Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Weidebeheer

Uit Bokt
Weide met paarden

Weidebeheer is van belang om het weiland in goede conditie te houden, zodat er voldoende gras blijft staan en kale plekken en onkruid tot een minimum beperkt blijven.

Nieuw weiland

Een nieuwe weide wordt meestal door een loonwerker aangelegd. Het bestaande (wei)land of het onkruid wordt doodgespoten met een algemeen werkend middel, en ongeveer 14 dagen later wordt het land bemest (met natuurlijke mest of kunstmest), geploegd, geëgd of gefreesd en ingezaaid. Meestal wordt voor paardenweides grasmengsel BG4, BG5 of BG11 gebruikt. Inzaaien van weiland kan het beste in april of in september gebeuren. Dan is de grond al of nog warm genoeg voor een snelle kieming, en valt er genoeg regen. Op natte gronden kan het noodzakelijk zijn drainage aan te brengen.

Bij zaaien in het voorjaar kan het verstandig zijn om na 4 tot 6 weken opnieuw te bemesten. Eerst een keer hooien is ook beter om een goede beworteling te krijgen, evenals beweiden met schapen. Met hun kleine hoefjes trappen zij de grond mooi aan. Nadat de eerste snee van het gras eraf gehaald is, kan de weide voor paarden in gebruik worden genomen.

Bestaand weiland

Een weidesleep

Jaarlijks moet bestaand weiland bemest worden, vooral op arme grond, maar óók op rijke grond. Gebruikelijk wordt kunstmest (KAS of NPK mengsel) gegeven als de temperatuursom tussen de 180 en 280 graden ligt. Dit is ruwweg vanaf eind februari tot begin april. Vanaf 1 februari tot 1 september (uitspoelingsgevoelige grond) of half september mag bovendien ook natuurlijke mest worden uitgereden (ruige of vaste mest) of geïnjecteerd (vloeibare mest). Er is geen toxicologische noodzaak de paarden uit het land te houden na bemesten met natuurlijke of kunstmest. Wel is het logisch je paarden een paar weken uit de wei te houden om het gras de gelegenheid te geven aan te groeien.

De mesthopen van de paarden moeten juist verwijderd worden of regelmatig verspreid worden dmw slepen, om het ontstaan van ruige grasplekken af te remmen. Helemaal voorkomen doe je die ruige grasplekken daarmee nooit en af en toe de plekken maaien (bloten) is noodzakelijk. Bij goed ontwormen kan het geen kwaad de eigen paardenmest wanneer die verteerd is weer te verspreiden over het land. Tot nu toe valt paardenmest buiten de mestwetgeving.

Daarnaast kan je ook nog kalk strooien, om te voorkomen dat de grond te zuur wordt. Uit te zure grond kan het gras geen voedingstoffen opnemen. En paardenmest werkt sterk verzurend. Dit kalk strooien wordt vaak in het najaar gedaan.

Tenslotte moet het onkruid regelmatig worden bestreden. Dit kan handmatig, of met bestrijdingsmiddelen. De meest gebruikte middelen zijn MCPP en MCPA (kunnen gemengd worden toegepast), die tegen brandnetels, boterbloemen, paardenbloemen, distels en dergelijke werken, Starane (duur, maar uitstekend middel tegen Jakobskruiskruid) en Round Up (doodt alles, inclusief grassen). Het gebruik van een rugspuit is verboden indien je niet in het bezit bent van een spuitdiploma.

Na 5 tot 7 jaar is het weiland aan vernieuwing toe. Het moet dan zoals boven omschreven bewerkt en opnieuw ingezaaid worden. Regelmatig (iedere 3 - 4 jaar) volvelds onkruid bestrijden en doorzaaien kan het moment van helemaal opnieuw inzaaien een paar jaar uitstellen.

Aantal paarden

Hoeveel paarden er op het weiland kunnen lopen hangt af van de afmetingen van het land, de bodem en hoe lang de paarden per dag op het land staan. Als je paarden dag en nacht buiten wil laten heb je 5000 m2 nodig per paard met een minimum van 1 hectare. Voor paarden die in elk geval in de winter 's nachts naar binnen gaan is 2500 m2 per paard voldoende. Voor een merrie met veulen geldt 3000 m2 in de zomer als de dieren hele dagen buiten blijven. Als je deze regels aanhoudt hebben de paarden het hele jaar door ongeveer genoeg te eten. Natuurlijk zijn dit maar richtlijnen, er zijn veel factoren van belang voor de hoeveelheid gras op een weiland.

Bronnen, referentie en/of voetnoten