebruikt om de manen en eventueel staart te ontklitten.
Manenkam
Deze wordt ook gebruikt om de manen en eventueel staart te ontklitten. Je moet niet alles met de manenkam doen! Dan vallen er te veel haren uit. Tevens wordt de manenkam gebruikt om scheidingen te maken tussen de knotjes.
Wasknijper
De wasknijper wordt gebruikt voor het vastzetten van manen die op dat moment niet nodig zijn.
Emmer water met spons
Voor het vlechten kunnen de manen en staart vochtig gemaakt worden.
Gel of haarlak
Om pieken te voorkomen, kun je voor het vlechten wat gel of haarlak in de manen doen.
Krukje
Als het paard groot is, kun je een krukje gebruiken om makkelijker bij de manen te komen.

Knotjes

Het maakt niet uit aan welke kant je de vlechtjes maakt. Begin wel altijd bovenaan. Je kunt onderaan namelijk makkelijk smokkelen. Het is een oud gebruik om een oneven aantal vlechtjes te maken, maar daar is dus geen speciale reden voor. Het aantal vlechten heeft te maken met de halslengte. Bij 10/12 grote knotten zal de hals korter lijken dan bij 25 knotjes. Een paard met een hele dikke hals ziet er mooier uit als je kleinere vlechtjes maakt op het dikste gedeelte. Bij een dikke hals kunnen de vlechtjes het beste tegen de hals liggen. Bij een dunne hals kunnen de vlechten beter bovenop de hals liggen.

Vroeger werd er heel veel gebruik gemaakt van pektouw. Toen de elastiekjes op de markt kwamen, gebruikte men liever elastiekjes. Het voordeel van pektouw is dat het beter blijft zitten. Nadeel is dat het meer werk is en bij het uithalen beschadig je vaak het haar. Als een paard schuurt, is het moeilijker te herstellen. Vlechten met tape wordt niet veel meer gedaan. Het accentueert namelijk iedere oneffenheid en is een hoop extra werk.

Of je de maantop wilt invlechten, ligt ook aan het hoofd van het paard.

Maak op je kammetje(door een elastiekje) een passende breedte. Vuistregel is ongeveer een half kammetje. Bij dunne manen wat breder en bij dikke manen wat smaller.

Tip: Maak een elastiekje vast op het kammetje. Zo weet je zeker dat de knotjes even dik zijn.


Vlechten met naald en draad

De vlechten die het meest gebruikt worden, zijn de zogeheten roosjes.

  1. Allereerst maak je de manen vochtig (met b.v. een spons of een plantenspraybus gevuld met water).
  2. Daarna gewoon een vlecht maken (voor de breedte, zie onderaan).
  3. Vervolgens het uiteinde dubbel klappen en een elastiekje erom.
  4. Naald en pektouw (te koop in de ruitersportzaak) pakken. Dit kan een gewone naald zijn zoals die gebruikt wordt met het naaien van kleding, maar er zijn ook speciale naalden verkrijgbaar in de ruitersportzaak.
  5. In het uiteinde een knoop maken.
  6. Met de naald door het uiteinde van de knot.
  7. Draad erdoor halen.
  8. Naald door de manen halen, zo dicht mogelijk bij de manenkam. Goed in het midden, anders gaat je knot scheef. De naald komt er aan de andere kant weer uit.
  9. De draad aantrekken. Nu gaat de knot vanzelf dubbel.
  10. Dan de knot zo maken, zoals je wilt dat die eruit komt te zien. Dus nog een (paar) keer dubbel klappen, bij korte manen is dat niet altijd nodig.
  11. Terwijl je de knot vasthoudt met je ene hand, haal je met je andere hand de naald via de achterkant (daar zit je naald nog) door de knot heen haar voren. Proberen zo laag mogelijk te blijven.
  12. Dan haal je de draad weer van de voorkant terug naar de achterkant. Weer proberen zo laag mogelijk te blijven.
  13. Dit kan je zo een keer of 2 - 3 doen. Dan zit je knot zo vast als een huis.

