Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Mensport

Uit Bokt

De discipline mennen bestaat uit drie onderdelen: dressuur, vaardigheid en samengesteld mennen, ook bekend als de samengestelde menwedstrijd (SGMW). Er kan worden gereden met een enkelspan, tweespan, tandem of vierspan, zowel met pony's als met paarden. Er bestaat ook een wedstrijdvorm waarbij alleen de dressuur en vaardigheid wordt getoetst: 2 onderdelenwedstrijd

Geschiedenis van de samengestelde mensport.

Toen de paardentracties (dat wil zeggen voertuigen getrokken door paarden) werden vervangen door mechanisch vervoer, werden tegelijkertijd ook de routes die de postkoetsen reden opgeheven. Waarop een groep enthousiaste Engelse rijders besloot om de oude traditie voort te zetten, gezamenlijk gingen zij met hun vierspannen verschillende oude routes rijden, uit puur enthousiasme. Deze diensten verliepen als volgt: Het vertrek van de oude postkoetsen was vanaf het postkantoor in Londen. De paarden, de tuigen en de koetsen werden uitvoerig geïnspecteerd voor de start, want er mocht onderweg niets kunnen gebeuren wat het postkoetsschema in de war kon sturen. Er ging ook een aangewezen persoon mee om de tijd te controleren. Omdat er volgens een bepaald tijdsschema moest worden gereden, dit op verschillende soorten ondergrond. Het is logisch dat het op heuvelachtig terrein langzamer ging dan over een mooie vlakke weg, waar dus een rustig tempo kon worden aangehouden. Ook waren er onderweg natuurlijke wegversperringen. Een van de ernstige situaties waarin de postkoetsen konden terecht komen was bijvoorbeeld een ingestorte brug, of omvergewaaide boom over de weg ook gaten in de weg zorgden voor vertragingen. Deze obstakels (hindernissen) moesten worden overwonnen om de route verder te kunnen afleggen. Door deze versperringen raakten de postkoetsen achter op hun tijdsschema, de koetsiers moesten hun aanspanningen vervolgens in galop aanzetten om dit weer in te halen. Dit is de reden dat vierspanrijden als discipline bij de paardensport erkenning kreeg.


Door de geschiedenis van postkoetsrijden zijn zeer herkenbare wedstrijdonderdelen voortgekomen. In december 1968 heeft de Féderation Equestre Internationale (FEI) de opdracht gegeven aan Sir Ansell, een Engelse kolonel, om een reglement op te stellen waarin duidelijk de disciplines van het vierspanrijden als wedstrijdreglement werden opgesteld. Deze reglementen zijn zo opgesteld, dat er niet alleen wedstrijdbepalingen voor vierspannen zijn, maar ook voor de tweespannen, tandems en enkelspannen gelden; zowel voor paarden als voor pony’s. Inmiddels is het wedstrijdrijden als sport van wereldklasse uitgegroeid. De samengestelde menwedstrijden kregen reglementair verschillende onderdelen en bestaan uit een drietal proeven. Naast de wedstrijden die buiten gereden worden, worden er tegenwoordig ook steeds meer indoorwedstrijden gehouden.

Leeftijden deelnemers.

Klasse 1,2,3

  • Paarden: enkelspan 12 jaar
  • Paarden: tweespan 16 jaar
  • Paarden: vierspan en tandem 18 jaar
  • Pony’s: enkelspan 10 jaar
  • Pony’s: tweespan 14 jaar
  • Pony’s: vierspan en tandem 14jaar

Klasse 4

  • Paarden: enkelspan 16 jaar
  • Paarden: twee-, vierspan en tandem 18 jaar
  • Pony’s: enkelspan 14 jaar
  • Pony’s: tweespan 16 jaar
  • Pony’s: vierspan en tandem 18 jaar

Leeftijd grooms

  • Grooms van deelnemers die jonger zijn dan 18 jaar moet 18 jaar of ouder zijn.
  • Dressuur vaardigheid, klasse 1,2,3/ 12 jaar
  • Marathon 14 jaar
  • Dressuur, vaardigheid en marathon klasse 4/ 14 jaar

Leeftijd\hoogte paarden.

