Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Groninger

Uit Bokt
Groninger
TristanB.jpg
OrbaldoII.jpg
Stokmaat: 1,50 - 1,75 meter
Kleur: Voornamelijk (donker)bruin en zwart
Land van herkomst: Nederland
Link naar stamboek: http://www.hetgroningerpaard.nl en www.ihwstudbook.com

Het Groninger paard vindt zijn oorsprong bij het inlandse noordelijke paard zoals dat door de eeuwen heen in de gebieden langs de kust van de Noordzee is gefokt in ons land, Duitsland en Denemarken. Groninger paarden werden ingezet in de landbouw maar ook in de transport.

Geschiedenis

Vanaf 1880 wordt het Groninger Paard in stamboek verband gefokt met als resultaat het Het GrPS (Groningsch Paarden Stamboek) dat is opgericht op 1 december 1896.

Vanaf 1830 werden regelmatig Oldenburgers ingevoerd en/of inlandse merries over de grens gedekt in Oostfriesland. De Oostfriese hengsten hadden ook grotendeels Oldenburgers als voorouders. Het inlandse paard voldeed niet meer toen door de voortgaande mechanisatie meer kracht gevraagd werd van de dieren. Het inlandse paard van toen kan men het best vergelijken met de Fries van nu, al hadden ze minder kwaliteit en kwamen meerdere kleuren voor. Door dat het beter ging met de economie en de mensen meer geld beschikbaar hadden ontwikkelde zich de vraag naar paarden voor de paardensport, in het bijzonder voor de dressuur en het springen.

Tot de eerste wereldoorlog was er ook nog een kleine Hackney, Holsteiner en Hannoveraanse invloed. Dit verdween door verdringingskruising al snel waarna men tot 1951 puur op Oldenburgse/Oostfriese basis verder fokte. Men noemt dit wel de periode van de verzwaring. De belangrijkste Groninger hengst uit die periode was Gambo, een Oldenburger die geboren was in 1927.

De Groninger paarden werden in deze tijd al gebruikt als landbouwrijpaard, maar men wilde iets meer rijtypische paarden, waardoor het Groninger paard (en ook het Gelderse paard) werd gekruist met Engels Volbloedhengsten, om daarna weer verder te kruisen met doorgefokte rijpaardhengsten uit Duitsland en Frankrijk. Dit heeft tot gevolg gehad dat nagenoeg alle Groninger merries tot eind jaren zeventig van de vorige eeuw werden gekruist met andersoortige hengsten en de populatie nagenoeg was verdwenen.

In de 60-er en 70-er jaren van de vorige eeuw ontdekte men dat met name de eerste kruising van een Groninger met een volbloed bijzondere sportpaarden opleverde. Hierbij was de kans op succes veel groter dan in de gewone rijpaardfokkerij. Dit werd de Groninger bijna fataal. Kruisingsproducten gingen voor veel geld over de hele wereld en behaalden zelfs Olympische successen. De pure Groninger die zulke producten voortbracht was uit de mode en men dacht er vanwege het geldelijk gewin niet aan om raszuiver te fokken tot het bijna te laat was.

Dankzij de grote inzet van een aantal mensen, onder wie mevrouw prof. Clason, werd in 1978 de laatste Groninger hengst Baldewijn gered van de slager en zijn door mensen pogingen ondernomen om Groninger merries op te sporen en te gebruiken voor de fokkerij. Het aantal merries dat kon worden gebruikt kwam nauwelijks boven de twintig. Hierbij is door onder meer Nanno Haaijer uit IJhorst ongelooflijk veel werk verzet en later heeft ook Henk Bouwman uit Vorden veel bijgedragen.

De eerste jaren waren moeizaam om merries bij Baldewijn te krijgen en van de fokkerij uit die periode is weinig overgebleven. Inmiddels is met behulp van enkele halfbloed Groningers, enkele klassieke Oldenburgers, enkele hengsten met Holsteins bloed en een Cleveland Bay getracht de populatie weer op peil te brengen.

Inmiddels zijn er diverse stammen die weer redelijk op dikte zijn en ook kwaliteit hebben. Zorg om het voortbestaan in de breedte is er zeker nog.

Exterieur

De Groninger is een lang gelijnd middelzwaar warmbloed paard. Belangrijk is een niet te lange sterke rug, een tamelijk schuine schouder, een brede en diepe zwaar bespierde romp, een zwaar ontwikkelde achterhand, massief beenwerk met platte pijpen en ruime harde voeten. Het Groninger paard komt in verschillende schofthoogtes voor vanaf ongeveer 1,50 meter tot zelfs boven de 1,70 meter.

Groningers hebben bij voorkeur de kleur zwart, bruin of donkerbruin maar komen in veel meer kleurslagen voor. Veel gezien is ook de sabino en moorkop.

Groningermerrie met kampioenslint

Karakter

De Groninger heeft een nuchter karakter en is sober en werkwillig. De Groninger werkt graag en doet vrijwel altijd zijn best, een zeer betrouwbaar paard voor iedereen.

Gebruik

Het Groninger paard is uitermate geschikt als familiepaard, variërend van de dressuurwedstrijd van de zoon of dochter, via de buitenrit door de moeder tot het aangespannen rijden door de vader in al zijn variaties. Ook in de specialisatie zijn er tal van mogelijkheden.

Aangespannen: Het Groninger Paard is vanouds een best koetspaard door zijn werklust en zijn grote betrouwbaarheid. Aangespannen rijden is een activiteit die nog steeds aan populariteit wint. De Groninger is hiervoor bij uitstek geschikt door zijn rustige temperament, het gewillig karakter, de economische bewegingen, de werklust en het grote uithoudingsvermogen. Deze eigenschappen én zijn uitstraling door houding, front en kleur leveren een perfecte combinatie. Voor de wedstrijdsport en voor de recreatiemenner is het paard dus ideaal, wat onder meer blijkt uit de hengst Meinhold, die internationaal als vierspanpaard loopt.

Recreatie: Voor paardenliefhebbers die wat minder tijd kunnen besteden aan de training is het Groninger Paard ook op zijn plaats. Temperament en karakter stellen de ruiter in staat om met minder regelmatig rijden toch een gewillig en handelbaar paard onder het zadel te hebben.

Dressuur: De Groninger heeft soepele, ruime gangen en een nuchter karakter waardoor het makkelijk te beleren is. Er lopen op dit moment een heleboel Groningers in de hogere dressuur, ook elders in de wereld lopen Groningers tot op Grand Prix niveau.

Springen: Bij een aantal stammen en bij diverse hengsten zijn zeker springgenen aanwezig, wat blijkt uit het feit dat diverse Groninger paarden op nationaal niveau liepen waaronder de bekende Troongravin Anna met Jan Maathuis. Hoewel tot nu toe bij het Groninger paard de aandacht voor de dressuur het sterkst is geweest, groeit de belangstelling voor het springen met paarden met Groninger bloed. Hengsten als Gerlinus, Lancelot, Marengo, Noorderkroon, Romiro en Upperten sprongen zelf klasse Z (1,30 meter) of hoger. Hun nafok kan in de meeste gevallen ook een goede sprong maken.

Foto's

Bronnen, referenties en/of voetnoten