Tips

  • Aan de achterkant blijft een stuk draad over. Die knip je gewoon zo dicht mogelijk bij de knot af (zo zie je de draad niet zitten).
  • Je hoeft het pektouw niet met een knoop vast te zetten, het is namelijk een beetje vettig en daardoor glijdt het ook niet uit de manen. En omdat je een paar keer op en neer gaat in die knot, laat de knot nooit los.
  • Je kunt voor de breedte van een vlechtje iets meer dan een manenkammetje kiezen, je komt dan meestal op 8 knotten uit, + de voorknot. De laatste twee knotten zijn vaak iets breder omdat daar de manen wat dunner zijn.
  • Bij lange manen doe je het vlechtje twee keer dubbel, zodat de draad dus door 4 lagen heen gaat.
  • Zorg voor het vlechten dat de manen op goede lengte getrokken zijn. Als je dikke knotten wil maken, moeten de manen minstens een handbreedte lang zijn.

Vlechten met elastiek

  1. Maak de manen een beetje vochtig en pak een flinke pluk manen. De breedte heb je al op je kammetje gemerkt. Zet het kammetje op de manenkam en trek een rechte scheiding. De andere manen zet je even vast met de wasknijper.
  2. Nu maak je drie gelijke plukjes en vlecht je zo strak mogelijk. Let erop dat je de eerste slagen van elk vlechtje niet strak aantrekt, omdat ze anders gaan trekken aan de huid. Je mag best een staartje overhouden. De piekjes kun je dubbelvouwen met het elastiekje.
  3. Nu vouw je het vlechtje dubbel en maak je het vast met hetzelfde elastiekje. (je kunt eventueel ook een ander elastiekje pakken) Doe dit zo hoog mogelijk tegen de manenkam aan.
  4. Vouw dit vlechtje nog eens dubbel en zet het zo hoog en zo strak mogelijk vast met een tweede elastiekje op de manenkam.

Zorg dat alle knotjes op dezelfde hoogte tegen de manenkam aanzitten.

Er zijn heel veel verschillende manieren om de vlechtjes op te rollen. En je moet gewoon kijken wat het mooiste is en wat je zelf het prettigste vind om te doen. Het voordeel van twee elastiekjes is dat je eventuele schade aan de vlechtjes vlugger kunt oplossen.

Aan het einde van de hals moet je even kijken wat het beste uitkomt. Een meer? Een minder? Drie dunne vlechtjes?

Knip nooit de losse plukjes af. Dit is niet mooi als je weer uitvlecht. Zorg dat je het plukje altijd naar links maakt. Zo kun je het plukje bij de volgende vlechtje/knotje meenemen.

Tip: Maak de elastiekjes steeds met dezelfde hand vast. Als je steeds van hand wisselt dan zijn de vlechtjes/knotjes nooit helemaal gelijk.

Andere manieren van vlechten

Er bestaan nog heel veel andere manier om een paard in te vlechten, zo kennen we de hengstenvlecht, waarbij de vlecht op de manenkam ligt, en de merrievlecht die naast de manenkam hangt.

Vlecht op manenkam

  1. Zorg dat je goed boven je paard/pony staat. Je begint met de manen te splitsen zodat er aan iedere kant evenveel hangt.
  2. Dan begin je bovenaan met 3 plukken. Steeds als je aan de zijkant komt pak je een nieuwe pluk erbij en zo vlecht je door totdat je bij de schoft uitkomt.
  3. Vanaf het punt dat je er geen manen meer bij kunt pakken maak je er een gewone vlecht van.