  • Vanaf 2011 is de minimum leeftijd voor paarden/pony's 5jaar
  • In klasse 1,2,3 is de minimum schofthoogte 1m10
  • In klasse 4 is de minimum schofthoogte voor enkelspan/tandem 1m20, twee- en vierspan 1m08

Jeugdrubrieken.

Een wedstrijdgevende organisatie kan jeugdrubrieken uitschrijven. Een wedstrijdgevende organisatie, die jeugdrubrieken uitschrijft, mag de drie onderdelen afzonderlijk of in verschillende combinaties laten verrijden. Leeftijden van de deelnemers: minimum leeftijd deelnemer minimum leeftijd groom(s)

  • Enkelspan pony 8 jaar
  • Tweespan pony’s 10 jaar
  • Enkelspan paard 10 jaar
  • Tweespan paarden 12 jaar

De leeftijd wordt gemeten in het jaar, dat men deze leeftijd bereikt.

Bij deze rubrieken moet de groom 18 jaar zijn

Dressuur (proef A)

Groeten in de dressuurproef

Bij een dressuurproef is het de bedoeling dat de menner laat zien dat zijn paard ontspannen en gewillig doet wat de menner vraagt. Dit doet hij door voorgeschreven oefeningen uit te voeren. Deze oefeningen zijn het zo goed en vloeiend mogelijk rijden van figuren, zoals een wending en een volte, en het maken van vloeiende overgangen tussen de verschillende gangen.

De proef wordt gereden in een rechthoekige dressuurring van minimaal 40 x 80 meter. Op diverse punten staan bakletters. De oefeningen moeten meestal bij een letter worden gedaan (met uitzondering van klasse 1 waar het allemaal wat minder exact mag). De proef wordt beoordeeld door twee of drie juryleden. Deze beoordelen de oefeningen met cijfers van 1 tot 10. Het aantal behaalde punten wordt afgetrokken van het aantal punten dat maximaal kan worden behaald. De niet-behaalde punten zijn strafpunten.

Marathon (proef B)

Enkelspan in de waterhindernis

De marathon bestaat uit twee of drie trajecten over de weg en door het terrein, waarvan A en B trajecten binnen een bepaalde tijd moeten worden afgelegd. Het meest spectaculair is het laatste traject, waarin zes (vaak basiswedstrijden), zeven of acht hindernissen (nationaal en internationaal) zijn opgenomen. Deze hindernissen moeten zo snel mogelijk worden genomen. Daarbij komt het vooral aan op snelheid en wendbaarheid van het paard en de stuurmanskunst van de menner. De helper van de menner, de groom, staat achterop het rijtuig en houdt het in evenwicht door zijn gewicht te verplaatsen. Tevens helpt hij de menner met het onthouden van de route in de hindernis. De hindernissen hebben natuurlijke en kunstmatige obstakels zoals bomen, heuvels, waterplassen en palen. En net als in de vaardigheid moet men bij de hindernisvlaggen van de hindernispoorten de rode kleur rechts houden en wit links.

Voor de tijdsoverschrijding in de trajecten krijgt de menner strafpunten (0,2 per seconde). Indien men te snel is krijgt men ook strafpunten (0,2 per seconde) alsmede voor elke seconde dat de aanspanning in een hindernis is (0,25 per seconde). Bovendien worden de paarden veterinair gecontroleerd om te kijken of ze voldoende in conditie zijn.

Tevens is het verplicht om tijdens alle trajecten een goedgekeurde helm en bodyprotector/backprotector te dragen

Vaardigheid (proef C)

Enkelspan tijdens het kegeltjesparcours

De vaardigheidsproef is een test voor de gehoorzaamheid van het paard en de stuurmanskunst van de menner. Met plastic kegels worden genummerde poorten uitgezet. De menner moet zijn aanspanning in de goede volgorde door de poorten sturen. Op de kegels liggen ballen. Voor elke bal die van een kegel wordt gereden krijgt de menner 3 strafpunten. Men moet de rode kegel rechts en de witte links houden. Het totale parcours moet binnen een bepaalde tijd worden afgelegd. Voor overschrijding van deze tijd krijgt de menner ook strafpunten: 0,5 per seconde.


