Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Hals

Uit Bokt
Sportpaard met goede hals

De hals is een belangrijk lichaamsdeel voor een paard. Een dressuurpaard gebruikt de hals om zich groot te maken en te klimmen in de voorhand, een springpaard gebruikt de hals bij het balanceren.

De hals wordt gevormd door zeven nekwervels die via de atlas met de schedel verbonden zijn. Ter hoogte van de schouder gaan de nekwervels over in de borstwervels.

Beoordeling van de hals dient te gebeuren aan de hand of in vrijheid, in volledige ontspanning. Dit is belangrijk omdat een paard alleen in deze omstandigheden zijn hals in natuurlijke houding toont. Tijdens het rijden is het moeilijk om een goed oordeel over een hals te geven.

De hals kan in vele vormen voorkomen en de meeste voorkomende halsvormen en afwijkingen staan hieronder.

Halslengte

De lengte van de hals wordt bepaald vanaf het begin van de schoft tot aan de atlas. Omdat het erg moeilijk is om aan te geven waar de nek eindigt en de hals begint, wordt op keuringen de nek in de halsbeoordeling meegenomen. De nek omvat de eerste halswervel (atlas) en de verbinding van deze wervel met de schedel.

Lange hals

Een hals wordt als lang beschouwd wanneer deze in verhouding tot het lichaam langer is dan verwacht zou worden bij de lichaamsbouw.

Korte hals

Korte hals

Een hals wordt als kort beschouwd wanneer deze in verhouding tot het lichaam korter is dan verwacht zou worden bij de lichaamsbouw.

Halsrichting

Verticale halsrichting

Een verticale halsrichting houdt in dat de hals meer naar boven dan naar voren gebouwd is. Tuigpaarden en Friezen hebben van nature een verticale halsrichting.

Horizontale halsrichting

Een horizontale halsrichting houdt in dat de hals naar voren gebouwd is en weinig naar boven gebouwd is. Volbloeden vertonen vaker een horizontale halsrichting.

Deze halsrichting is minder gewenst dan de verticale halsrichting omdat een horizontale halsrichting niet uitnodigt tot het groot worden in de voorhand en zelfs uitnodigt tot lang worden en op de voorhand lopen. Springpaarden met een horizontale halsrichting neigen sneller naar vlak springen.

Diep uit de borst

Wanneer men zegt dat de hals diep uit de borst komt, bedoelt men daarmee dat de halsaanzet lager op de boeg begint dan bij een gemiddelde halsaanzet. Hierdoor lijkt het alsof de hals lager begint.

Bespiering

Bij het beoordelen van de halsbespiering wordt vooral gekeken naar de bovenlijn. Deze bovenhalsspieren (Riemspier en halsgedeelte van de Monnikskapspier) moeten licht welven om front te kunnen maken.

Arm bespierd

Arm bespierde hals

Wanneer een hals arm bespierd is, wordt bedoeld dat de bovenhalsspieren matig tot weinig ontwikkeld zijn. Bij een arme halsbespiering wordt vaak een deukje in de hals gezien vlak voor de schoft. De lijn van de hals is recht tot hol.

Zwaar bespierd

Wanneer een hals zwaar bespierd is, wordt bedoeld dat de bovenhalsspieren sterk tot extreem ontwikkeld zijn. Bij een zwaar bespierde hals is de bovenlijn duidelijk gewelfd.

Onderhals

Een onderhals wordt vaak gezien bij paarden die een arme tot matige halsbespiering hebben. Bij een onderhals is de onderste halsspier, de borstbeenonderkaakspier, te zwaar ontwikkeld.

Hoofd-halsverbinding

Met de hoofd-halsverbinding wordt de overgang van hoofd naar hals bedoeld.

De hoofd-halsverbinding is erg belangrijk, hier wordt namelijk de flexibiliteit van de nek bepaald. Om aan de teugel te kunnen lopen, moet een paard in de nek kunnen afbuigen. Wanneer er geen fysieke belemmering aanwezig is, zal het mogelijk zijn dit paard aan de teugel te rijden.

Daarnaast is ook de plaatsing van het hoofd aan de hals belangrijk. Bij een laag aangezet hoofd is de Atlas het hoogste punt. Hierdoor wordt de nek automatisch ronder en ontstaat er verhoudingsgewijs meer flexibiliteit. Dit zorgt ervoor dat paarden met zulke hoofd-halsverbinding makkelijker achter de teugel lopen. Dit komt vaak voor bij Arabieren.

Bij Volbloeden daarentegen is de verbinding tussen atlas en schedel vaak het hoogste punt. Deze paarden neigen daardoor makkelijk naar het lang worden en naar voren brengen van het hoofd.

Beide besproken kenmerken zijn binnen de Arabische en Volbloed-populaties gewenste kenmerken maar binnen de Warmbloed-populatie zijn deze kenmerken minder gewenst.

De halsuitsnijding is de 3e factor die meespeelt bij de beoordeling van de hoofd-halsverbinding. De halsuitsnijding is de overgang van hals naar onderkaak, aan de onder/zijkant van het hoofd. Deze overgang is in het ideale geval open, dit wil zeggen dat de er achter de kaken een kleine ruimte overblijft voor de speekselklieren.

Lichte hoofd-halsverbinding

Bij een lichte hoofd-halsverbinding is er een duidelijke ruimte van ongeveer 2 vingers achter de kaakronding. Deze ruimte zorgt ervoor dat de speekselklieren ruimte hebben en dat het hoofd makkelijk kan afbuigen vanuit de nek.

Zware hoofd-halsverbinding

Een zware hoofd-halsverbinding

Bij een zware hoofd-halsverbinding is er weinig tot geen ruimte achter de kaakronding. De bespiering van de hals drukt tegen de kaakronding. Hierdoor is er te weinig ruimte voor de speekselklieren tijdens het afbuigen en zal het paard niet fijn nageven.

Paarden met een zware hoofd-halsverbinding kunnen wel aan de teugel lopen maar zullen met de hals meer voorwaarts en minder vertikaal gereden moeten worden om de speekselklieren ruimte te geven.

Foto's

Bronnen, referenties en/of voetnoten


Bij dit artikel zijn nog geen bronnen vermeld of is de bronvermelding niet op de juiste manier gebeurd. Als je dit wilt verbeteren kun je op bewerk klikken.



Bij dit artikel ontbreken afbeeldingen.

We zijn specifiek op zoek naar: Illustraties bij de verschillende kenmerken van de hals

Als je dit artikel aan wilt vullen kun je op bewerk klikken om je kennis aan dit artikel toe te voegen.