Hengstenvlecht

  1. Manen niet glad maken met Equistar o.i.d.
  2. Kam de manen naar de tegenovergestelde kant als ze normaal vallen.
  3. Begin achter de oren met een drie plukjes en begin te vlechten. De eerste drie slagen zoals een gewone vlecht. Na de drie slagen pak je een plukje manen erbij. Je pakt het plukje manen aan de kant waar de manen vallen. Dus vallen de manen naar rechts, pak je links een plukje.
  4. Als je de vlecht onderdoor vlecht dan komt de vlecht mooi op de manenkam te liggen. Tip: Als je een touwtje mee vlecht dan zakt de vlecht niet uit. Je kunt zelfs met drie touwtjes vlechten. Met iedere pluk 1 touwtje.
  5. Zorg dat je bij elke slag (van de vlecht) even goed aantrekt. Op deze manier blijft hij lekker strak boven op de hals liggen.

Merrievlecht

Een merrievlecht is als je hem naast de manenkam hebt hangen. Ipv steeds 1 pluk van beide kanten te pakken, pak je er maar steeds 1 plukje bij en vlecht je niet van boven af, maar gewoon langs de zijkant. De merrievlecht hangt dus ook aan de zijkant van de manenkam. Nog steeds zo strak mogelijk uiteraard, maar het is normaal dat deze een beetje meer gaat hangen.

Knotjes bij lange manen

  1. Verdeel de manen in gelijke plukjes. Dan vlecht je ongeveer 10 cm in een gewone vlecht.
  2. Rol het bovenste gedeelte op en laat de rest los naar beneden hangen.

Vlechtjes

Paarden die lange manen hebben kun je ook heel simpel vlechten. Door allemaal korte vlechten te maken. Bijvoorbeeld tot halverwege. De vlechten moeten wel van gelijke dikte zijn en de elastiekjes moeten op gelijke hoogte hangen.


Matje

Bij het matje hoef je niet te kunnen vlechten. Je maakt namelijk allemaal kleine staartjes. Je maakt de eerste rij tegen de manenkam. Zorg dat er overal evenveel afstand tussen zit en dat de elastiekjes op gelijke hoogte zitten. Ook moeten de plukjes dezelfde dikte hebben. Als je heel netjes werkt zijn gekleurde elastiekjes erg mooi. Als je nog niet zo goed bent dan kun je beter een kleur elastiekjes gebruiken in de kleur van de manen zodat je foutjes minder opvallen.

  1. Verdeel de manen in gelijke plukjes en doe er elastiekjes om
  2. Bij de tweede rij pak je het de helft van het eerste plukje en de helft van het tweede plukje. Daar doe je een elastiekje in. Zorg weer dat de dikte van het plukje gelijk blijft en dat de elastiekjes op dezelfde hoogte zitten.
  3. Zo ga je net zolang door totdat de manen 'op' zijn.

Tot halverwege een matje kan ook heel mooi zijn en natuurlijk zijn hier nog veel meer dingen mee te doen. Je kunt na twee rijen bijvoorbeeld vlechtjes gaan maken

Zorg bij een matje wel dat de elastiekjes allemaal op dezelfde hoogte zitten.

Staartvlecht

Staart vlechten

Staartzak

De staart vlechten kan op twee manieren. Je kan de staart helemaal vlechten maar je kan ook de staart tot halverwege de staartwortel vlechten en dan een klein vlechtje maken. De staart word meestal helemaal gevlochten bij een westernpaard. Wanneer je tot aan het puntje vlecht, is het verstandig om een staartzak te gebruiken. Dit omdat het puntje van de vlecht nogal scherp aan kan komen op het paard wanneer hij vliegen wegzwiept. De staartzak doe je om de staart heen en maak je vast in één van de lussen van de vlecht. Ook blijft de staart mooi schoon wanneer je een zak gebruikt.

opgeknoopte staart

Aangezien de staart soms ook in de weg kan zitten tijdens de training of de wedstrijd is het ook gebruikelijk om de vlecht vervolgens op te knopen. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan bij working equitation en mennen.


Bronnen, referenties en/of voetnoten

Bij dit artikel zijn nog geen bronnen vermeld of is de bronvermelding niet op de juiste manier gebeurd. Als je dit wilt verbeteren kun je op bewerk klikken.