Afstanden tussen de kegels

  • klasse 1 wagenbreedte + 25cm
  • Klasse 2 wagenbreedte + 20cm
  • Klasse 3 wagenbreedte + 20cm / langspan +30cm
  • Klasse 4 wagenbreedte + 20cm / langspan +30cm

Tevens mag een parcoursbouwer ervoor kiezen om een korter alternatief aan te bieden waarbij de afstand tussen de kegels 5 cm smaller mag zijn

Eindklassement

De menner die aan na alle onderdelen het minste aantal strafpunten heeft, is winnaar van de wedstrijd. Wedstrijden worden verreden in de klasse 1 (beginners), 2, 3 en 4. Afhankelijk van het aantal strafpunten kan een menner tot 3 winst- of verliespunten krijgen. Met voldoende winstpunten kan de menner promoveren, met teveel verliespunten (10) degradeert men. Menners in de hoogste nationale klasse (klasse 4) mogen internationale wedstrijden rijden en kunnen geselecteerd worden voor het nationale team voor Europese en Wereldkampioenschappen.

De hierboven beschreven regels zijn van toepassing op de officiële wedstrijden zoals die worden georganiseerd door de KNHS. Er worden ook oefen-marathons (vallend onder het 0 reglement) georganiseerd, waarbij soms alleen een hindernistraject wordt gereden (en een vaardigheidsparcours als hindernis wordt gezien). Ook worden er in de winter indoor-wedstrijden georganiseerd. Indoormarathons zijn vaak een combinatie van een vaardigheidsproef en enkele hindernissen.

Rubrieken binnen de SWM

Er worden op twee gronden rubrieken gemaakt. De eerste is "paarden" en "pony's". Wanneer de schofthoogte minder dan 1,49 meter (inclusief hoefijzers) is spreekt men van pony's, vanaf 1,49 meter van paarden. De tweede grond is het aantal paarden/pony's en de manier van aanspannen. Er zijn rubrieken voor enkelspan, tweespan, tandem en vierspan. Bij enkelspan is het dragen van de broek bij het paard verplicht

Eisen aan de wagens

De wagen moet aan de voorkant onderdoor kunnen draaien.


Spoorbreedtes en gewichten wagens klasse 4 tijdens de vaardigheid:

  • 4span paard 1,58 meter
  • 2span paard 1,48 meter
  • Alle overige rubrieken 1,38 meter



Spoorbreedtes en gewichten wagens tijdens de marathon: Klasse 1 en 2 vrij van gewicht klasse 1, 2 en 3 moeten alle rubrieken tijdens de dressuur en vaardigheid een spoorbreedte van min 1m25 hebben

klasse 3 en 4 gewichten:

  • Paarden
    • vierspan pa 600 kilogram
    • tweespan/pa 350 kilogram
    • tandem/enkelspan 150 kilogram
  • Pony's
    • vierspan 300 kilogram
    • tweespan 175 kilogram (FEI 225 kilogram)
    • tandem/enkelspan 90 kilogram

Strafpunten berekening bij SWM

Proef A (dressuur)

Hierbij heb je 25 puntenproeven.

Aangezien vroeger het een 160 punten proef was gaat men met het aantal strafpunten daar van uit. Dat betekend dat er bij de berekening van strafpunten een factor 0,64 zit (160:250) In procenten gerekend 50% is 80 strafpunten. 60% is 64 strafpunten.

Dit als basis voor de rest van de wedstrijd.

Proef B (marathon)

In de trajecten kun je tegen strafpunten oplopen.

  • Te vroeg binnenkomen(voor de minimale tijd) is 0,2 strafpunt per seconde.
  • Te laat binnen komen (na de toegestane tijd) is 0,2 strafpunt per seconde
  • Binnenkomen na de maximale tijd is uitsluiting.

Tevens tellen mee het aantal seconden dat je in de hindernis verblijft, 0,25 strafpunt per seconde in de hindernis. Kom je dus per minuut op 15 strafpunten. De maximale tijd dat je in een hindernis mag zijn is 5 minuten,dit wordt kenbaar gemaakt door een fluitsignaal 3x kort fluiten, ook daarna volgt uitsluiting.

Proef C (vaardigheid)

Hiervoor staat ook een maximale tijd (vanaf 1 april 2010 is er per spansoort een tijdstabel) overschrijding van deze tijd kost 0,5 strafpunt per seconde. Ook kost iedere afgeworpen kegel je drie strafpunten.

Uitslagverwerking

De uitslagen worden door de rekenkamer digitaal afgeleverd bij de knhs waarmee sinds begin wedstrijdseizoen 2013 een koppeling is gemaakt voor de winstpuntberekening. Hoofdjury moet de uitslagen tekenen en na de officiele uitslag heeft men nog een half uur om protest aan te tekenen.

Winstpuntenregeling:

Voor klasse 1,2,3 bij zes hindernissen en voor klasse 4 bij zeven hindernissen (heeft klasse 4 meer of minder hindernissen wordt er een gemiddelde genomen van de hindernissen en dit erbij opgeteld of afgetrokken)

Klasse 1,2, en 3

Enkel- en tweespannen pony en enkelspan paard

  • 3 winstpunten 0-135,99 strafpunten
  • 2 winstpunten 136-145,99
  • 1 winstpunt 146-165,99 strafpunten

Tweespan paard

  • 3 winstpunten 0-150,99 strafpunten
  • 2 winstpunten 151-160,99
  • 1 winstpunt 161-180,99 strafpunten

Vierspan pony en tandem pony

  • 3 winstpunten 0-160,99 strafpunt
  • 2 winstpunten 161-170,99 strafpunten
  • 1 winstpunt 171-190,99 strafpunten

Vierspan paard en tandem paard

  • 3 winstpunten 0-195,99 strafpunten
  • 2 winstpunten 196-205,99 strafpunten
  • 1 winstpunt 206-225,99 strafpunten

Enkel- en tweespannen pony en enkelspan paard

  • 1 verliespunt 206-225,99 strafpunten
  • 2 verliespunten 226-245,99 strafpunten
  • 3 verliespunten 245 of meer strafpunten

Tweespan paard

  • 1 verliespunt 221-240,99 strafpunten
  • 2 verliespunten 241-260,99 strafpunten
  • 3 verliespunten 261 of meer strafpunten

Vierspan pony en tandem pony

  • 1 verliespunt 231-250,99 stafpunten
  • 2 verliespunten 251-270,99 strafpunten
  • 3 verliespunten 271 of meer strafpunten

Vierspan paard en tandem paard

  • 1 verliespunt 276-285,99 strafpunten
  • 2 verliespunten 286-305,99 strafpunten
  • 3 verliespunten 306 of meer strafpunten

Klasse 4 Enkel- en tweespannen pony en enkelspan paard

  • 3 winstpunten 0-120,99 strafpunten
  • 2 winstpunten 121-130,99
  • 1 winstpunt 131-154,99 strafpunten

Tweespan paard

  • 3 winstpunten 0-140,99 strafpunten
  • 2 winstpunten 141-150,99
  • 1 winstpunt 151-170,99 strafpunten

Vierspan pony en tandem pony

  • 3 winstpunten 0-145,99 strafpunt
  • 2 winstpunten 146-550,99 strafpunten
  • 1 winstpunt 156-180,99 strafpunten

Vierspan paard en tandem paard

  • 3 winstpunten 0-170,99 strafpunten
  • 2 winstpunten 171-180,99 strafpunten
  • 1 winstpunt 181-215,99 strafpunten

Enkel- en tweespannen pony en enkelspan paard

  • 1 verliespunt 191-210,99 strafpunten
  • 2 verliespunten 211-23,99 strafpunten
  • 3 verliespunten 231 of meer strafpunten

Tweespan paard

  • 1 verliespunt 211-230,99 strafpunten
  • 2 verliespunten 231-250,99 strafpunten
  • 3 verliespunten 251 of meer strafpunten

Vierspan pony en tandem pony

  • 1 verliespunt 216-235,99 stafpunten
  • 2 verliespunten 236-255,99 strafpunten
  • 3 verliespunten 256 of meer strafpunten

Vierspan paard en tandem paard

  • 1 verliespunt 241-260,99 strafpunten
  • 2 verliespunten 261-280,99 strafpunten
  • 3 verliespunten 281 of meer strafpunten

Bekende menners


Bronnen, referenties en/of voetnoten